Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Fantasie of profetie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Fantasie of profetie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Toen nam de profeet Hananja het juk van de hals van de profeetJeremia en verbrak het. En Hananja sprak voor de ogen van bet ganse volk, zeggende: Alzo zal Ik verbreken het juk van Nebukadnezar, de koning van Babel, in nog twee volle jaren, van de hals van al de volken. En de profeet Jeremia ging zijns weegs. Doch desHeeren Woord geschiedde tot Jeremia (nadat de profeet Hananja het juk van de hals van de profeet Jeremia verbroken had) zeggende: Ga heen en spreek tot Hananja, zeggende: zo zegt de Heere: Houten jukken hebt gij verbroken nu zult gij in de plaats van die ijzeren jukken maken." 0eremia28:10-13)

Wie moet ik nu eigenlijk geloven? vragen de mensen soms. Aan de ene kant wordt het Woord van God tijdgebonden verklaard, en wordt de boodschap van dat Woord op alle manieren aangevochten. Aan de andere kant staan zij die zeggen dat het Woord voor alle tijden geldt, en dat we alles te hebben geloven wat ons in dat Woord wordt geopenbaard. Wie heeft er nu gelijk?

Dat is geen probleem van vandaag of gisteren. Dat was ook al levensgroot aanwezig in de tijd van Jeremia. De valse profetie tegenover de ware profetie. Profeten die hun eigen visie uitdroegen als het Woord van God, en profeten die alleen doorgaven wat de Heere hun had geopenbaard.

1. Hoopgevend nieuws

Met de valse profeten heeft Jeremia heel wat te stellen gehad! De Heere sprak tot Zijn volk door middel van de profeten. En die boodschap ging meestal dwars tegen de pubheke opinie in. Maar de profeten stonden sterk, want ze hadden alleen maar te zeggen: Alzo spreekt de Heere.

Maar alles wat echt is wordt nagemaakt. Behalve goud is er ook klatergoud. Zo is het ook gegaan met de profetie. De valse profeten gingen op pad zonder door de Heere gezonden te zijn. Ze hadden geen boodschap van de Heere, ze zogen die uit hun duim. Ze spraken wat het volk graag wilde horen.

Dat maakte het werk van de echte profeten niet gemakkelijk. Vooral niet wanneer de valse profeten in de meerderheid waren. Dan stond zo'n profeet van de Heere dikwijls alleen met een onheilsboodschap.

Zo'n profeet is Jeremia, die altijd maar tegen de stroom moet oproeien. De leugenprofeten zeggen dat de bevollcing de toestand niet zo somber moet inzien. Het Babylonische gevaar zal uiteindeüjk wel worden afgewend. En daartegenover verkondigt Jeremia onophoudeüjk dat de koning van Babel zal komen en Jeruzalem zal innemen en heel de bevolking zal wegvoeren naar Babel.

En nu gaat dat naar een cümax, naar een hoog- tepunt toe. Want van alle valse profeten is Hananja de meest aanmatigende, de meest onbeschaamde. En met deze Hananja komt het tot een botsing.

De situatie in Jeruzalem is hachehjk. De laatste koning, Zedekia, heeft weinig in de melk te brokkelen. Zijn bewind is een aflopende zaak. En nu zijn er diplomaten van naburige volken gekomen met de vraag of ze gezamenhjk niet iets kunnen ondernemen tegen de koning van Babel.

Op dat moment verschijnt Jeremia op het toneel. Met een juk op zijn schouders. En hij heeft nog vijf andere jukken bij zich, die hij uitreikt aan de diverse ambassadeurs. Met het verzoek om die mee te nemen naar hun land.

Bij deze handeüng heeft Jeremia geen woord gezegd. Het was een preek met de daad. Maar als ze hem vragen wat hij bedoeft, dan wil hij het wel toelichten. De God van Israël heeft al die landen in de hand van de koning van Babel gegeven. Buigt uw halzen maar onder dat juk, want als u zich verzet kunt u het alleen maar erger maken.

