Het Lam op de troon

, Want het Lam dat in het midden van de troon is, zal hen weiden." (Openb. 7 : 17a)

I p het stille eiland Patmos mag Johannes getuige zijn van de viering van het Loofhuttenfeest. Voor Israël was dat een herinnering aan de tocht door de woestijn. Maar daarboven viert de schare van 144.000 óók het Loofhuttenfeest. Want de feestgangers dragen witte kleren. Ze hebben palmtakken in hun handen. En ze zingen het Ued van de verlossing.

Bij het Loofhuttenfeest behoren toch tenten? Ja, die zijn er ook. Want Die op de troon zit zal hen overschaduwen. Letterhjk: zal Zijn tent over hen uitspreiden. En op het Loofhuttenfeest werd gezongen: Gij zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils. Die overvloed is hier ook: ze zullen niet meer hongeren en ze zullen niet meer dorsten. En het middelpunt van alles is het Lam. Het Lam midden in de troon.

1. Het Lam dat geslacht is

Het is niet voor de eerste keer dat Johannes het Lam ziet. Het was immers ook het Lam dat het boek in handen genomen had om de zegels te verbreken?

Nu komt dat Lam terug. Als Leidsman nog wel, om de kudde te weiden.

Het Lam... Elke Israëliet dacht daarbij aan de Paasnacht toen de verderfengel door Egypte ging, maar alle huizen voorbijging waar het bloed van het Paaslam aan de deur zichtbaar was. En hij dacht aan de vele, vele lammeren die later werden geofferd tot verzoening van de zonde. Alles wees heen naar, alles wachtte op hèt Lam dat in de wereld komen zou. Zie, het Lam Gods...

Er is een Lam dat bloedt... Maar het moest niet nodig geweest zijn! Want dat Lam bloedde als gevolg van onze zonden. Maar zo groot was Gods liefde dat Hij Zijn Zoon gaf. Het onbevlekte en onbestraffelijke Lam. En zo heeft Hij de zonde verzoend, de schuld betaald, de dood overwonnen. Als een Lam ter slachting geleid. En om de overtreding van Mijn volk is de plaag op Hem geweest.

Maar in Zijn verhoging bUjft Hij nog het Lam. Hij is met Zijn eigen bloed ingegaan in het heiMgdom. Hij doet ons, hoe met schuld beladen, verzoend voor het oog des Vaders treden. En tot in alle eeuwigheid zal het de lofzang zijn van de schare rondom de troon: Het Lam dat geslacht is, is waardig te ontvangen alle lof, eer, aanbidding en dankzegging.

Kent u het Lam? Hebt u het bloed van dat Lam nodig gekregen? Dat bloed wordt ons verkondigd tot een volkomen verzoening voor alle zonden.

De wereld wordt alleen geïmponeerd door alles dat groot en sterk is. Wie kan er iets beginnen met een zwak en weerloos Lam? Wie ziet er iets in dat Lam? Wat moet ik met Jezus doen?

Maar eenmaal zal de Heere vragen: wat hebt u met Mijn Lam gedaan? Had u Hem niet nodig? Was Zijn bloed niet toereikend?

Maar zij die zitten aan te kijken tegen die berg van schuld... Zulk een last van zonde en plagen... Die krijgen dat Lam nodig. Wat een wonder, dan te mogen geloven: Toen kwam het Lam dat mijn zonden op Zich nam. Ineens is dat zware pak weg. De Heere deed al mijn ongerechtigheid op Hem aanlopen. Door een schijnbare nederlaag heen heeft dat Lam de volkomen overwinning behaald.

2. Het Lam dat Koning is

Het Lam is in het midden van de troon. En de troon is de zetel van een Koning. Symbool van macht en majesteit.

Die troon is gevestigd in de hemel. Waar alles doortrild is van heiligheid en van heerUjkheid.

Tot die troon kunnen we niet naderen. Wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op de berg van Uw heiligheid? Niemand toch?

Maar nu is de troon van het gericht een troon der genade geworden. En we worden genodigd met vrijmoedigheid toe te gaan tot die troon. Omdat het Lam daar is. Het Lam dat voor die troon geleden en gestreden heeft. Om de vreugde die Hem voorgesteld was heeft Hij het kruis verdragen en schande veracht en is gezeten aan de rechterhand van de troon van God.

Het Lam is in het midden van de troon. Dat wil zeggen dat Hij gehjke eer, macht en waardigheid geniet als de Vader en de Heilige Geest. Hij heeft het geen roof geacht aan God gehjk te zijn. Hij is God uit God en Licht uit Licht. In Hem woont al de volheid der Godheid hchamehjk.

