Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Barnabas (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barnabas (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUREN

) ver Barnabas lezen wij in de Handelingen van de Apostelen en een enkele maal in de Brieven van de Apostel Paulus. Hij is één van de meest belangrijke medestanders en medestrijders van Paulus geweest. En dat zowel naar inzet als naar aanzien. Zozeer was dat het geval, dat hij later Apostel genoemd wordt, evengoed als Paulus (Hand. 14:4, 14).

Zijn eigenüjke naam was Joses of Jozef, Hij was van Joodse afkomst, een Leviet, maar was geboren in Cyprus. Hij behoorde dus tot de Diaspora- Joden, de Joden in de verstrooiing. Later is hij in Jeruzalem. Daar woonde ook zijn tante, Maria, moeder van Johannes Marcus (Hand. 13 : 12, vgl. Kol.4:10).

De stroom van de Heiüge Geest, die sinds de Pinksterdag, zo rijkelijk stroomde, heeft ook Barnabas bereikt. Hij werd toegebracht tot de Gemeente des Heeren. De Apostelen zagen al spoedig in hem een man van bijzondere gaven. Dat bleek uit de woorden die hij sprak. Ze veranderden nu zijn naam. Jozef werd Barnabas. Barnabas, dat is: „zoon der profetische toespraak of vermaning", of: „zoon der vertroosting" (Hand. 4 : 36). In Handelingen 13 vers 5, wordt hij uitdrukkeUjk een profeet genoemd.

We treffen Barnabas voor het eerst aan in de kring van de gelovigen, kort na de uitstorting van de Heihge Geest. Wat een ideale Gemeente wordt ons getekend. Het was een gemeenschap, met elkaar verbonden in onderUnge liefde. Weet u wat het zo echt maakte? Dat hun beurs geen belemmering vormde om de Hefde tot elkander in daden om te zetten. Toen hun hart openging, bleef hun portemonnee niet dicht. Op basis van vrijwiUigheid, verkocht men dingen en de opbrengst ervan overhandigde men aan de Aposte­ len. En men deelde uit naar behoefte. Eén van de eersten die een bijdrage leverde was blijkbaar Barnabas. Althans wordt hij met name genoemd. Barnabas had in Jeruzalem een akker, een sUikje grond. Hij verkocht dit en legde de opbrengst ervan aan de voeten van de Apostelen. Hij deed dit, omdat hij vol was van de Heiüge Geest. Lukas noemt hem „vol van de Heihge Geest en van geloof' (Hand. 11 : 24). Hij het zich in alles door de Heihge Geest leiden. En in een brief tekenen de Apostelen hem en Paulus samen als mannen, „die hun zielen (of leven) hebben prijsgegeven of veil gehad voor de naam van onze Heere Jezus Christus" (Hand. 15 : 26). Hij was ook een: „goed" man. Had een aangenaam karakter. Hij was geen doordrijver, maar had een zachtmoedige geest en was steeds bereid om tussen partijen te bemiddelen. Hij vormde een schakel met de moedergemeente in Jeruzalem: hij is de band tussen een Joodse en een heidense Gemeente, tussen Jeruzalem en Antiochië.

Saulus' bekering

Men heeft Barnabas ook genoemd: „de vriend van hen, die zonder vrienden zijn". Dat heeft hij zich inderdaad betoond, nadat Saulus op de weg naar Damascus door Christus gegrepen werd, en het geloof ging prediken, dat hij eertijds trachtte te verwoesten. Die bekering van Saulus betekende een radicale omkering in zijn leven. Deze vijand van God en van Christus en van Zijn volk, was veranderd in een vriend! Door Hem, van Wie we zmgen: „Hij is het Die ons Zijne vriendschap biedt." Wie vroeger zijn vrienden waren, zijn nu zijn vijanden. En die vroeger zijn vijanden waren? Mocht Saulus niet verwachten, dat die, verwonderd over de genade van God, hem met open ar- men zouden ontvangen als hun broeder in de Heere? Dat kon hij wel vergeten! Ze waren bang voor hem. Ze wantrouwden hem. Ze konden niet geloven, dat deze wolf was veranderd in een lam. Ze zagen hem veeleer als een wolf in schaapskleren. Saulus poogt zich bij de discipelen te voegen: „maar zij vreesden hem allen, niet gelovende dat hij een discipel was" (Hand. 9 : 26). Daar staat Saulus, teleurgesteld en ontmoedigd. En dan heeft Barnabas de moed om de zaak onder ogen te zien. Hij is de eerste die niet twijfelt aan de oprechtheid van Saulus' bekering: „maar Barnabas hem tot zich nemend, leidde hem tot de Apostelen en verhaalde hun, hoe hij op de weg de Heere gezien had, en dat Hij tot hem gesproken had; en hoe hij te Damascus vrijmoedig gesproken had in de naam van Jezus" (Hand. 9 : 27, 28). En het tekent de invloed van Barnabas, dat hij door het verslag van het gebeurde, de schuwheid van de anderen weet weg te nemen. „Zijn bemoeienis met Paulus bezorgt aan de Gemeente haar grootste zendehng van alle eeuwen" (A. van Veldhuizen). Dat er althans iemand hem begreep en vertrouwde, moet Paulus heel goed hebben gedaan. Wegens gevaar voor zijn leven moet hij de stad verlaten en gaat hij via Cesarea naar zijn geboortestad Tarsus. Hij gaat weer tenten maken.