Geen wonder dat die boodschap kwaad bloed zet in Jeruzalem! Moeten we ons dan zomaar overgeven aan de vijand? Mogen we ons daar niet tegen verzetten? Dat getuigt niet van vaderlandsliefde. En dat zou weleens een funeste invloed kunnen hebben op het moreel van de bevolking.

Daarom gaat de boodschap van Hananja er veel beter in. Die zegt: er komt een wending ten goede. De reeds weggevoerde ballingen komen terug. En het tempelgereedschap komt terug. Want het loopt met het bewind van Nebukadnezar op een einde. Het duurt nog twee jaar. Dan is alle leed geleden.

Die boodschap khnkt aannemeUjk. En Hananja heeft bovendien gezegd dat hij het van de Heere Zelf heeft. Hij zal daar toch niet staan te üegen?

Toch roepen zijn woorden vragen op. Want de echte profeten hebben altijd opgeroepen tot bekering. Wanneer het volk z'n zonde zou belijden, dan zou de Heere het genadig zijn. Maar daarover spreekt Hananja met geen woord. Dat maakt het goede nieuws toch een beetje verdacht...

Wat is het moeihjk om goed nieuws te onderkennen als valse profetie! Het hgt ons wel, wan- neer de zaak zo rooskleurig mogelijk wordt voorgesteld. Het geloof in de vooruitgang van de mensheid, en in de verbroedering tussen de volken doet het altijd goed. En de prediking dat God zo goed is dat Hij al ons kwaad wel door de vingers zal zien. Of dat Zijn genade zo groot is dat er niemand verloren zal gaan.

Maar wat ontbreekt eraan? De oproep tot bekering. Natuurlijk, als het toch met alle mensen goed komt, is bekering immers overbodig? Dan hoef ik mijn zonde niet te betreuren. Dan kan ik verder leven zoals ik zelf wil. Dat zeiden de mensen in de dagen van Jeremia openhjk: We zullen vrede hebben, ook al handelen we naar het goeddunken van ons hart.

2. Merkwaardige reacties

Daar staan ze tegenover elkaar, twee profeten die beiden hebben gesproken in de naam van de Heere. Twee totaal verschillende boodschappen. En wie van de twee heeft er nu geUjk.

De stilte op het tempelplein is te snijden. En dan ineens neemt Jeremia het woord: Amen, de Heere doe alzo.

Een merkwaardige reactie. We hadden verwacht dat Jeremia zou zeggen: Wat die man gezegd heeft, dat is leugen, dat moet u niet geloven. Hoe is het mogeÜjk dat Jeremia zo positief reageert? Is het een pose? Doet hij alsof?

Nee, dat „amen" komt uit de grond van zijn hart. Hij betuigt zijn instemming met het gesprokene, want hij zou zo graag willen dat het waar was. Hij heeft nooit leedvermaak gehad om het oordeel dat hij moest aanzeggen. Hij zou ook wel zo'n boodschap willen brengen als Hananja.

Maar Jeremia verkondigt niet wat de mensen graag willen horen, Jeremia zegt alleen maar wat zijn God hem heeft opgedragen.

En hoe kun je die twee nu van elkaar onderscheiden? Daar wil Jeremia nog wel iets over zeggen. En dan beroept hij zich op wat Mozes gezegd heeft over de ware en de valse profetie. Hoe kunnen we weten of het een woord is dat de Heere gesproken heeft? Dan moet je letten op de uitkomst. Als iemand een boodschap gebracht heeft in Gods Naam, maar het gebeurt niet, dan weet je zeker dat de Heere die profeet niet gezonden had.

Met andere woorden: Hananja, we zullen het achterop kijken. U hebt van vrede gesproken, wel, als het inderdaad vrede wordt, dan zal bhjken dat de Heere u gezonden heeft.

Eén van beide kan maar waar zijn. Dat maakt de zaak diep ernstig. Of het waar is wat de dienaren van het Woord verkondigen, dat zal straks bhjken, wanneer dienaren en gemeenten samen staan voor de grote witte troon.

