Lezen in Augustinus' belijdenissen

BLOEMLEZINGEN UIT DE KERKGESCHIEDENIS

Iets over het leven van Augustinus

Augustinus werd op 13 november 354 geboren in het numidische provinciestadje Thagaste, het tegenwoordige Suk-Ahras in Algerije. Vader Patricius was heiden en is eerst kort voor zijn dood (ca. 371) gedoopt. Moeder Monnica kwam uit een christelijk gezin en was 22 jaar toen haar zoon werd geboren.

Augustinus genoot een complete klassieke opleiding en beheerste de welsprekendheid (retorica) tot in de puntjes. Toen hij een jaar of twintig was, werd bij hem door het lezen van de Hortensius van Cicero de liefde tot de wijsbegeerte gewekt. Heel z'n leven is die liefde gebleven. Hij zocht wijsheid in de Heihge Schrift, maar die stootte hem in het begin af omdat zij niet voldeed aan de eisen die de retorica stelde. In zijn zoeken naar antwoorden op diepe levensvragen sloot de 19-jarige Augustinus zich aan bij de sekte van de Manicheeërs. Men leerde daar ondermeer dat het kwaad er al van eeuwigheid is. Meer dan negen jaar zouden deze contacten duren.

We zullen niet in detail het leven van Augustinus volgen, maar volstaan met enkele gegevens. Na in 375 te zijn afgestudeerd gaf hij les in grammatica en daarna ook in de retorica. We treffen hem aan in zijn geboorteplaats Thagaste, in Carthago en vervolgens in Rome. Al gauw verhuisde hij naar Milaan om daar stadsretor te worden. In Milaan stond toen bisschop Ambrosius. Onder zijn prediking werden bij Augustinus allengs de bezwaren tegen de christeUjke leer weggenomen. Ook kreeg hij door het bestuderen van wijsgerige geschriften een ander inzicht in de oorsprong van het kwaad. De beslissende doorbraak in zijn leven kwam echter, toen hij ergens in Milaan een kind hoorde zingen: Tolle, lege (Neem, lees). Hij zag er een aanwijzing van God in om de Bijbel te gaan lezen. Toen hij die opensloeg, viel zijn oog op Romeinen 13 : 13 en 14: „Laat ons, als in de dag, eerlijk wandelen; niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkameren en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid; maar doet aan de Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden." Woorden die als voor hem stonden geschreven! Hij kwam er niet meer van los en zegde zijn wereldse leven vaarwel. Ook zijn werk als stadsretor gaf hij op. Op 25 april 387 het hij zich met zijn zoon Adeodatus, die uit een buitenechteüjke relatie was geboren, in Milaan dopen. De vele gebeden van Monnica waren verhoord. Weldra viel het besluit om naar Thagaste terug te keren en zich daar aan Bijbelstudie te gaan wijden. Onderweg, in Ostia, stierf echter plotseling moeder Monnica en kort daarop, in Thagaste, ook zijn zoon Adeodatus. Het verdriet bleef hem dus niet bespaard.

Toen Augustinus eens vanuit Thagaste een bezoek bracht aan de naburige havenstad Hippo Regius, werd hij op wens van het volk door bisschop Valerius tot priester gewijd. Vervolgens werd hij medebisschop van Valerius en kort daarna, toen de oude man was overleden, zijn opvolger Augustinus is tot aan zijn dood in 430 bisschop van Hippo gebleven. Hij was een toegewijde herder en leraar voor zijn kudde en de vraagbaak van velen.

De komende keer willen we iets zeggen over het boek waarmee we ons zullen bezighouden: Augustinus' Belijdenissen.

Epe

P. Vermeer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen