Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herders hoorden een nieuw lied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herders hoorden een nieuw lied

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM KERST

-f r * an alle christelijke feestdagen wordt \ / dat van Kerst het meest bezongen. Ge- - * boortedagen zijn vreugdedagen. Zou dan de geboorte van de Zahgmaker ons niet moeten verheugen? Zing maar van het heil in Hem verschenen, maar houd in het zingen maat. Selecteer. In veel Kerstüederen is de romantiek volop aanwezig. De zoetigheid druipt er van af. Met de realiteit van het kerstgebeuren heeft het weinig van doen. Eén van de meest gezongen Mederen is naast „Stille nacht, heihge nacht", het: „Ere zij God". Het zal u bekend zijn, dat dit kersthed gebaseerd is op Lukas 2 vers 14. Of het een juiste interpretatie is van dit Schriftwoord wordt door sommigen betwijfeld en door anderen ontkend. Hoe dit zij, we zingen erin na, wat engelen in de kerstnacht hebben voorgezongen. Dit Üed, gezongen in het veld van Efratha, zou het „Eerste Kerstlied" genoemd kunnen worden. We gaan naar dit hed luisteren, maar geven eerst aandacht aan de herders, die als eersten dit hed hoorden.

De herders

Het gevaar bestaat, dat we ons van deze herders een verkeerde voorstelling maken. Dat we het beeld voor ogen hebben van de herder, zoals die op de al dan niet paarse heide van de Veluwe, in alle rust zijn kudde weidt, om in de avond, al even kalm, de schapen weer de schaapskooi in te drijven. Het waren al evenmin de „herdertjes die bij nachte in het veld lagen" zoals een kersthed ons wil wijsmaken. De herders in Oud-Israël waren ruige, stoere mannen. Gehard door weer en wind, moesten zij onder soms moeihjke omstandigheden, hard werken om de kost te verdienen. Niet alleen bij dag, maar ook bij nacht, moesten zij hun werk verrichten. Ze moesten waken, opdat de kudde niet werd aangevallen door wilde dieren en rovers. Deze ongeletterde, geringe heden, schrokken er niet voor terug, om als dat nodig was, met hun stok een wolf die de kudde lastig viel, de kop in te slaan. Zwaar en gevaarhjk was hun werk.

Ook in Lukas 2 treffen wij ze aan in de nacht. „En daar waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde" (Lukas 2:8). Bedoeld zijn de steppen van Judea. Ze hadden in de wereld van die dagen geen goede naam. Met name bij de Parizeen en Schriftgeleerden hadden ze een slechte reputatie. Ze zagen hen als rovers. Voor de rechtbank werd hun getuigenis niet aanvaard. Overigens bUjkt uit alles, dat deze herders wisten van de Messias die door de profeten aan het volk beloofd was. Stillen in den lande, die verlangend uitzagen naar Zijn komst. Ongetwijfeld hebben zij tijdens hun lange nachtwake bij de kudde, daarover gesproken. Maar zie nu het wonder, dat juist aan deze gewone, niet geachte mensen, de büjmare zal worden verkondigd van de geboren Zahgmaker. Iemand omschreef het aldus: „Doch de geringe schaapherders die uitgestoten zijn van de gerechtshoven der Parizeen, zij zijn het, die binnengaan in het koninklijk hof van de pasgeboren Zoon van David en daartoe uitgenodigd worden door de hemelse hoveUngen van de Allerhoogste". Niet aan de vorsten en priesters van Israël, maar aan deze gewone, niet geachte mannen, zal als eerste het bUjde nieuws worden verkondigd van de geboorte van de Zahgmaker. Bij God is geen aanneming van de persoon. Ook aan de armen wordt het Evangehe verkondigd.

Wie was het, die het heerhjk Evangehe kwam brengen aan de herders? Niemand minder dan een engel, door de heerhjkheid van God omschenen. Waarschijnhjk is het de engel Gabriel geweest. „En zie, een engel des Heeren stond bij hen en de heerhjkheid des Heeren omscheen hen en zij vreesden met grote vreze" (Lukas 2 : 10). Plotsehng wordt in de velden van Efratha het duister van de nacht verdreven door een felle lichtglans, die hen verbhndt en de nachtehjke stilte verbroken door een sprekende engel. Grote vrees schoot deze ruwe herders in de benen, nu een bode van God bij hen staat. „Als God tot de mens komt, denkt deze altijd, dat God komt om hem te verderven, want hij gevoelt zich zondaar. Maar God komt tot de gelovige nooit, dan om hem te zegenen" (da Costa). Luther heeft gezegd: „Zij die vrezen moeten, vrezen niet, en zij die niet moeten vrezen, vrezen".

Neen, de herders behoeven niet te vrezen. Er is reden tot bhjdschap! Kort, klaar en krachtig is het Evangehe: „Ik verkondig (ik evangehseer) u, grote bhjdschap, die al den volke wezen zal, namehjk, dat u heden geboren is de Zahgmaker, welke is Christus de Heere in de stad Davids" (Lukas 2 : 10, 11). En het teken dat ze ontvangen is: een Kindeke in doeken gewikkeld en Uggende in de kribbe (vers 12). Heel aUedaags, niets bijzonders. Maar een Kind, door de engel genoemd: de Heiland, de Redder, de Christus en Messias en de Heere. En als om het woord van de engel te bekrachtigen daalt uit de hoge hemel een menigte van engelen neer. Ze omringen de eerste engel en heffen een loflied aan.

