Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de „opname” van de gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de „opname” van de gemeente

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLEINE KRONIEK

ffTTn toenemende mate wordt ook in kerke- (2^/ Hjke kring gesproken over de „opname" van de gemeente, een voorstelling die vanouds vooral in evangelische kringen zoals ondermeer deMaranathabeweging wordt aangetroffen. Men beroept zich hiervoor op bijbelgedeelten als 1 Kor 15:51v.; Mattheüs 24:40v. en vooral 1 Thess. 4:15v. In Centraal Weekblad gaat prof. dr K. Runia hierop in.

„Ik reed gewoon op de autoweg en plotsehng gebeurden er allerlei vreemde dingen... Auto's reden in alle richtingen... en in geen ervan zat iemand achter het stuur. Het was krankzinnig! Vol- gens mij was het een invasie van een andere planeet." Aldus een citaat in één van de boeken van de Amerikaanse theoloog Hal Lindsey. Zijn gedachten over de eindtijd maakten vooral in de jaren zeventig op veel mensen grote indruk. Stel dat het waar is, dat het duizendjarig rijk spoedig aanbreekt en dat gelovigen worden opgenomen voordat de grote verdrukking begint.

Lindsey behoort tot de zogenaamde pre-millennialistische stroming, die gelooft dat Jezus vóór (in het Latijn pre) het aanbreken van het duizendjarig rijk (millennium is het Latijnse woord voor duizend jaar) zal terugkeren. Die eerste terugkeer is echter onzichtbaar Hij zal dan alle gelovigen die op dat moment op aarde leven, ophalen en in de hemel brengen.

Daarvan is Lindsey (met vele anderen) vast overtuigd. „Op een dag. God alleen weet wanneer, zal Jezus Christus komen om al diegenen mee te nemen die in Hem geloven. Hij zal allen die waarhjk geloven in de hemel ontmoeten. Zonder gebruikmaking van de wetenschap, van ruimtepakken of interplanetaire raketten, zullen de gelovigen worden overgebracht naar een plaats die mooier en verrukkehjker is dan we ons met enige mogehjkheid kunnen voorstellen." (blz. 135)

Waarom zal dit gebeuren? Vlak vóór het aanbreken van het duizendjarig rijk zal er een korte tijd van grote verdrukking zijn. Het zal een tijd van allerlei gruweÜjke gebeurtenissen en afschuwehjke rampen zijn. Maar de Heer van de kerk wil zijn gemeente daarvoor behoeden en daarom komt Hij eerst met de al gestorven gelovige, om de gelovigen die dan nog op aarde zijn op te halen."

Het valt mij op dat het nogal eens voorkomt dat meelevende gemeenteleden deze gedachten klakkeloos overnemen. Intussen is het zo - Runia wijst daar ook op - dat de reformatorische belijdenisgeschriften nergens over een „opname" van de gemeente spreken en even­ min over een tweeërlei wederkomst. Ze kennen maar één wederkomst die het definitieve einde van de wereldgeschiedenis brengt, en zijn daarin toch echt bijbelgetrouw. Runia hierover:

„Dat zegt Jezus ook in zijn rede over de „laatste dingen" in Matteüs 24 (en Marcus 13 en Lucas 21). Maar wat betekenen dan die woorden over de twee vrouwen die aan het malen zijn en van wie de één aangenomen en de ander achtergelaten zal worden (vers 40-41)? De gewone uitleg is altijd geweest: het gaat hier over het grote oordeel dat aan het einde van de geschiedenis zal plaatsvinden, waarbij een grote „schifting" zichtbaar zal worden (vergeÜjk ook Matteüs 25:31- 46).

Het grote „geheimenis" van 1 Korinthiërs 15 : 51 en 52 slaat evenmin op de „opname". Er waren in de gemeente van Korinte mensen die niet geloofden in de opstanding aan het einde van de geschiedenis. Paulus bestrijdt dat. Hij spreekt van de laatste bazuin die op de grote dag van de wederkomst gehoord zal worden. Dan zullen alle gelovigen die al gestorven zijn onvergankeUjk, dat wil zeggen in een vernieuwd hchaam, opgewekt worden. Maar wat zal er dan gebeuren met de gelovigen die op dat moment nog leven? Die zullen in een ondeelbaar ogenbhk „veranderd" worden. „Veranderd" betekent hier dat ook het hchaam van die gelovigen vernieuwd zal worden. Want „vlees en bloed", dat wil zeggen de mens zoals hij hier op aarde leeft, kunnen het Koninkrijk Gods niet binnengaan (vers 50).

In Paulus' eerste brief aan de gemeente te Tessalonica spelen soortgehjke vragen een rol. De gemeente verwachtte dat de wederkomst spoedig zou plaatsvinden. Sommige leden van de gemeente waren echter al „ontslapen", dat wil zeggen gestorven. Zullen die mensen de wederkomst dan mislopen? Paulus ontkent dat. Hij zegt dat als Jezus terugkomt, bij het geklank van een bazuin (hetzelfde beeld als in 1 Korintiërs 15), deze gestorven gelovige eerst opgewekt zullen worden. Daarna zullen de gelovigen die op dat moment op aarde leven, samen met hen „in een oogwenk" (vergelijk het „in een ondeelbaar ogenbük" in 1 Korintiërs 15) weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht". En zó zullen we allemaal altijd bij de Heer zijn.

Dit zijn nogal moeiüjke woorden. Maar één ding is wel duidehjk; het gaat hier niet om een „eerste" wederkomst, die na het duizendjarig rijk gevolgd zal worden door een „tweede" wederkomst. Het gaat hier om de ene, grote wederkomst, die het einde van de ons bekende geschiedenis zal inluiden. NadrukkeUjk zegt de apostel dat de op dat moment op aarde levende gelovigen niets vóór hebben op de gestorven gelovigen. Ze zijn er allen bij betrokken: de gestorvenen krijgen een vernieuwd lichaam in de grote opstanding en de levenden worden „veranderd" en krijgen zo ook een vernieuwd Hchaam. En samen worden ze dan „in een oogwenk" weggevoerd, de Here tegemoet in de lucht."

Mijns inziens geeft Runia hier in alle eenvoud een zuivere uitleg van de betreffende bijbelgedeelten. Uitzien naar Jezus' komst in heerlijkheid betekent uitzien naar de definitieve voltooiing van de geschiedenis en het aanbreken van het eeuwige rijk Gods. Tegelijkertijd ben ik het van harte eens met ds. Chn van Andel uit Amsterdam die in Visie in een tweegesprek met mr H. Medema opmerkte: „De komst van de Heere Jezus, daar gaat het om. Daarom is het ook niet van zo'n ongelofelijk groot gewicht welke visie je er op na houdt. De wederkomst van Jezus is punt één, de weg daarnaartoe punt twee. Maar ik vind het voor de kerk wel uitermate belangrijk om toch de Schrift goed te onderzoeken om te kijken van: hoe zal het gaan? We zien in een spiegel als in raadselen, maar we hebben wel de opdracht om zover mogelijk te zien. Om de gemeente toe te rusten, te mobiliseren en te bewapenen."

Veenendaal J. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Over de „opname” van de gemeente

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's