Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

op Golgotha bekeerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

op Golgotha bekeerd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rondom PASSEN

Kohlbrugge

oit hoorde ik een predikant, doorkneed in de geschriften van Kohlbrugge, het volgende voorval vertellen uit het leven van deze vermaarde predikant uit de vorige eeuw. Op het gevaar af dat ik wellicht niet helemaal juist ben in de weergave van de desbetreffende anekdote, is het volgende toch wel blijven haken in mijn geheugen. Aan Kohlbrugge werd eens gevraagd of hij wist wanneer God hem in zijn leven had bekeerd. Degenen die het aan hem vroegen waren mensen die benieuwd waren naar een ontroerend verhaal hoe zich dat nu in zijn leven had voltrokken. In ieder geval wilden ze horen wat er in het leven van Kohlbrugge allemaal was gebeurd en veranderd. Het kenmerkende en veelzeggende antwoord van de Elberfeldse pastor was toen: „U vraagt naar mijn bekering? Wel, ik ben op Golgotha bekeerd!" Met dit korte en krachtige antwoord konden zijn vrome bezoekers het doen. Geen spectaculair bekeringsverhaal maar een verwijzing naar de kruisheuvel Golgotha waar Kohlbrugge's bekering had plaatsgevonden.

Een prikkelend woord

Onwillekeurig roept deze uitspraak van Kohlbrugge vragen op. De eerste keer dat ik geconfronteerd werd met dit prikkelende woord van deze invloedrijke theoloog, maakte dat heel wat bij me los. Bhjkbaar werd hier zoveel aandacht gevraagd voor het feitehjke gebeuren op Golgotha dat dat alle aandacht voor de zich bekerende en veranderd wordende mens aftrok. Deze wending in het denken en tevens verandering van bhkrichting betekende al een bekering op zich. Waarom dan? Wie zich herkent in de vrome mens die Kohlbrugge op de korrel neemt, voelt aan wat voor copernicaanse wending dat woord van hem in zijn denken betekent. Laten we eerhjk zijn, wij leven onbewust veel meer bij een ander woord als het gaat om de betekenis van de heilsfeiten. Wie leeft er heimelijk niet bij die vrome uitspraak, die ook nog weleens van de kansels khnkt: Al zou Christus duizendmaal in Bethlehem zijn geboren, maar nog niet in uw hart, dan bent u gewis verloren. U voelt wel aan, dat is tegenover die uitspraak van Kohlbrugge, een uitzonderlijke relativering van het heilsgebeuren. Niet: Ik ben in Bethlehem bekeerd, maar het gaat om de bekering van mijn hart. In dat hart van mij moet toch een wending, een omslag plaatsvinden. Al is Christus geboren, gestorven en opgestaan, het gaat toch om de vernieuwing van mijn gemoed.

U merkt dat het woord van Kohlbrugge dus op gespannen voet staat met dat woord over de betekenis van het heilsfeit van Christus" geboorte. Nu zal ik de laatste zijn om te ontkennen dat het niet zou gaan om de verandering van ons hart. Natuurhjk mogen we in prediking en pastoraat beklemtonen dat God vraagt om de bekering van ons leven. Toch betekent het woord van Kohlbrugge een heilzame correctie in onze blik- en denkrichting. Laat ik het mogen illustreren met de omslag in mijn eigen denken. Die uitspraak van Kohlbrugge, met op de achtergrond zijn gehele theologisch gedachtengoed, heeft heel wat bij mij omgewoeld. Naar mijn gevoel is dat herkenbaar voor vele anderen en ook heilzaam voor allen die zo verstrikt kunnen zitten in allerlei vra- gen met betrekking tot de zekerheid van het persoonlijk heil. Wat is nameüjk het geval? Voortdurend zijn we geneigd om in ons leven iets aan te willen wijzen op grond waarvan we menen toch wel een veranderd, bekeerd mens te zijn. Dit alles kan zich met name toespitsen in een week van voorbereiding wanneer er geworsteld wordt met de vraag of er wel vrijmoedigheid is om aan te gaan. Persoonhjk weet ik van de strijd die er dan is. Ook nu nog. Graag dragen we wat aan waarmee we denken dat er toch wel wat veranderd is in ons leven. In deze innerhjke strijd, waar we ons steeds afvragen of het wel genoeg is en ook of het wel echt is, is het woord van Kohlbrugge betekenisvol. Het is een woord, verstaan in zijn ontdekking en bevrijding, van een ongekende importantie.