Dan kunnen we die boodschap toch niet een beetje afzwakken? Toch niet de scherpe kantjes er een beetje afdoen? Dan zouden de dienaren er schuld aan hebben wanneer mensen verloren gaan. Dan zou er bloed aan hun vingers kleven.

Hananja heeft geen weerwoord. Hij zegt niets. Maar hij doet wel iets. Hij pakt het juk van de schouders van Jeremia af en breekt het in stukken. Zo zal de Heere het juk van Nebukadnezar verbreken. Hij bhjft bij zijn boodschap. De woorden van Jeremia hebben hem niet tot andere gedachten gebracht.

Zal Jeremia nog een keer met Hananja in discussie gaan? Nee, hij gaat naar huis. Hij maakt er geen woord meer aan vuil. Zwijgend vertrekt hij.

Wat Ujkt hij hier veel op onze hoogste Profeet! Die staat voor Zijn rechters. Te schande gezet, meer dan Jeremia. Ook Zijn woorden werden niet geloofd. En wanneer de hogepriester dan vraagt: Antwoordt Gij niets? - dan staat er zo veelzeggend: Doch Jezus zweeg stil. Hij gaf het over aan Hem Die rechtvaardig oordeeft.

Daar kunnen we iets van leren. Er kunnen zich situaties voordoen waarin het beter is te zwijgen dan te spreken. Als ambtsdragers tegen gemeenteleden. Als ouders tegen kinderen. De Heere zal op Zijn tijd wel laten zien wie geUjk had...

3. Goddelijk antwoord

Jeremia is op weg naar huis gegaan, maar hij moet al spoedig rechtsomkeert maken. Hij moet toch nog één keer Gods boodschap brengen aan Hananja. Die boodschap is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Inplaats van houten jukken komen er ijzeren jukken. Dat wil zeggen: verzet tegen de koning van Babel zal tot gevolg hebben dat zijn hand nog zwaarder drukt. IJzeren jukken in plaats van houten jukken. Dat zien we in het wereldgebeuren, waar de ene dictatuur soms plaats maakt voor de andere. In de techniek, die een zegen zou kunnen zijn, maar soms ontaardt in een vloek.

Maar we zien het vooral in ons eigen leven. Wie de zonde doet is een slaaf van de zonde. We wierpen het zachte juk van de dienst van God van ons af, maar we gaan gebukt onder het ijzeren juk van de slavernij der zonde.

En Hananja krijgt er nog een persoonhjke boodschap bij. Hij zal dit jaar nog sterven. Zó hoog neemt de Heere het op, wanneer Zijn Woord wordt verdraaid of ontkracht. Vrede binnen twee jaar, heeft hij geprofeteerd, maar hij heeft geen jaar meer te leven.

Zeker, dit is een uitzonderlijk geval, maar de Heere laat zien dat Hij het opneemt voor Zijn dienstknecht. Dat is een vertroosting voor Jere-mia. Hij staat altijd alleen, zijn stem is die van een roepende in de woestijn. Maar de Heere zal het Woord dat hij gesproken heeft, bevestigen. Hij zal doen alles wat Hij gesproken heeft.

Daarom is de grote vraag voor ons: Wat doen wij met het Woord van de Heere? Hebben we het ter harte genomen dat de Heere zegt: Bekeert u en gelooft het EvangeUe? Of luisteren we liever naar de profeten die roepen: Vrede en geen gevaar...?

Dat laatste Hgt ons wel, dan kunnen we onszelf bhjven. Maar we lopen wel onder het juk van de slavernij der zonde, ook al voelen we ons vrij. En we kunnen onszelf niet bevrijden, maar daar is Hij voor gekomen, onze hoogste Profeet, en Hij zegt: Neemt Mijn juk op u, want Mijn juk is zacht en Mijn last is hcht.

Wie zó zijn leven verhezen zal, die zal het behouden. Om van 's vijands dienstbaar juk bevrijd Hem te dienen zonder vrees.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Fantasie of profetie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's