Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met oplegging der handen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met oplegging der handen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

aarover is tegenwoordig nogal wat te doen, de handoplegging! Vanmt de traditie van de Reformatie hebben we er altijd wat gereserveerd tegenover gestaan, maar onder invloed van de EvangeUsche beweging wordt ook onder ons steeds luider geroepen om een ruimer gebruik van de handoplegging. Was het in het verleden beperkt tot de (eerste) bevestiging van een dienaar van het Woord, in diverse gemeenten worden tegenwoordig ook ouderlingen en diakenen met handoplegging tot hun dienst ingeleid. En zelfs worden hier en daar nieuwe Udmaten bevestigd met oplegging der handen.

Telkens wordt me de vraag voorgelegd of de beshssing van de Reformatie toch niet al te voorzichtig is geweest en of we op deze manier niet een bijbels gegeven onder de tafel hebben gewerkt. En of er iets tegen zou zijn, wanneer de handoplegging wat ruimer zou worden gepraktiseerd.

Ik besef heel goed dat we hiermee een gevoelig onderwerp aansnijden en ik heb ook de wijsheid niet in pacht, maar desondanks wil ik proberen in alle bescheidenheid mijn visie ten beste te geven.

De Heilige Schrift

Het is een eerste vereiste dat we luisteren naar wat de Bijbel zegt. Daarin komt de handoplegging overigens niet zo vaak voor. We lezen soms van de Heere Jezus dat Hij bij een genezing aan zieken de handen oplegde (Markus 8 : 25). De apostelen deden het wanneer zij iemand in een ambt stelden. Wanneer in de moedergemeente van Jeruzalem zeven diakenen gekozen zijn worden deze door de apostelen de handen opgelegd (Hand. 6:6). Twee keer herinnert Paulus zijn leeriing Tiraotheüs eraan dat hij hem de handen heeft opgelegd (1 Tim. 4 : 14 en 2 Tim. 1 : 16). Daarnaast staat zijn waarschuwing aan zijn jonge medewerker: Leg niet haastig iemand de handen op (1 Tim. 5 : 22). Dat is, wat het Nieuwe Testament betreft, vrijwel alles wat over handoplegging te vinden is.

De Reformatie

De Reformatie stond van meet af aan sceptisch tegenover alles wat naar rooms bijgeloof zweemde. En juist in de kerk van Rome had de handoplegging een bijzondere, haast magische betekenis. Door middel van de oplegging der handen droeg men als het ware de genade over Geen wonder dat de houding van de Reformatie meteen sterk aMjzend was. Niet zonder moeite is er uiteindelijk in toegestemd dat de handoplegging mocht geschieden bij de bevestiging van een predikant in zijn eerste gemeente. Vandaag nog kunnen we in het formuUer een noot aantreffen: „Deze ceremonie zal men niet gebruiken bij de bevestigmg van hen die tevoren gediend hebben". Uiteraard houdt dat verband met het feit dat een predikant „levenslang" krijgt en niet, zoals de andere ambtsdragers, telkens voor een nieuwe termijn wordt herkozen. De tweede of derde bevestiging is dan ook niet een bevestiging in het ambt, maar het verbonden worden aan een nieuwe gemeente.

Geen magisch ritueel

Het kan duidehjk zijn dat de Reformatie de gedachte wilde uitbannen als zou de handoplegging een middel zijn om genade over te dragen, of iemand „op te laden" met geestelijke kracht. Zij wilde het gebruik slechts overnemen als een teken van algehele toewijding aan de ambtelijke dienst, een symboüsche overdracht van de gaven van de Heilige Geest. Daarom is de handoplegging voorbehouden aan de dienaren van het Woord, die immers zeff ook op deze manier zijn bevestigd, èn behoort zij gepaard te gaan met het Woord en het gebed.

Wanneer een kandidaat in het ambt wordt bevestigd, dan staan de aanwezige dienaren van het Woord om hem heen en spreken zij één voor één bij de handoplegging een tekst uit. En in het gebed wordt gevraagd: „Wil hem door Uw Geest hoe langer hoe bekwamer maken tot de dienst waartoe Gij hem bereid en geroepen hebt". Het is dus niet een magische handeUng, waarbij de kracht van de één automatisch op de ander overgaat, het is louter symbool van de ambtehjke overdracht.

