Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De HEERE, onze Gerechtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De HEERE, onze Gerechtigheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde. In Zijn dagen zaljuda verlost worden en Israël zeker wonen; en dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem zal noemen: De Heere, onze Gerechtigheid. Jeremia 23: 5-6

Ziet, de dagen komen! We horen er iets in van ingehouden vreugde. Het is nog wel donker, maar het wordt Ucht! Het kan nog lang duren, maar het komt!

Intussen ziet het er op dit ogenblik nog niet naar uit... We vinden dit woord zómaar midden in een aanklacht tegen de valse herders. Over hen heeft de profeet het „wee" moeten uitspreken. Het zijn de priesters, de profeten, het zijn vooral de laatste koningen van Juda: Joahaz, Jojakim, Jechonja... Straks komt de baUingschap, en dat is allereerst de schuld van die koningen. Die hebben zich door de valse profeten laten wijsmaken: Vrede en geen gevaar! En nu zullen de inwoners van Juda straks dwalen op bergen en heuvelen, als schapen zonder herder. Dat is de schuld van de herders die de schapen hebben misleid.

Maar die schapen zullen niet bhjven dwalen! De Heere zal nieuwe herders geven. En tenslotte zal Hij de enige Herder, de Opperherder verwekken. De rechtvaardige Spruit.

1. Zijn komst

Er komt dus een Spruit. Een wat vreemde aanduiding voor de grote Zoon uit het huis van David. EigenHjk staat het hier niet, het is ingevoegd, ontleend aan andere plaatsen. Want zó wordt de Davidszoon vaker aangekondigd, als Spruit.

Zo spreken we toch weleens over kinderen? Het zijn spruiten, telgen, die een nieuw begin aankondigen. Nieuwe loten aan een oude stam.

Zo gaat de Heere een nieuw begin maken. Aan de afgehouwen tronk uit het huis van David komt een nieuwe loot. Opgeschoten, zegt een andere profeet, als een rijsje, als een wortel uit een dorre aarde. Er was geen verwachting, het was allemaal even onmogehjk. Zo komt het leven tevoorschijn uit de dood.

Zo werkt de Heere altijd! Ook in ons leven, dat een dood stuk hout Ujkt, waar geen verwachting meer van is. Daar komt een eerste vragen naar God, een eerste zoeken naar God. We ontdekken er zelf nauwelijks leven in... Maar de Heere maakte een begin, waar al onze wegen doodgelopen waren.

Leven, dat verbonden is met deze rechtvaardige Spruit...

Dat staat tegenover die koningen uit het huis van Juda. Die vertegenwoordigen het oude leven, het leven van zonde en ongerechtigheid. Het leek wel alsof de Heere het huis van David had afgeschreven. Alsof het voorgoed afgelopen was.

En nu komt er ineens aan die oude, verdorven boom een nieuwe Spruit, een rechtvaardige Spruit.

Dat is een grote uitzondering. Want er is niemand rechtvaardig, niemand die goed doet, zelfs niet één. Dus er is maar één Rechtvaardige, temidden van al die onrechtvaardigen. Zeg het nu maar meteen: Zijn broeders in alles gelijk, behalve in de zonde...

Wat een tegensteUing... Wij allemaal, zijn in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren. Van ons allemaal moet gezegd worden: wie zal een reine geven uit de onreine? Niet één!

Maar hier is Hij, de ene Reine, uit al die onreinen. Want de Heere zegt: Ik zal Hem verwekken. Dat doet Hij alleen. Daar heeft Hij niemand bij nodig.

Het HeiÜge dat uit Maria geboren is, daar is niets van ons bij. Daar heeft niemand van ons om gevraagd. Onze Koning is van Israels God gegeven.

Wat een belofte, een rechtvaardige Spruit voor David... Ja, maar ondanks die belofte gaat Juda dan toch maar de baUingschap in. Dat moet u toch niet zeggen. Want hoe donkerder het wordt, hoe meer waarde de beloften krijgen. Het kan nog zo lang duren, maar de dagen komen! Want de Heere vervuU Zijn beloften altijd dwars door het onmogeUjke heen. Waar alles op z'n eind schijnt te lopen, daar maakt Hij een nieuw begin.

2. Zijn werk

Die zal Koning zijnde regeren. De Spruit wordt dus Koning. Dat is een wonderhjke belofte. Want dat weet je nooit zeker. Ook al wordt in een vorstenhuis een kind geboren, wie zegt of dat kind ooit op de troon komt? Het kan sterven, er kan een revolutie uitbreken...

Maar van dit Kind was eeuwen tevoren al bekend dat het Koning zou zijn. Aan Maria werd het verkondigd voor Zijn geboorte: Hij zal over het huis van Jacob Koning zijn tot in eeuwigheid... Want Hij is ervoor gekomen, om Koning te zijn. Om Zijn onderdanen te regeren, te beschermen, hen aan te voeren in de strijd tegen hun vijanden.

Is er iets van die koninkhjke heerschappij merkbaar in uw leven? Of bent u zelf nog koning? Zit u zelf nog op de troon? Eenmaal is er voor ons gebeden dat we onder deze enige Koning dapper tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk zouden strijden en overwinnen. Is daar al iets van te zien?

Deze Koning is ervoor gekomen, om Zijn onderdanen te trekken uit het rijk van de duisternis. Dat doet Hij wel met kracht, anders kwam er niet één. Maar Hij doet het niet met bruut geweld. Hij richt Zijn troon op in ons hart. Hij schrijft Zijn wet in ons hart. Hij stort Zijn liefde uit in ons hart. En dan roept ons hart Hem uit tot onze Koning.

Die Koning zal voorspoedig zijn... Dat is weer een tegensteUing tot die laatste koningen van Juda. Die zijn niet voorspoedig. Van Jechonja wordt het zelfs letterlijk gezegd: Een man die niet voorspoedig zal zijn in zijn dagen. Maar deze Koning zal voorspoedig zijn.

Is dat eigenlijk wel waar? Wanneer je als Koning geboren wordt in een beestenstal... En wanneer je als een slaaf over de aarde moet gaan? En wanneer je tenslotte sterven moet aan een kruis? Is dat voorspoed? Ja, want juist door die diepe vernedering heen krijgt Zijn Koningschap gestalte. Hij zal de dagen verlengen, en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkig voortgaan.

En Hij zal recht en gerechtigheid doen. De koningen van Juda deden onrecht en ongerechtigheid. Ze bogen het recht en hadden geschenken lief. Maar deze Koning zal regeren, rechtvaardig, wijs en zacht. Hij is gekomen om de mens zijn gerechtigheid terug te geven. Want Hij nam onze zonde op Zich, en bekleedde ons met Zijn gerechtigheid.

Nu begrijpen we het, dat Juda verlost zal worden en Israël zeker wonen. Daar heeft het volk op zijn manier naar verlangd. Dat de ballingschap eindigen zou. Dat er weer een koning zou zijn uft het huis van David. En dat de dagen van weleer terug zouden komen.

Maar de verlossing van deze Koning is veel groter. Hij verlost van de zonde, Hij verlost van het verderf. Hij verlost mensen die zichzelf niet kunnen verlossen. Mensen die bedolven liggen onder de zonde en de ongerechtigheid.

Dan zullen Israël en Juda, die zo van elkaar vervreemd waren, elkaar weer vinden, onder de regering van deze rechtvaardige Koning. Daar zal Zijn volk weer wonen naar Zijn raad, God eeuwig hun Zijn volle gunst betonen. Daar zullen zij, Gods knechten met hun zaad, zij die Zijn Naam beminnen, erf'Ujk wonen.

Wanneer gaat dat gebeuren? In Zijn dagen. In de dagen van deze Koning. De tijd der genade, de dag der zaligheid. Het jaar van Zijn welbehagen. Zullen we die tijd niet ongebruikt voorbij laten gaan? het zijn ónze dagen niet, het zijn Zijn dagen. Heden, zo gij Zijn stem hoort...

3. Zijn Naam

De naam. Wat kan die belangrijk zijn. Hoe heet dat kind? Daar kunnen ruzies door ontstaan. Waarom is hij of zij niet vernoemd? En toch - onze naam doet er niet zoveel toe. Onze naam zal eenmaal vergaan.

Maar ZIJN Naam. De Spruit van David, de rechtvaardige Koning, heeft ook een naam. Hij is Gerechtigheid, en Hij heet Gerechtigheid.

Eigenhjk heette de laatste koning van Juda ook zo: Zedekia, de Heere mijn Gerechtigheid. Maar hij droeg die naam niet met ere. Deze Koning doet Zijn Naam eer aan. Zoals Hij heet, zo is Hij.

Wij hebben geen gerechtigheid. Al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpehjk kleed. Maar van Hèm zal men zeggen: In de Heere zijn gerechtigheden en sterkte, tot Hem zal men komen.

Kennen we Hem zo, zijn we zo tot Hem geko- men? Om onze gerechtigheid buiten onszelf in Hem te zoeken?

Want de Vader heeft genoeg aan Zijn aangebrachte gerechtigheid. Maar wij moeten er ook genoeg aan krijgen. We moeten die Naam leren spellen: De Heere, onze Gerechtigheid.

Geweldig is dat, wanneer mensen die niets hebben dan ongerechtigheid en eigengerechtigheid, uit de grond van hun hart mogen zeggen en zingen: Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, Dat Christus alléén mijn Gerechtigheid is. Ondanks alles van mij rechtvaardig voor God, alsof ik zelf alle gerechtigheid had volbracht, die Hij voor mij volbracht heeft... Van al mijn zonden bevrijd en rechtvaardig voor God gerekend.

Die Naam alleen is het noemen waard. Alle khnkende namen in de wereld en in de maatschappij zijn straks weer vergeten. En onze naam - je kunt nog zoveel gepresteerd hebben, maar straks is je naam volkomen onbekend.

Alleen deze Naam bhjft. Die Naam bevat alles wat we nodig hebben. Met die Naam kunnen we leven en sterven. Zo verhezen we onze eigen naam en houden we deze Naam over En die Naam moet eeuwig de eer ontvangen.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De HEERE, onze Gerechtigheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 augustus 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's