Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wachter, wat is er van de nacht?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wachter, wat is er van de nacht?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

„De last van Duma. Men roept mij uit Sei'r: Wachter! Wat is er van de nacht? Wachter! Wat is er van de nacht? De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt." (Jesaja21: 11 en 12)

1. Een vraag uit de wereld

In deze woorden uit Jesaja 21 horen we < iJy mensen roepen die uitzien naar het einde van de nacht en het begin van de nieuwe dag. Wat zijn dat voor mensen? Waarschijnlijk Arabieren, nomaden die alkomstig zijn uit de oase van Duma in de Arabische woestijn. Er is sprake van de last van Duma. Dat wil zeggen: Een profetenspreuk die tegen Duma is gericht met een zeker dreigend karakter Deze mensen uit Duma hebben moeten vluchten naar Seïr, een gebergte in het land van Edom, aan de overzijde van de Jordaan, ten zuiden van de Dode Zee. Assyrische troepen hebben huisgehouden in hun woonplaats en ze hebben alles wat hen vertrouwd was achter moeten laten. Ze beleven hun situatie als een duistere nacht. Dat is alleszins te begrijpen. Het valt niet mee van huis en haard verdreven te zijn en als asielzoeker in het buitenland te moeten vertoeven waar ze je ookUever zien gaan dan komen. Maar nu hebben ze de moed toch nog niet helemaal opgegeven. Ze sturen een afvaardiging naar het land van Israël. Daar woont de profeet des HEEREN, Jesaja. Hij zal misschien kunnen vertellen of de nacht eindelijk voorbij is en of er reden is tot het koesteren van enige hoop.

Zo zegt Jesaja: Men roept tot mij uit Seïr: Wachter! Wat is er van de nacht? Wachter!, wat is er van de nacht? Het wordt herhaald om de grote aandrang en zorg weer te geven waarmee deze vraag wordt gesteld. VergeUjk het maar met een zieke die maar niet slapen kan van pijn en benauwdheid en die tientallen keren vraagt: „Hoe laat is het nu? Is de nacht nu nog niet voorbij? "

Men spreekt Jesaja aan met „wachter". Dat is een mooie naam voor een profeet. De profeet Staat niet letterlijk op een verhoging zoals een wachter op de stadsmuur, maar hij leeft dicht bij de hoge God, hij staat in verbinding met de hemel. Door de omgang met zijn God staat hij op zijn wachttoren. Hoe dichter je bij God leeft, des te verder kun je kijken, des te minder kortzichtig ben je! Deze vreemdeUngen geloven dat Jesaja een echte wachter is, een ziener, een man die meer weet dan andere mensen, omdat hij in contact staat met God. Zo klampen ze hem aan in hun nood met klagende en droevig khnkende woorden: Wachter, wat is er van de nacht? Wachter, wat is er van de nacht?

We kunnen de lijn doortrekken naar onze tijd. Ook vandaag de dag zijn er heel wat mensen in de wereld die beseffen dat het donker is, dat het nacht is. Zeker, er zijn er ook velen die de duisternis niet eens opmerken. Dat zijn de mensen die een soort struisvogelpohtiek voeren en uitgelaten dansen op een vulkaan die elk ogenblik kan uitbarsten. Maar anderen zijn ernstiger. Ze zien onder ogen dat deze wereld vol ellende is, vol onrecht en geweld, vol uitbuiting en agressie. Ze hebben ook zorgen om de milieuvervuiling en om de uitputting van de energiebronnen, om de bewapening en de overbevolking. Ze vragen zich af, op de drempel van het jaar 1999: Is deze aarde nog wel millenniumproof? Komt er een einde aan de nacht of gaan we onder in een definitieve nacht?

Waar moeten deze mensen met hun vragen naar toe? Ze zoeken ergens een wachter, een ziener, een profeet. De één zoekt in oude boeken zoals van Nostradamus, de ander trekt zijn horoscoop, de derde grijpt misschien naar de Bijbel. Als het goed is, staat er midden onder de onzekere mensen van 1999 een wachter, de gemeente van Christus. Zij immers mag weten van de heerlijke nieuwe morgen van de verschijning van Jezus Christus, de grote Toekomst? Zij gelooft en behjdt toch dat de geschiedenis in de handen van haar God en Koning hgt? Als het goed is, straalt er iets af van de gemeente van Christus. Namelijk dat de Heere haar Licht en haar Heil is en dat ze, ook als ze door allerlei omstandigheden in het duister zit en zelf totaal geen hcht heeft, toch blijft hopen op de morgen van Gods verlossing.