Zegen in Antiochië

Na de steniging van Stefanus, ontstond een vervolging van de Christenen. Vele gelovigen zochten hun heil in de vlucht. Ze gingen naar Fenicië, Cyprus en Antiochië (Hand. 11:19 v.v.). Sommigen van die vluchteUngen vertrokken weer van Cyprus en Cyrene en gingen naar Antiochië. Hier kwamen ze ertoe, om het EvangeUe te brengen aan de heidense Grieken (Hand. 11:20). Zozeer werd hun prediking door de Heere gezegend, dat er in Antiochië een bloeiende Gemeente ontstond van bekeerde Joden en heidenen. „En de hand des Heeren was met hen en een groot getal geloofde en bekeerde zich tot de Heere" (vers 21).

Barnabas wordt vanuit Jeruzalem naar Antiochië gezonden. Hij moet gaan onderzoeken wat daar precies aan de hand is en de geesten beproeven of zij uit God zijn. En wat Barnabas in Antiochië aantreft, vervuft hem met grote bhjdschap...: „dewelke daar gekomen zijnde, en de genade Gods ziende, werd verbhjd en vermaande hen allen, dat zij met een voornemen des harten bij de Heere zouden bhjven" (Hand. 11:23). Barnabas gaat niet haastig met zijn verslag naar Jeruzalem terug. Er moet in Antiochië verder gehandeld worden. Hier is werk voor hem. Hij grijpt het dankbaar aan. Na enige tijd wordt het hem duideüjk... hier is werk voor twee. Dan herinnert hij zich Saulus. Dat is de man die hier kan helpen. Hij gaat naar Tarsus, vindt de gezochte, en keert met hem terug naar Antiochië. Ze werken daar een heel jaar samen. De Gemeente breidt zich uit. Het wordt in de stad merkbaar, dat er naast het Jodendom iets nieuws gekomen is. Dat nieuwe moet een naam hebben. „Christenen" noemt men hen, mensen die het altijd over een zekere Christus hebben (Hand. 11:26). Als in de winter van 45/46 de Gemeente in Jeruzalem te Ujden krijgt door hongersnood, wordt in Antiochië een inzamelingsactie op touw gezet voor de getroffen broeders en zusters in de moedergemeente. De opbrengst ervan wordt door Barnabas en Saulus in Jeruzalem afgedragen (Hand. 11 : 29, 30). Weer teruggekeerd, zetten zij het werk in Antiochië met volle toewijding voort. Steeds inniger worden Barnabas en Saulus aan elkaar verbonden. Het zijn intieme vrienden en geestverwanten. Zij vullen elkander voortreffeUjk aan: de Leviet en de Schriftgeleerde.

Zendingsreis

Dan komt het moment, dat de Heere mensen in Zijn dienst roept, om het EvangeUe wereldwijd te prediken aan de heidenen. Barnabas en Saulus worden door de Heiüge Geest afgezonderd om als zendehng af te reizen. „Zondert Mij af Bama- bas en Saulus tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb" (Hand. 13 : 2). Ze zijn gekozen en worden uitgezonden door de Heilige Geest. Waarheen zouden ze gaan? Mannen van Cyprus hadden het eerst het Evangelie in Antiochië gebracht (Hand. 11 : 20). Bovendien... Barnabas was van Cyprus afkomstig en er dus goed bekend. Het besluit valt: .. eerst naar het eiland Cyprus. Op deze reis gaat ook Johannes Marcus, de neef van Barnabas, als helper mee. Het zou te ver voeren om hen stap voor stap te volgen op hun tocht naar de landen waar ze bekend waren: naar Cyprus en de westelijke grensgebieden van Tarsus. De drie mannen schepen zich in naar Cyprus, naar de haven van Salamis. Aan land gegaan, reizen zij van oost naar west.

(wordt vervolgd)

Ridderkerk

H. Hartman

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Barnabas (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's