Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Timotheüs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Timotheüs

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUREN

Grootmoeder Loïs en moeder Eunice waren door de genade van God, van grote beteke- Tiïis voor de geestelijke vorming van zoon en kleinzoon Timotheüs. En daarin waren ze tegelijk dienstbaar aan de komst van het koninkrijk van God. Het leven van Timotheüs legt daarvan getuigenis af. Hij heeft mee mogen werken aan de verbreiding van het EvangeUe onder de heidenen. En wel als de trouwe en hooggewaardeerde medewerker van de apostel Paulus. Het gezin waartoe Timotheüs behoorde, woonde te Lystra in het zuiden van Azië. Daar ook ontmoette hij voor de eerste maal Paulus op diens eerste zendingsreis. Men neemt aan, dat zowel hij als zijn grootmoeder en moeder, toen door de prediking van Paulus tot geloof zijn gekomen. Dat gebeurde overigens onder gevaarvolle omstandigheden. De volkswoede keerde zich tegen Paulus en Barnabas. Zij werden de stad uitgedreven. Buiten de stadsmuur tuigde men Paulus met stenen zó af, dat men hem dood waande. Maar als de Heüige Geest Zich paart aan het gepredikte Woord, dan wordt alle weerstand overwonnen.

En nu was Paulus voor de tweede maal in Lystra. Barnabas heeft Paulus verlaten, maar Silas is bij hem (Hand. 16 : 1). Timotheüs was toen reeds een „discipel", een „leerling". Paulus zag in deze jongeman een geschikte vervanger van de vertrokken Barnabas. Timotheüs kwam bij de apostel over als: toegewijd, begaafd en trouw. We mogen aannemen, dat Timotheüs met vreugde in het verlangen van Paulus om hem mee te nemen, heeft ingestemd. Bezwaren tegen Timotheüs werden niet ingediend. Integendeel: de broeders te Lystra en Iconium legden een goed getuigenis over hem af (Hand. 16: 2).

Ook was een profetie over hem uitgesproken (1 Tim. 1 : 18) en hij had de goede beüjdenis afgelegd (1 Tim. 6 : 12). Dft alles werd nog versterkt door de handoplegging door het presbyterium (de kring van ouderüngen) (1 Tim. 4 : 14), en door Paulus zelf (2 Tim. 1:6). Het enige bezwaar dat de Joden nog tegen Timotheüs zouden kunnen inbrengen was dat hij door toedoen van zijn heidense vader, niet besneden was. Om deze mogelijke ergernis weg te nemen, werd Timotheüs alsnog besneden. De verwachting van Paulus, dat Timotheüs een waardig vervanger van Barnabas zou zijn, is niet beschaamd. Paulus is zijn leven lang met Timotheüs door banden van innige vriendschap verbonden geweest. Hij noemde hem zelfs: „mijn oprechte zoon in het geloof' (1 Tim. 1:2). Geen van zijn vrienden heeft ooft de plaats in Paulus hart gehad, die Timotheüs had. Het was een verhouding als van David en Jonathan.

In grote trouw en üefde heeft Timotheüs de apostel gediend. Hij heeft zijn bediening lang mogen vervullen. Tot het eind van zijn leven bleef hij standvastig in de hem opgelegde taak. 'k Wil u niet vermoeien met een droge opsomming van de verschillende streken en plaatsen waar Timo- theüs zich heeft opgehouden. Door zijn reizen met de apostel is hij bekend geworden in de centra van de oude wereld: in Klein-Azië, Griekenland, Macedonië en Rome. Vaak wordt in de brieven van Paulus de naam van Timotheüs vermeld naast die van de apostel. Ook wordt hij genoemd als medeschrijver in de correspondentie van Paulus met de kerkeüjke gemeenten. Dat is het geval in de beide brieven aan de Thessalonicensen, aan de Korinthiërs, de Kolossenzen en Filemon. Dat bhjkt uit de aanhef van de brieven. In de oudheid werd een brief niet door de afzender ondertekend. Ze ving aan met de naam van de schrijver, het adres en de groeten. Bijvoorbeeld in 1 Thessalonicensen, welke is in God de Vader en de Heere Jezus Christus."

Uté^-schrijver... ook mede-arbeider, want schreef Paulus in 2 Korinthe 1 vers 19' „want de Zoon Gods, Jezus Christus, Die onder u door ons is gepredikt, namehjk door mij en Silvanus en Timotheüs, was niet ja en neen, maar is geweest ja, in Hem." Door de genade van God heeft Timotheüs mogen meewerken, dat er op meerdere plaatsen Christeüjke gemeenten ontstonden b.v te Fihppi en Thessalonica. Al gauw ook werd Timotheüs de vertrouwde vervanger en afgezant van Paulus naar gemeenten, die de apostel niet zelf kon bezoeken en waar door allerlei minder gewenste omstandigheden, de aanwezigheid van een geesteUjk leider dringend gewenst was. Maar dan miste Paulus hem erg en verlangde naar zijn terugkomst. Hij had bij wijze van spreken, Timotheüs het hefst binnen handbereik.