Gelukkig zijn ze er, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, die van de Heilige Geest vrijmoedigheid en wijsheid ontvangen om rekenschap te geven van de hoop die in hen is. Maar er zijn nog veel meer van die getuigen nodig, want er leven echt veel vragen onder de mensen, er is een hunkering naar houvast en naar perspectief. Laat het ons gebed mogen zijn dat de Heere ons voor het eerst en ook steeds meer zo vervult met Zijn Geest en met geloof, hoop en hefde, dat we niet met een mond vol tanden staan, maar dat we in alle eerhjkheid en eenvoud antwoord kimnen geven op de vraag: „Wachter, wat is er van de nacht? " Antwoord in de lijn van Psalm 4: Velen zeggeji: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht van Uw aanschijn, o Heere!

We mogen hierbij ook denken aan ons nu 100jarige Gereformeerd Weekblad. In alle bescheidenheid heeft ons blad zo'n wachtersfunctie willen vervullen door de jaren heen, bij alle wisselende situaties in het kerkehjk leven en in het volksleven. Dankbaar zijn we dat jaar in jaar uit en week in week uit mocht worden gepoogd in overeenstemming met het Woord van God onderwijs en voorhchting te geven. Bij alle gebrek en tekort, zeker, maar ook door Gods genade in getrouwheid en niet zonder zegen!

2. Een antwoord namens God

Het is een wonderhjk antwoord dat de profeet in Gods Naam aan de vreemdeüngen geeft. De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht. Of: Er komt morgen, en ook nacht., . Een raadselachtig antwoord. Het lijkt dubbelzinnig zoals een orakel bij de oude Grieken, waardoor je nog niet zoveel wijzer wordt. Toch hjkt de betekenis wel te achterhalen: Er daagt redding, maar niet büjvend. Het rijk van Assyrië en daarna Babel zullen ineenstorten, maar nieuwe grootmachten zullen zich melden. Dus er komt wel een morgen, maar die wordt weer gevolgd door een nieuwe nacht. Is dat niet tekenend voor de wereldgeschiedenis, vroeger en nu en ook in de toekomende tijd? Het is altijd weer een alwisseling van oorlog en vrede, voorspoed en tegenspoed, licht en donker. Meestal is de hemel zwaar bewolkt, maar er zijn verspreide opklaringen. Ligt er in het antwoord van de profeet niet een hint, een stille aanwijzing: Mensen, als je geluk en voorspoed zoekt hier en nu, in dit wisselvallige aardse bestaan, dan zul je het nooit werkehjk vinden. Het is komen en gaan, eb en vloed, opgaan, bÜnken en weer verzinken. De echte vrede, de ware rijkdom, de wezenhjke rust vind je hier niet. Net als je denkt dat je het voor elkaar hebt en dat je toekomst verzekerd is en je kostje gekocht, stort heel je gebouw als een kaartenhuis in elkaar. Het is dus in feite een somber antwoord dat de wachter geeft: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht!

Veel rijker is het getuigenis van de levende gemeente van Christus. Zij mag in de wereld van vandaag de boodschap uitroepen dat de morgenstond is gekomen. De dageraad is aangebroken door de komst en het werk van Christus op aarde. De overwinning van Jezus Christus is niet meer ongedaan te maken. Deze staat definitief vast in alle eeuwigheid. Maar hoewel de morgenstond is gekomen, is er toch ook nog de nacht. Hoe komt dat? Wel, dat is de nacht van ongeloof in de Zoon. Hij is gekomen tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Dit is het oordeel dat de mensen de duisternis liever hebben gehad dan het hcht. Nacht is het in menig opzicht nog in deze wereld! Denk maar aan alle spanningen in de wereld van vandaag, de bombardementen op Irak, uitgelokt door de sinistere dwaasheid van Saddam Hoessein, de grimmige sfeer tussen Joden en Palestijnen, de ellende in Kosovo, de vele tragedies in mensenlevens. Aangrijpend dat al zoveel eeuwen geleden de Kerstnacht aanbrak en de morgen van Pasen, maar dat het toch nog weer nacht is op aarde. Het was even zo stralend mooi boven de velden van Efratha, maar het hemelse hcht is allang weer verdwenen...

Wat schone morgenstond brak aan, Toen 't Christuskind in Beth'lem lag; Maar 't eigen volk neemt Hem niet aan; Verkiest de nacht weer voor de dag; Wie heeft op aard' in Hem geloofd? Hij werd gesmaad, van eer beroofd! Dat zegt de wachter van de nacht Tot hem die Christus heeft veracht (ds. F. Kijftenbelt).