In charismatische kringen is men de handoplegging gaan beschouwen als een ritueel op zichzelf, waarbij de ene gelovige aan de andere allerlei zegeningen kan meedelen. Los van het ambt en los van het Woord! Hij of zij die op deze manier de handen opgelegd krijgt, heeft er een prettig gevoel bij, en denkt zó te delen in de genade, of bevrijd te worden van bepaalde machten. We lezen echter nergens in de Bijbel: „Legt elkaar de handen op". En we lezen zéker nergens dat de één de ander kan opladen met geestehjke energie, alleen door hchameUjke aanraking. Dat is pure magie, die soms ook nog schadeUjke gevolgen nalaat.

Ik ben vuurbang dat zulke gedachten ook onder ons terrein winnen en om die reden ben ik uiterst huiverig voor uitbreiding van dit gebruik. We mogen op geen enkele wijze voet geven aan de gedachte dat hchameUjke aanraking een meerwaarde zou hebben boven, of zonder het Woord.

In dit verband is de geschiedenis van Simon de Tovenaar een waarschuwend voorbeeld. Hij was een magiër en bezat grote kracht, de inwoners van Samaria waren er diep van onder de indruk. Maar toen het Evangehe in Samaria kwam en toen Simon zag wat Filippus deed, en wat Petrus en Johannes deden, vroeg hij om oplegging der handen, om óók deze kracht te krijgen. Hij wilde er zelfs voor betalen! Het ging hem echter niet om de Heere, of om de gave van de Heilige Geest op zichzelf, hij wilde met kracht opgeladen worden om zelf nog méér te kunnen. Maar het oordeel dat Petrus over hem uitsprak was vernietigend...

Het aantal deelnemers

Tenslotte nog twee concrete vragen die me werden voorgelegd. De eerste betreft het aantal predikanten dat bij de bevestiging van een kandidaat deelneemt aan de handoplegging. Dat aantal is - als ik het juist inschat - de laatste jaren sterk gegroeid. Toen ik zelf werd bevestigd, nu alweer 32 jaar geleden, waren er vijf predikanten: de bevestiger, de consulent, twee ringcollega's en mijn voorganger (in die volgorde). Vandaag de dag is het geen uitzondering wanneer het er tien of nog meer zijn. Vooral wanneer de bevestiging geschiedt op een door-de-weekse dag, dan wordt Jan en alleman uitgenodigd om deel te nemen. Zelfs is me een tijd geleden een geval ter ore gekomen, waarbij aan de ringpredikanten het verzoek werd gedaan om niet mee te doen, want de te bevestigen kandidaat had al zoveel vrienden... Ik denk dat dit geen goede ontwikkehng is. Het gebeuren wordt niet plechtiger of echter, naarmate er meer predikanten aan deehiemen. Eén - de bevestiger - is voldoende om de dienaar in het ambt te stellen. De aanwezigheid en de deehiame van de consulent is vanzelfsprekend en ook kerkordehjk voorgeschreven. Wanneer daarnaast de vorige predikant of nog een paar vrienden meedoen, dan is daartegen geen bezwaar. Maar laten we het sober houden. Ook hier geldt: niet het vele is goed...

Een ouderling?

De tweede vraag luidt: mag een ouderling de handen opleggen? Dat komt tegenwoordig steeds vaker voor dat één van de broeders van de kerkenraad, soms ook de vader van de kandi daat, die ergens in het ambt staat, deeheemt aan de handoplegging. Als men het mij vraagt is mijn antwoord ontkennend. 1

In de eerste plaats hebben ouderUngen niet, zoals de predikant, „levenslang", ze worden voor een bepaalde periode gekozen. Bovendien zijn ze zelf niet bevestigd met handoplegging, kunnen dus ook geen bevoegdheid overdragen, zeker niet de bevoegdheid om Woord en sacrament te bedienen. En tenslotte is de taak van een ouderhng beperkt tot de eigen gemeente die hem tot opziener heeft gekozen. Buiten die gemeente mag hij geen ambteHjk werk verrichten.

Bij navraag blijkt dikwijls dat de motivering ontbreekt. Waarom moet een ouderhng zo nodig meedoen aan de handoplegging? Het antwoord luidt dan bijvoorbeeld dat het toch wel plechtig is, of dat het de mensen „iets doet". Ook hier wreekt zich mijns inziens het gebrek aan kennis van wat de handoplegging ten diepste inhoudt. Een symbool van de overdracht, maar gebonden aan Woord en gebed.

Bergambacht

W. van Gorsel

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Met oplegging der handen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's