Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vernedering en verhoging (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vernedering en verhoging (I)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Zo zullen alle bomen van het veld weten dat Ik, de HEERE de hoge boom vernederd heb, de nederige boom verheven heb, • de groene boom verdroogd en de droge boom bloeiende gemaakt heb. Ik, de HEERE, heb het gesproken en zal het doen."

Ezech. 17 : 24

et gaat hier in dit gedeelte van de woorden van Ezechiël over een werk van God, dat in onze ogen heel vreemd en eigenaardig kan zijn. Wat gebeurt hier eigenlijk? Wat gaat de HEERE nu precies doen? Waar zou u aan denken als hier staat, dat Hij hoge bomen zal vernederen en nederige bomen zal verhogen? We zullen proberen in het oog te krijgen waar het concreet om gaat. Intussen is het wel een steeds terugkerende gedachte in de Bijbel: wat hoog is, wordt door de Heere neergeworpen. Wat nederig is, wil Hij verhogen. Dat is een doorgaande hjn in de Schrift. De dingen zijn in het Koninkrijk Gods vaak zo geheel anders dan in onze gedachten en voorstellingen. Zei de Heere Jezus het niet meer dan eens: wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden?

Wat niet gelukt

Ezechiël profeteert dat de Heere wonderhjk en ongedacht zal werken. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk zien we dat de profeet een beeld, een gehjkenis gebruikt. EigenUjk wordt gesproken van een raadsel. De profeet legt een raadsel voor aan het volk. De bedoehng is wel duideUjk: de man Gods wil de aandacht van het volk trekken, opdat ze ingespannen zullen luisteren naar de woorden Gods. De Oosterhngen hielden in het algemeen veel van raadsels. Dat Simson een raadsel opgaf, was zeker niet ongewoon. U mag het ook zo zeggen: de HEERE doet er alles aan dat het volk zal horen naar Zijn Woord. Besteedt de Heere vandaag aan u en mij trouwens ook niet veel werk, opdat wij waarachtig horen zullen?

Er was eens een adelaar.. Een machtig, indrukwekkend dier, groot en mooi. Hij vloog naar de Libanon en plukte het bovenste takje van een hoge ceder Vervolgens bracht hij het takje in een land van koophandel. Daarna kwam de adelaar terug, nam van het zaad van het land en plantte dat in een zaadakker. Er was een goed bewerkt en vruchtbaar stuk land en daar legde de adelaar dat zaad, dat stekje in. De bedoeling was dat het zou worden tot een wijnstok die straks zijn vrucht zal geven. Aanvankelijk leek dat ook wel te gelukken. Er kwam groei, er ontstond een forse wijnstok. Totdat er een tweede adelaar kwam, ook wel groot maar niet zo mooi als de eerste. Wat gebeurde er? De wijnstok ging van de tweede adelaar meer verwachten dan van de eerste. Hij richtte zijn ranken op die tweede adelaar. Hij leverde zich als het ware uit aan de tweede adelaar. Nu een vraag van de Heere, tegeüjk het raadsel dat de profeet opgeeft aan het volk: zal het gelukken, zal het de wijnstok goed gaan? Zal hij zijn vruchten voortbrengen? De vraag naar de betekenis van dit alles dringt zich natuurUjk aan ons op. Ezechiël geeft er de uiüeg, de oplossing van het raadsel bij. De eerste adelaar is de koning van Babel, Nebukadnezar Hij neemt het takje van de ceder en brengt het in een land van koophandel. Hij komt vanuit zijn land met zijn leger en voert koning Jojachin met een deel van het volk in bal- Ungschap. Ook de profeet Ezechiël wordt met die (eerste) wegvoering naar Babel gebracht.

Daarna komt de adelaar terug om het zaad, het stekje in de zaadakker te leggen. Nebukadnezar komt terug en maakt één van de leden van het huis van David, Zedekia, tot koning. Deze Zedekia is daarmee een vazal van Nebukadnezar. Koning mag hij zijn, maar dan wel een koning die met handen en voeten aan de koning van Babel gebonden is. Zedekia stemt daarin toe en hij belooft dienaar van Nebukadnezar te zijn.