Het eerste kerstlied - ^? 3Sisigis»^si5i^rais^

De engelen zingen een kersthed. Tot grote verbazing van de herders khnkt in zuivere tonen het Amen op de Boodschap van de eerste engel. Niet om hunnentwil is Gods Zoon in het vlees gekomen, maar het behoud van zondaren maakt hun bhjdschap uit. Er is bhjdschap in de hemel wanneer één zondaar op aarde tot bekering komt. DriedeUg is het Ued. Er wordt gezongen over: eer, vrede en welbehagen. „Ere zij God". Dat gaat voorop. De eer van God is het hoogste doel van dit heilswonder. Wonder van genade, als een eerrover van God, een eerzoeker van God wordt. Kwam het daartoe al in uw en jouw leven? Werd het de keuze van het hart, dat God aan Zijn eer komt? Zo, dat uw behoud, uw zahgheid daaraan ondergeschikt werd gemaakt? En die eer van God is: „in de hoogste hemelen". In alle hemelen is er nu stof tot aanbidding, vanwege de grote werken van God. Om Jezus willen zij God eren. In en door Hem wordt de schending van Gods eer hersteld. Eer dan aan de Vader, Die Zijn Zoon heeft gege- ven; aan de Zoon, Die vrijwillig is gekomen; aan de Heilige Geest, Die Hem de ware menselijke natuur heeft bereid. Welk een Kind is dan Jezus... in Zijn kribbe doet Hij alle hemelen van God spreken. „Geef dan eeuwig eer, onze God en Heer'."

De engelen zongen ook over: vrede. Vrede! Daarin Ugt alle heil verwoord. De paradijsvrede hebben wij door de zonde verloren. Van nature zijn wij vijanden van God. Verkeren wij op voet van oorlog met God. Ook al heeft de mens: macht, eer en geld, hij mist de vrede met God. Vrede met God kunnen wij niet zelf maken. Maar nu verkondigt Kerst, dat zij is gekomen van Gods kant. Vrede met God door Jezus Christus. In de kribbe lag Hij, Die reeds door de profeet Jesaja genoemd werd: Vredevorst. Door zijn volbracht heilswerk als Middelaar tussen God en mensen heeft Hij vrede gemaakt. God was, in Christus, de wereld met Zichzelf verzoenend en dat met behoud van Zijn heihg recht. Deze Vredevorst schenkt de ware vrede, de vrede met God en daardoor vrede in het hart. Ze is niet te bevatten: zij gaat alle verstand te boven. Wie in Hem gelooft, mag vrede hebben ook in deze wereld van onvrede, onrust en grote gejaagdheid. Kent u, ken jij, reeds deze ware vrede? Zoekt u, zoek jij, die vrede? Ze is alleen te vinden bij de kribbe van Bethlehem. Ook op het Kerstfeest van het jaar 2000 biedt God u Zijn vrede aan: laat u met God verzoenen. Wie durft nog in ongeloof dit vredesaanbod afwijzen?

Het slotakkoord van het engelenlied luidt: „in de mensen een welbehagen". Welbehagen... het is de diepste grond van de onuitsprekehjke genade van God. In mensen een welbehagen. In mensen! Zeer algemeen. Mensen die zondaar zijn. Hoe bhjkt, dat Gods welbehagen een vrijw«c^% welbehagen is. Daarvan zingen we in de psahn:

„Gij toch, Gijzijt hun roem, de kracht van hunne kracht, Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht..."

Welbehagen in engelen dat kan, want die hebben van hun kant een welbehagen in Hem. Maar welbehagen in mensen, dat is een wonder. En dan een welbehagen, zó groot, dat Hij Zijn eigen lieve Zoon geeft. Het was door dit welbehagen, dat de engelen God eer gaven en de aarde vrede werd toegeroepen. Neen, dit heil is niet voor mensen „van goede wil". Niemand is van nature van goede wil, maar allen zijn van boze wil (Rom. 7:7; Efeze 2:1). Het is voor mensen, die zichzelf de genade geheel onwaardig keuren, die een mishagen aan zichzelf hebben en zich voor God verootmoedigen. „In Christus is uit de hemel aan de aarde teruggegeven, wat zij had verloren: de verheerhjking van God, de vrede van God, het welbehagen van God" (da Costa). Door het Kind van Bethlehem is er nu vrede bij mensen van het verkiezend welbehagen van God.

Het engelenhed neemt een eind. De engelen gaan terug naar de hemel. En de herders? Zij spoeden zich naar Bethlehem. Ze hoorden van Jezus en willen Hem nu zien. Ze willen het Woord zien. Het woord, dat daar geschied is, hetwelk de Heere hen had verkondigd. Zij gaan en zij vinden: Jozef en Maria en het Kind in de kribbe. Zij zagen het Kind. Maar dat zien maakt het geloof niet overbodig. Alleen met het oog van het geloof konden zij in dat in aanzien heel gewone Kind in de kribbe, de verwachte Messias, de Koning en Ver- losser zien. En dan gaan ze vertellen, wat hun gezegd was. „Wat van Godswege is geschied en aan de herders is geproclameerd, dient nu door hen te worden gepropageerd". Het wekt algemene verwondering. Maar verwondering is niet genoeg. Dat kan er zijn, zonder dat het hart geraakt wordt. Doch bij Maria is het anders. Zij bewaarde al die woorden over het Kindeke niet slechts in haar geheugen, maar in haar hart. Bovenal prijzen de herders God. Het loopt uit op aanbidding. De ware Kerstzegen en - vrucht is: God verheerUj-

ken en Jezus liefhebben. Die Zichzelf schenkt aan allen die geloven. Kerstfeest 2000 brenge ook ons tot die aanbidding. „Gloria in excelsis Deo. Et in terra pax..."

„Komt laten wij Hem aanbidden komt laten wij Hem aanbidden komt laten wij Hem aanbidden die Koning".

Ridderkerk

H. Hartman

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2000

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's

Herders hoorden een nieuw lied

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2000

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's