Hij zit op de troon. Dat betekent ook dat Hij alle macht heeft. Wanneer Stefanus gestenigd wordt, dan ziet hij de hemel geopend en Jezus staande aan de rechterhand van God. Wanneer Petrus in de gevangenis zit wordt er een engel gezonden om hem te verlossen. Alle vijanden hggen verslagen aan de voeten van het Lam.

Het Lam is in het midden van de troon. Dat wil ook zeggen dat de troon aan alle kanten toegankehjk is. Als het Lam aan één kant van de troon zat dan zou iemand kunnen denken dat er van de andere kant geen toegang was. Maar waar we nu ook wonen en hoe vèr we ook van de troon verwijderd zijn. Hij roept ons vanaf Zijn troon toe: komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt...

Nu zullen ze komen, van het oosten en van het westen en van het zuiden en van het noorden. De één langs deze, en de ander langs die weg. Maar Hij is voor niemand onbereikbaar.

Maar nu het Lam in het midden van de troon is, nu kan ook niemand meer tot God naderen dan door het Lam. God heeft Hem gegeven tot een Vorst en Zaligmaker En niemand komt tot de Vader dan door Hem.

U kunt het op andere manieren proberen, maar het zijn sluipwegen, waarop u zult omkomen. De Heere zal zeggen: u wist toch dat het Lam in het midden van de troon is? En het Lam zal eenmaal toornen over allen die het Evangelie ongehoorzaam zijn geweest.

Wat een troost, dat het Lam in het midden van de troon is. Voor hen die tot God zouden willen komen, maar die beven en sidderen voor Zijn heihgheid. Als we het Lam zien durven we dichterbij komen. God vindt in gunst en niet in wraak Zijn lust. Wat een troost ook voor de gemeente van Christus in het strijdperk van dit leven. Hij is in alle leed tot onze hulp gereed. Hij heeft overwonnen en in Hem zijn we meer dan overwinnaars.

3. Het Lam dat Herder is

Het Lam zal hen weiden. Merkwaardig, een Lam dat weidt. Lammeren moeten zelf geweid worden! Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, de zogenden zal Hij zachtjes leiden.

Maar hier weidt het Lam Zelf. Het Lam dat geslacht is en dat ook Herder is. De grote Herder der schapen, Die uit de doden wedergebracht is.

Een landeüjk, bijna een idyUisch beeld een herder met een kudde schapen... Je moet ze gaan zoeken. Ze passen nauweUjks meer in onze verzakehjkte tijd.

En toch is dat het beeld van de leiding en de verzorging van de gemeente van Christus. Jezus is de goede Herder. En allen die op Hem hopen en bij Hem behoren zijn de schapen van Zijn weide.

Die grote kudde zal straks eeuwig door Hem geleid worden naar de levende fonteinen der wateren. Maar dat begint hier en nu. Alle schapen die straks thuis zullen komen in de schaapskooi, die hebben het hier geleerd: de Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden, Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil.

Gelukkig dat deze Herder er is! Want soms is de kudde overgeleverd aan huurUngen die zich niet om de schapen bekommeren. En de onderherders doen het dikwijls ook verkeerd. En de schapen zijn dwaalziek. Maar het Lam, de Herder, weet wat de schapen nodig hebben. Hij leidt ze verstandig, Hij doet ze ingaan en uitgaan en weide vinden. Hij leidt ze ook krachtig, met vaste hand. Hij haalt ze telkens weer terug van dwaalwegen. Hij weidt ze met overvloed, want Hij is gekomen opdat ze leven en overvloed hebben. En al die overvloed komt de schapen toe uit de troon van God, waar het Lam is, met de volheid van Zijn genade. Al dat voedsel heeft het Lam verdiend door Zijn bitter hjden en sterven.

Bent u een schaap van die Herder? Behoort u bij de kudde die hier geleid en geweid wordt en straks voor de troon zal zijn? De vraag is of de weide u dierbaar is. Of u leeft bij het Woord. Of uw hart opengaat als dat Lam u verkondigd wordt.

Want de schapen kunnen onderhng nog zoveel verschillen, maar ze kennen allemaal de stem van de Herder, van het Lam dat hen weidt. Zeg mij aan, vraagt de bruid, waar Gij weidt, waar Gij de kudde legert...

Dan is er bij tijden ook het verlangen naar dat hemels Loofhuttenfeest, wanneer het Lam in het midden van de troon, die kudde nog zal weiden. Dan zal Hij ons nooit meer hoeven weg te halen van onze dwaalwegen om ons te brengen in het rechte spoor. Dan zullen de schapen nooit meer honger en nooit meer dorst hebben. Verzadiging van vreugde is voor Uw aangezicht.

Hem zij de glorie, want Hij die overwon Zal nooit verlaten wat Zijn hand begon. Hallelujah, geprezen zij het Lam, Dat de schuld der wereld op Zich nam.

Bergambacht

W. van Gorsel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen