Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troost

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kern-achtig

J. Hoek, Veenendaal

In deze nieuwe rubriek willen we telkens een kernwoord uit het christelijk geloof tegen het licht houden. We volgen daarbij de Heidelbergse Catechismus als leidraad, in deze zin dat we bij elke zondagsafdeling een passend kernwoord kiezen om dat kernwoord vervolgens in bijbels perspectief te plaatsen. Bij Zondag 1 is de keuze zeer voor de hand liggend: de eerste zondag stelt immers heel het leerboek van de Kerk onder het voorteken van de troost. Daar is wel kritiek op gekomen: is het terecht het christelijk geloof als een troost-geloof af te schilderen? Is „troost" de scopus van het christendom, datgene waar het allemaal centraal om begonnen is? Is het niet zuiverder gereformeerd (en bijbelser) om de eer van God voorop te stellen? Waarom zijn wij mensen op aarde? Toch in de eerste plaats om tot Gods eer te leven en niet allereerst om op de rechte wijze getroost te zijn? Anderen vragen kritisch: roept dat vooropstellen van „troost" niet de gedachte op aan een religie voor zielige mensen, voor slachtoffers? En wordt een modern mens niet veel meer aangesproken door challenge in plaats van comfort, door uitdaging om Jezus na te volgen meer dan door troost vanwege allerlei nood en ellende? Gaat het niet om „evangelische inspiratie" of om een goddelijke opvoeding tot een goed en deugdzaam leven?

Toch is het een diep inzicht geweest die de opstellers van de Heidelbergse Catechismus ertoe geleid heeft in te zetten met de unieke troost, zowel in leven als in sterven. Hoe vaak klinkt in de Bijbel zelf niet de troostboodschap aan het adres van mensen die door eigen schuld in de ellende zijn te-rechtgekomen? Denk bijvoorbeeld aan het bekende Jesaja 40, met de onvergetelijke inzet Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen...

We moeten geen valse tegenstelling scheppen tussen de vraag naar de troost van de mens, die dan meer Luthers zou zijn, en de vraag naar de eer van God, die calvinistisch zou zijn. Wie met Zondag 1 van de Heidelberger belijdt dat het zijn of haar unieke troost in leven en sterven is het eigendom van Jezus Christus te zijn, gekocht door Zijn dierbaar bloed en verlost uit alle heerschappij van de duivel door Zijn kracht, die belijdt dit tot eer van God en wil ook niets anders dan leven tot Gods eer.

Troost is een zeker goed dat opweegt tegen een zeker kwaad. Hoe meer gewicht er aan de ene kant in de schaal ligt, des te meer gewicht is er aan de andere kant nodig om weer evenwicht te bereiken. Troosten is iemand vaste grond onder de voeten schuiven. Er is veel surrogaat-troost, die gelijk is aan drijfzand. Ik denk aan een oud reclameplaatje voor tabak: „Van Rossums' troost". Een man die aan de schandpaal genageld staat, het hoofd gevangen in een houtblok, rookt zijn pijpje en is ondanks de schande die hem overkomt en de straf die hem verder nog boven het hoofd hangt, kennelijk „getroost" door het genot van de tabak. Een hoogst onwaarschijnlijke voorstelling van zaken zoals we die in de reclame wel vaker tegenkomen! Toch hebben veel mensen kennelijk genoeg aan deze surrogaat-troost die bij lange na niet opweegt tegen de ernst van de situatie waarin ze verkeren. Veel mo- derne mensen zien de dood als het absoluteeinde van hun bestaan. Ze vinden het geen aangename gedachte dat er een punt achter hun leven zal komen te staan. Maar ze zoeken hun troost in het genot hier en nu, steeds meer luxe, steeds weer de kick van een bijzondere ervaring - dat is hun troost in het leven en tegenover het sterven. In de Bijbel kom je dat ook al tegen, bijvoorbeeld in 1 Korinthe 15 : 32 Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij. Hoe arm wanneer in aardse rijkdom en genot onze troostbron ligt (Psalm 49; Lukas 6 : 24).

Een andere surrogaat-troost is die van de valse profeten waarmee in het Oude Testament bijvoorbeeld Jeremia en Micha zoveel te stellen hebben gehad. Dat waren de predikers van „vrede, vrede en geen gevaar", die met hun mooie woorden de mensen zand in de ogen strooiden en in slaap wiegden. De grond van hun troost was een ijdel vertrouwen op een uiterlijk verbond met God zonder dat er sprake was van een echt gelovig leven in dit verbond met God. Wie diep in zijn hart denkt: „wat kan mij gebeuren, ik ben toch gedoopt, ik ben toch verbondskind, ik ga toch trouw naar de kerk", stelt zich tevreden met valse troost. De Schrift weet ook van „moeilijke vertroosters" (Job 16 : 2), die het met hun meewarige woorden en quasi vrome beschouwingen voor de lijdende alleen maar erger maken, en van de „ijdele", nietswaardige troost van de afgoden (Zacharia 10:2).

Daartegenover maakt de Heilige Geest, de Trooster, plaats voor de enige ware troost. Hij doet dat door ons te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Door onze ogen ervoor te openen dat wij geen penning hebben om de huizenhoge schuld vanwege onze zonden te betalen. En dat er in onszelf geen enkele kracht is om onszelf uit de heerschappij van de duivel te bevrijden. Verder ook dat wij zonder Gods bescherming ons leven geen ogenblik zeker zijn, blootgesteld als we zijn aan vele bekende en onbekende gevaren. Zo komt de Geest toe aan Zijn eigenlijke en liefste werk: tegenover het gewicht in de ene schaal - de ellende en doodsnood waaraan wij ontdekt zijn - , plaatst Hij gewicht in de andere schaal: de getrouwe Zaligmaker Jezus Christus en Zijn volkomen verlossingswerk, de bewaring door de hemelse Vader, en de Heilige Geest Die geloofszekerheid schenkt en ons hart en onze wil vernieuwt tot oprechte gehoorzaamheid. Ten diepste is dus de drieënige God Zelf de enige troost van de christen (zie Psalm 231). Hij Die als een moeder troost (Jesaja 66 : 13) en Die de nederigen vertroost (2 Kor. 6 : 7). Zijn daden, Zijn beloften. Zijn nabijheid schenken ons in het geloof vertroosting, geest en leven.

Dit is mijn troost in leven en in sten/en Dat Christus mij genade deed ven/ven/en. Ik hoor Hem toe naar ziel en lichaam bei'. Die met Zijn bloed voor al mijn schuld betaalde, Uit satans macht en heerschappij mij haalde - Door Hem verlost, ben ik nu eeuwig vrij!

Dit is mijn troost - Hij zal mij zo bewaren Dat van mijn hoofd niet één van mijne haren Ooit vallen kan dan naar Gods wijze wil. Ja, alles wat mij ooit zal overkomen Is tot mijn heil in Gods besluit genomen - Dat maakt mijn hart in tegenspoeden stil.

Door Zijne Geest wil Hij mij telkens geven Verzekering van 't eeuwig zalig leven. Die maakt mij ook van harte hier bereid Gewillig mij aan Hem geheel te geven. Maar 't boze hart blijft aan de zonde kleven. En tot mijn dood blijft het een zware strijd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 2001

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

Troost

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 2001

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's