Een bevrijdend woord

Kohlbrugge wil ons leren om de bük niet ten eerste te richten op ons eigen hart, maar op het hart van Gods Uefde wat klopt op Golgotha. Daar mogen we ons aangevochten en twijfelzieke hart aan op trekken. Er hoeft niets te gebeuren in mijn eigen hart. Alsof dat vromer, rechtschapener, heiliger en zondelozer zal worden. Nee, het is gebeurd op Golgotha. Daar is het met mijn zondaarsbestaan, waar nooit iets goeds uit voort kan komen, gedaan. Daar is de oude mens, die altijd nog geneigd is om iets vrooms tevoorschijn te roepen, de nekslag gegeven. Op de kruisheuvel Golgotha is het nieuwe leven verworven en aangebracht. Met de blik op het kruis mag ik weten dat mijn vroomheid, mijn nieuwe leven, mijn rechtvaardiging en heihging, niet Ugt in mezelf maar in de Gekruisigde. In Hem Ugt het en blijft het liggen. Ons hart wordt niets vromer en heihger. Integendeel, de leegheid, de dorheid en de armoede van ons geestelijke leven, bUjft ons aanklagen. Wij worden niet iets en met ons wordt het niets. Dat leert ons de bük op het kruis. Met Christus sterven we aan alles van onszelf. Ook aan onze vroomheid en begeerde heiligheid in onszelf. Maar dat is nu een regelrechte bekering. Deze doodsteek aan ons vroom en heilig willen zijn voor God, betekent een heilzame bevrijding. Ik hoef niets te berde te brengen, ik hoef niets te volbrengen, maar Christus heeft het gedaan. Hij heeft het volbracht. Wie dat mag zien, met een blik gescherpt door de Heihge Geest, ervaart een heilzame omwenteling in zijn leven. Uit het moeras van eigen gevoelens en gezochte geesteUjke ervaringen, mag je dan opgetrokken worden en vaste grond vinden op de kruisheuvel Golgotha. Daar ben ik bekeerd. Daar ligt het keerpunt. Daar ligt het scharnier. Daar is het gebeurd.

Een hartveranderend woord

Ongetwijfeld kan de indruk gewekt zijn dat, met alle nadruk op het zien op het kruis, de blik op ons eigen hart niet belangrijk is. Nogmaals: Is dan die verandering van ons hart niet belangrijk? Gaat het dan niet meer om wedergeboorte en bekering? Jazeker! Kohlbrugge zou de eerste zijn om dat te onderstrepen. Alleen het gaat om een bekering en om een wedergeboorte die niet haar grond vindt in eigen zieleroerselen en bevindingen, maar die dwars tegen alle gevoelens in haar grond vindt in het volbrachte werk van Christus en het heilsfeit van Golgotha als bevrijdend bevindt. U voelt wel aan dat dat ons hart in vuur en vlam doet staan voor Christus, onze Borg en Zahgmaker. Elke keer wanneer we zien op het kruis van Golgotha, of het nu op Goede Vrijdag of onder de wekehjkse verkondiging van het Kruisevangelie is, stroomt ons hart vol van liefde voor deze Gekruisigde. Aan de voet van het kruis belijd ik mijn eigen schamelheid, mijn eigen gemis aan betrokkenheid op God en Zijn dienst, mijn eigen vruchteloosheid, en laat me vervullen door Zijn ongekende zondaarsUefde. Daar op die gewijde heuvel hgt mijn bekering vast. Daar ben ik van dood levend geworden. Daar is het met mijn, zichzelf oppoetsende en vromer willen wordende, leven gedaan en mag ik roemen in het kruis van onze Heere Jezus Christus. Ja, op Golgotha ben ik bekeerd.

Een verwijzend woord

Tenslotte zou ik nog willen onderstrepen dat dat woord van Kohlbrugge ons verwijst naar het sacrament van de Heilige Doop. Waar wordt dieper en bevrij dender beleden dat onze zaligheid buiten onszelf ligt, dan bij de bediening van dit sacrament. Is het juist het Doopformuher niet wat zo prachtig en betekenisvol zegt dat we door onze doop één plant zijn geworden met Christus. Eéngeworden met de Gekruisigde. Dat water van de doop verkondigt ons: hi Christus ligt uw heil en zaligheid. In Hem hgt uw gerechtigheid en heiligheid vast. De doop garandeert ons dat we met Christus afgestorven zijn aan al onze pogingen om ons vrome vlees in de plooi te krijgen. De doop zet ons op onze plaats: Aan de verdoemenis onderworpen. Uit ons geen vrucht in der eeuwigheid. Maar tegelijkertijd verkondigt ons de doop het nieuwe leven in Christus. En het is de HeiUge Geest er alles aan gelegen om ons door de verkondiging van het Woord houvast te geven aan het volbrachte werk van Christus alleen. De Hei­ Uge Geest wil ons immers toeëigenen hetgeen we in Christus hebben. Niet wat we in onszelf hebben, maar wat we hebben in Christus, de Gekruisigde. Leven uit de doop betekent met Kohlbrugge zeggen: Ik ben op Golgotha bekeerd. Mijn zaligheid zoek ik voortdurend, elke dag, elke zondag en elke avondmaalszondag, niet in mezelf maar buiten mezelf in Christus Die alles voor me heeft volbracht. Waar zou ik het anders zoeken en vinden dan aan de voet van het kruis!

Huizen

Ds. R.W. van Mourik

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

op Golgotha bekeerd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's