Nadat Paulus voor de volkswoede uit Thessalonica had moeten vluchten, was hij bang dat de prille kerkgemeente die hij moest achterlaten, geen lang leven zou zijn beschoren. Hij zond nu Timotheüs naar Thessalonica (1 Thess. 3 : 1-3). Timotheüs kon even later aan Paulus goede tijding brengen. In 1 Thessalonicensen 3 : 6-7 schreef Paulus daarover: „Maar als Timotheüs nu van uheden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en hefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gehjk wij ook om uheden, zo zijn wij daarom broeders, over al onze verdrukkingen en nood vertroost geworden door uw geloof." Zulk een speciale zending werd aan Timotheüs opnieuw toevertrouwd, toen Paulus in de gevangenis zat en er problemen waren binnen de gemeente van Fihppi. Paulus motiveert de zending van Timotheüs aldus: „Want ik heb niemand, die even alzo gemoed is, dewelke oprechtehjk uw zaken zal bezorgen. En gij weet zijn beproeving (beproefde trouw) dat hij als een kind zijn vader, met mij gediend heeft in het evangehe". (Fil. 2 : 20, 22). Daarna werd Timotheüs naar de Korinthiërs gestuurd. Aan hen schreef de apostel: „Daarom heb ik Timotheüs tot u gezonden, die mijn heve en getrouwe zoon is in de Heere, hij zal u indachtig maken mijne wegen die in Christus zijn, gehjkerwijs ik alom in alle gemeenten leer". (1 Kor. 4 : 17). Aan de rechtstreekse samenwerking tussen Paulus en Timotheüs kwam een eind, toen de apostel tijdens een reis naar Jeruzalem gevangen werd genomen en naar Rome overgebracht. Uit de beide brieven van Paulus aan Timotheüs bhjkt, dat deze daarna als afgezant van de apostel te maken kreeg met de ernstige problemen in de gemeente van Efeze. In die persoonhjk aan hem gerichte brieven, krijgt Timotheüs van Paulus aanwijzingen voor de leiding van een gemeente onder moeihjke omstandigheden. Toen hij zijn tweede brief aan Timotheüs schreef, was Paulus m Rome van zijn vrijheid beroofd en moest hij de dood onder ogen zien. Het is een heel persoonhjke, hartehjke brief. Paulus herinnert zijn vriend en broeder, aan wat ze samen hadden moeten meemaken. In 2 Tim. 3 : 14 en 15 vermaant hij Timotheüs, dat hij bhjve in hetgeen hij geleerd heeft, niet aUeen van Paulus, maar ook van zijn grootmoeder Loïs en zijn moeder Eunice. Ook krijgt Timotheüs de opdracht: „Predik het Woord; houdt aan tijdighjk, ontijdighjk, wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoe- digheid en leer". (2 Tim. 4:2). Timotheüs was wat schuchter van aard. Deze op zichzelf niet te veroordelen eigenschap, kan in zijn werk een belemmering zijn. Daarom schrijft Paulus hem, dat de Geest Die God hun gegeven heeft: „niet is een Geest van vreesachtigheid, maar van kracht, van liefde en gematigdheid" (2 Tim. 1:7). Timotheüs moet zich daarom niet schamen voor Paulus, zijn gevangene, maar bereid zijn „mede te hjden voor het Evangehe naar de kracht van God" (2 Tim. 1:8). Hij moet niet aarzelen en beschroomd zijn, maar de genadegaven aanwakkeren, welke door de oplegging van Paulus' handen in hem is (2 Tim. 1:6). Uit dit alles büjkt, welk een zielszorger Paulus was voor zijn „geesteUjke zoon", die te beschroomd is in het werk dat hem is toevertrouwd. Waarbij wel dient bedacht, dat Timotheüs nog jong was. Aan het eind van deze brief nog deze persoonhjke noot: „Benaarstig u om voor de winter te komen" (2 Tim. 4 : 21). Ook moet hij Marcus meebrengen en de reismantel en boeken, inzonderheid de perkamenten, die Paulus te Troas bij Carpus had achtergelaten. Timotheüs is bUjkbaar ook naar Rome gegaan, werd daar gearresteerd en later weer vrijgelaten. Nog eenmaal wordt in het Nieuwe Testament de naam Timotheüs genoemd en wel in Hebreen 13 vers 23: „weet dat de broeder Timotheüs losgelaten is, met welke (zo hij haast komt), ik u zal zien."

Timotheüs was Uchamehjk niet sterk. Vooral maaghjden kwelde hem. Met het oog daarop raadt Paulus hem aan een scheutje wijn in het water te doen. In het Oosten was het drinkwater niet altijd zuiver. Wijn dus als geneesmiddel: „Drink niet langer water alleen, maar gebruik een weinig wijn, om uw maag en uw menigvuldige zwakheden" (1 Tim. 5 : 23). Volgens de traditie is Timotheüs later bisschop te Efeze geweest en is daar de marteldood gestorven. Enige terughoudendheid tegenover deze mededeUng is geboden. Het kan ook een legende zijn.

Ridderkerk

H. Hartman

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Timotheüs

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's