Wat gebeurt er? De wijnstok groeit voorspoedig. Intussen komt er een tweede arend en de wijnstok gaat zich helemaal op die tweede arend richten. Bij wijze van spreken met wortel en tak. De wijnstok geeft zich aan hem over, levert zich uit. Koning Zedekia heeft zijn woord van trouw gegeven aan Nebukadnezar. NadrukkeUjk en plechtig heeft hij zich aan de koning van Babel verbonden. Wat doet hij echter? Als de tweede arend op het toneel verschijnt, geeft hij zich aan die vogel over Bij die tweede arend hebben we te denken aan de koning van Egypte. Minder groot en minder machtig dan de koning van Babel. De wijnstok wil Egypte gaan dienen en zich daarmee losmaken van Babel.

Is dat nu zo erg wat Zedekia doet? Nebukadnezar is toch ook niet zo'n volmaakte koning, nog minder een heihge. Dat zal waar zijn, maar Zedekia is ontrouw op een gruwehjke manier. Hij vertrapt het verbond dat hij sloot met Nebukadnezar. Hij pleegt woordbreuk. Is hem dat tot heil? Zal de wijnstok voorspoedig verder groeien en zijn vruchten geven? Nee, volstrekt niet! Het raadsel is opgelost: het gelukt niet! Ezechiël moet verkondigen dat de Heere de woordbreuk van Zedekia zwaar aanrekent. Zedekia stelt een onheihge daad van ontrouw.

Een paar dingen kunnen ons opvallen. Zo komt hier naar voren dat Ezechiël aan pohtiek doet. De profeten laten zich in de Naam des Heeren ook uit over het maatschappeHjke en pohtieke leven. Gods Woord gaat toch over het hele leven! Dat heeft ermee te maken dat bekering het hele leven van een mens raakt, geen terrein ongemoeid laat. Dacht u dat Gods oog niet zou zien hoe wij wandelen in ons gezin, op ons werk, in de maatschappij? Dacht u dat de Heihge Geest, als Hij mensen herschept, bepaalde terreinen ongemoeid zou laten? Ook de machthebbers van de volken hebben te doen met de levende God. Dat geldt ook onze overheid. Wie lust heeft om de Heere te vrezen, zal dat begeren in het héle leven. Verder rekent de Heere het Zedekia heel zwaar aan wanneer hij woordbreuk pleegt en ontrouw is. Er is sprake van een groot kwaad in Gods oog. Zedekia zal dan ook zwaar geslagen worden door Gods hand. God haat ontrouw. Overal en op alle levensterreinen. Woordbreuk in het zakenleven is Hem een gruwel. Wat zou u denken van ontrouw in de verloving en ontrouw in het huweÜjk? Zou God het door de vingers zien? Een woord voor Gods aangezicht gegeven mag wel heel zwaar wegen. Natuurhjk weten we allemaal dat er ontzaghjk moeihjke situaties kunnen ontstaan en dat er zelfs grond voor een echtscheiding kan zijn. Intussen is en büjft de hoofdregel dat een gegeven woord ook een gegeven woord is en bhjft voor Gods aangezicht! Woordbreuk in het dagehjks leven, of dat nu is op het werk, in de kerk, in het gezin of waar dan ook, wordt door de Heere zwaar bezocht. Hij haat het! Gods eer en Gods wil is hier in het geding.

Het huis van David

Intussen betekent dit alles dat het er ellendig voorstaat met het huis van David. Zedekia zal een ellendige dood sterven door de hand van Nebukadnezar. Maar wat wordt er dan van het werk van God? De wijnstok - hij beloofde vrucht te dragen! - zal worden uitgerukt. Wat een koning, die Zedekia! Een hopeloos geval. Wat eens een bloeiend koninküjk huis was, het huis van David, dat wordt bij Zedekia tot een vervallen hoop.

De heidenen halen er hun schouders over op. "Och, Juda en zijn koning... Dat steft vandaag toch niets meer voor. Is er dan nog een huis van David? " Hoongelach khnkt. Zedekia wordt weggevoerd. Het laatste wat zijn ogen zien, is N.B. dat zijn zonen gedood worden door de soldaten van Nebukadnezar. Is dat het laatste van het huis van David? Maar dan is de grote vraag: is dat het laatste van het werk van God? ! Een vraag die de vromen van Israël raakt tot in het diepst van hun ziel. De vraag die vandaag zo diep kan raken: Heere, hoe is het met... Uw werk, met Uw Naam?

Als dit alles hier in Ezech. 17 nu het definitieve oordeel van God is over Zedekia en over Davids huis, wat moet er dan worden van Zijn werk? Ik weet niet of de voortgang van Gods werk zwaar weegt bij u, een zaak van bidden en smeken is voor u. Voor psalmdichters en profeten is het in- tens bitter wanneer Gods werk gestuit en gebroken lijkt te worden. Hunkert u naar de voortgang van Gods werk in uw directe omgeving, in de kerk, onder ons volk? Wat kan hier ook een strijd liggen in het persoonUjk leven. Zijn er geen momenten in het leven van de Zijnen, waarop alles lijkt vast en dood te lopen? Momenten waarop ik op mijn nulpunt sta voor God en er werkeUjk niets in mij is om mezelf te redden. Niets!

Wat staat er in onze tekst? God vernedert de hoge boom. Dat bÜjkt bij Zedekia. Het zal ook blijken bij Nebukadnezar Maar Hij doet meer: de nederige boom wordt door Hem verhoogd. In vs. 22 en 23 bhjkt er meer van. De HEERE zal ook een takje nemen uit de top van de hoge ceder Een teer takje. Zo op het eerste gezicht geef je er niets voor De HEERE neemt het echter en plant het op de hoogte, op een berg. We hebben te denken aan de berg Sion. Daar wordt het takje geplant en dan gebeurt er een machtig wonder Het takje loopt aan alle kanten uit. Er komen takken die op hun beurt weer vruchten dragen. Er groeit een machtige ceder. Allerlei vogels vinden een plaats van beschutting in de takken. Ze vinden rust en schaduw onder de ceder.

Aan Wie zou u denken bij deze woorden? Het is ook een takje van diezelfde ceder. Iemand uit het huis van David, de Heere Jezus Christus. Wat een hopeloos geval met Zedekia en met het huis van David in zijn dagen. Hoe kan hier nog iets van terecht komen? Dan weet God wel een andere Koning te geven! Ook in dit Schriftgedeelte vinden we een treffend voorbeeld van die altijd-nieuwe les: niemand werkt als God! Daden als Zijn grote daden treft men nergens aan. Dat hed wordt door de profeten in allerlei woorden bezongen. Dat is een boodschap waar in de loop der eeuwen mensen door aangegrepen worden, versterkt, bemoedigd. Juist als de HeiHge Geest alles uit handen wringt en mensen tot goddelozen maakt voor Gods aangezicht. Juist als bhjkt dat alles buiten het werk van God gebroken wordt. Ik heb het sterke vermoeden dat deze boodschap u raakt, wanneer u ervan weet om als een machteloze voor God te staan. Waar niets is, daar weet deze God in Christus alles te brengen! Dat is iets om over te mediteren en dan vooral wel als u gezet wordt door de Heihge Geest in de hoek van de tollenaar Waar niets is... daar brengt Hij... alles! In Christus, de grote Koning. In Hem is gerechtigheid voor goddelozen. Macht voor machtelozen. Wijsheid voor verdwaasden.

Wie bent u voor God? Wie is Christus voor u?

Lunteren

M. Goudriaan

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Vernedering en verhoging (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's