Door ongeloof bhjft het nacht, ook al is de morgenstond door Christus aangebroken. Maar de oprechte gelovigen genieten van het hcht van de nieuwe morgen. Zie maar hoe daarvan gesproken wordt in Romeinen \y.De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen van het licht. Laat ons als in de dag eerlijk (eerbaar) wandelen. Hier is dus onderscheid. Denk aan een woord als Jesaja 60 : 2: Z)e duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de volkeren; doch over u (Israël) zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Iemand die bhnd is ziet niets, ook al schijnt de zon in al zijn kracht. Iemand die ongelovig Jezus als Zahgmaker verwerpt, bUjft gevangen in inktzwarte duisternis. Maar waar we Hem leren kennen, daar gaat ons een licht op in de nacht. Dat betekent niet dat het nooit meer donker kan zijn in het leven van de gelovigen. Het is een herkenbare ervaring in het leven van het geloof dat de morgenstond gekomen is en dat het toch nog weer nacht is, omdat we het zicht op de Heere missen. Wat erg en aangrijpend als je het gevoel hebt dat je alle contact met God bent kwijtgeraakt, dat je Hem niet meer bereiken kunt met je tranen en gebeden, dat je Hem gewoon niet meer ervaart. „Ik zoek Hem, maar ik vind Hem niet; ik roep Hem, maar Hij antwoordt mij niet." De oprechte gelovigen in Christus kennen zeker nog wel duisternis. Vaak door eigen schuld, door ongeloof, door ongehoorzaamheid en door slordigheid of wereldgelijkvormigheid. Wat is pastorale leiding en bemoediging dan nodig. Ook in dat opzicht heeft het Gereformeerd Weekblad 100 jaar een rol vervuld en hopehjk mag dat ook in de toekomst het geval zijn!

3. Een nodiging tot het heil

De profeet moet in zijn antwoord op die angstig vragende heidenen kort zijn: Hij kan ook niet meer zeggen dan God hem duidehjk heeft gemaakt. Leg echter zijn kortheid niet uit als onvriendehjkheid. Integendeel, hij is van harte bereid tot nadere dienst. Hij wil deze mensen graag verder helpen. Vandaar dat hij zegt: Wilt gijlieden vragen, vraagt!; keert weder, komt! Kom maar terug als ik preciezer kan antwoorden. Wie weet, zijn er dan betere tijdingen. Vooral gaat het hem erom mensen te nodigen tot de echte morgen, de ware rust - en die is alleen te vinden bij de God van Israël, in oprechte bekering tot Hem.

Die uitnodiging en opwekking „vraagt!" is een appèl om een spade dieper te steken. Bhjf toch niet staan bij een vraag naar tijdehjk heil, naar poütieke bevrijding en economische vooruitgang. Ook al gaat het een poosje wat beter, wat dan nog? Niets is er blijvend, alles hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar vraagt nu eens echt, vraagt naar de HEERE en Zijne sterkte, vraagt naar de weg van eeuwig behoud. Vraagt om eerlijk te mogen worden voor Gods aangezicht, vraagt om ootmoed, om zelfkennis, om ontdekkend hcht. Vraagt om een honger en dorst die alleen met Christus, het brood en water des levens, gestild en gelest kan worden. Vraagt en... keert weder Dat is een woord dat vaak gebruikt wordt voor de waarachtige geestehjke bekering tot God. Wij zijn in onze zonde een verkeerde weg ingeslagen, een weg ten dode. Zo is het gegaan in Genesis 3 bij de zondeval en zo is het gegaan door de eeuwen heen tot op de dag 1 van vandaag, een weg met de rug naar God toe, , een weg van verharding en verbhnding. Maar nu j terugkeren... beschaamd en berooid als die ver-loren zoon. Terugkeren tot die heihge God Die 2 ons naar recht moet wegdoen uit Zijn ogen. Terugkeren tot Hem Die ons in Zijn heve Zoon Jezus s Christus al tegemoet is gesneld en Die nu wacht t om ons genadig te kunnen zijn. De trouwe wachter heeft het geroepen en door zijn woorden heen 1 horen we de stem van de goede Herder: Komt t allen tot mij die vermoeid en belast zijt en Ik 'z zal u rust geven! Vraagt en keert weder en dan \ zult u het zien wat nu al zoveel jaargangen lang ï het motto van het Gereformeerd Weekblad is: : Komt Godts Ligt, 't duyster swigt. Het gaat hchten in ons leven met een schijnsel dat in der eeuwigheid niet meer uitdooft. Want: Wat vergaet, 't Woordt bestaet. Zo gaan we dan als kinderen van het Licht wandelen in het Licht. Op weg naar de grote nieuwe Morgen van Jezus' heerlijke verschijning op de wolken des hemels. Het gaat heen naar een nieuwe hemel en aarde, een hersteld paradijs. En aldaar zal geen nacht zijn.

De wachter zegt: „ 't Is morgenstond! O kind dat in Hem vrede vond, In Jezus Christus, uwen Heer: Eens plaagt u duisternis niet meen Straks als gij door de dood zult gaan, Zal Jezus aan de oever staan. Jeruzalem, het kent geen nacht. Wilt gij Hem vragen? Vraagt en wacht!" (ds. F. Kijftenbeh)

Veenendaal

J. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 januari 1999

Gereformeerd Weekblad | 26 Pagina's

Wachter, wat is er van de nacht?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 januari 1999

Gereformeerd Weekblad | 26 Pagina's