Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lijden en vertroosting (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lijden en vertroosting (I)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig.”

2 Corinthe 1 : 5

Als u een voorbeeld zoekt van iemand die zwaar beproefd wordt en ondanks dat toch blijmoedig is, zou u kunnen denken aan Paulus zoals hij hier in dit gedeelte voor ons staat. Hij wordt gebeukt door het lijden, hij draagt de smaad van Christus, hij wordt van alle kanten belaagd door mensen die zich tegen hem keren - en dan het wonderlijke: in dat alles gaat hij getroost zijn weg. Om jaloers op te zijn.

Op allerlei manier is er verdrukking in Paulus' leven en toch kent hij een zekere blijdschap. Ben je dan niet een erg wonderlijk mens? Misschien moeten we het anders-i vragen: is Paulus niet een man met veel genade van zijn God, een mens in de directe nabijheid van Christus?

Paulus en zijn dienst

In deze tweede brief aan de gemeente van Corinthe schrijft Paulus meer dan eens over de dienst van het Evangelie waarin hij gesteld is, en dan in dat verband ook over zijn lijden in die dienst. De dienst van het Woord en het dragen van smaad en hoon zijn bij Paulus niet van elkaar los te maken. Maar Christus ook vandaag in lijden is. Natuurlijk, Christus heeft geleden tijdens Zijn niet dicht onder de slagen die op hem neerkomen? Nee, dat is niet het geval. Leest u maar (vs. 3): Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheid, de God van alle vertroosting. De God van alle troost - het is alsof dat in Paulus' hart een zee van gedachten oproept.

Over troost kan deze dienstknecht van Christus het één en ander vertellen. Dat doet hij dan ook. Hij vertroost ons in al onze verdrukkingen, zo betuigt hij, opdat wij ook zouden kunnen vertroosten degenen die in allerlei verdrukking zijn. Ook op die wijze draagt de verdrukking bij aan de dienst van het Evangelie. Ziet u wel dat het lijden van Paulus niet zomaar zonder bedoeling is? Als lijden en verdriet ons treffen, mogen we wel bidden dat het bijdraagt tot de oprechte dienst van God.

Welnu, in dit verband stelt Paulus het lijden van Christus aan de orde. Het duurt niet lang meer of we zullen weer in de prediking stilstaan bij het lijden van Christus. We denken uiteraard aan wat er gebeurd is in Gethsémané, op Golgotha en andere plaatsen waarheen de Man van smarten geleid werd. We denken aan zoveel eeuwen geleden. Dan is het wel opmerkelijk dat Paulus in onze tekst schrijft: gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons... Is, dat is tegenwoordige tijd. Heden. Nu. Het is voor Paulus zo dat in zekere zin het lijden van Christus nog doorwerkt in de tegenwoordige tijd. Lijdt Christus nog steeds dan? In zekere zin wel. We komen er nog op terug. Eerst nog iets over de dienst van Paulus en over het lijden van mensen in het algemeen. Als het gaat over ons aardse leven, vinden we eigenlijk voorspoed het normale. Wie kijkt er van op als hij veel zegeningen van de Heere ontvangt? Als er tegenspoed komt, als er slagen vallen, is het anders! Dan zijn we in verwarring. Mijn hart kan boordevol vragen en raadsels zijn. Mijn vuisten kunnen zich ballen. Hoe kan dit en hoe is dat mogelijk? Als ik hier lees wat Paulus schrijft, krijg ik een heel ander beeld. Voor hem is, een beetje scherp gezegd, de tegenspoed minder verwonderlijk dan de voorspoed. Wat is nu eigenlijk de navolging van Christus en waar heb je op de weg achter Hem aan op te rekenen? Is het vreemd als je in de hartelijke verbondenheid aan Hem slagen oploopt?

Paulus beklaagt zichzelf hier niet. Hij doet wel een boekje open over wat hij meemaakt in de dienst van de Heere. Wil Paulus soms alle aandacht voor zichzelf opeisen? Nee! Een lelijk ding trouwens bij een dienaar van het Woord om voortdurend aandacht voor zichzelf te vragen. Erg lelijk. Paulus doet hier wat anders: hij maakt duidelijk dat hij in zijn dienst geoefend wordt door alle mogelijke verdrukking. Het hoort er wezenlijk bij in zijn dienst. In hoofdstuk 4 spreekt hij over de schat die hij in een aarden vat draagt, over de doding van Jezus die hij omdraagt.

De vraag kan rijzen of Paulus nu een gelukkig man is. In de ogen van velen niet. Als je nu de Heere wilt dienen en je moet zo'n weg gaan! Als je Christus wilt aanhangen en je gaat door zulke dalen. Hier kan in de goede strijd een machtig stuk aanvechting liggen. "Kan het bestaan dat ik op de goede weg ben als ik dit en dat moet meemaken? Is dit alles wat ik meemaak niet een teken dat God mij tegen is? "

In de ogen van velen moet Paulus een beklagenswaardige stakker zijn. Wie van ons zou het in zijn hoofd halen om hem een gelukkige, benijdenswaardige man te noemen? Nu het daarover gaat: hoeveel ouderen en jongeren worden niet betoverd door de waan datje in de levende verbondenheid met de Heere maar een ellendig en armoedig portie hebt? In één van de Psalmen lezen we: hoe groot is het goed dat Gij hebt weggelegd voor hen die U vrezen. Maar soms zijn we geneigd te zeggen: hoe groot is het kwaad dat Gij... Ook bij een levend christen kan de vraag in het hart branden: moet het nu zo en is dit nu de weg van de Heere?

Laten we het Paulus zelf vragen wat hij er van denkt. We leggen hem de vraag voor: ben je gelukkig? Een vraag die we trouwens ook onszelf wel mogen stellen. Paulus antwoordt dat de God van alle vertroosting hem draagt. Gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig. Paulus wil er beslist niet aan dat hij een te beklagen man zou zijn. Intussen richt hij onze aandacht op het lijden van Christus.

Christus' lijden

Een toch wel merkwaardige uitdrukking: het lijden van Christus overvloedig in ons. We komen nog even terug op de vraag of Christus ook vandaag in lijden is. Natuurlijk, Christus heeft geleden tijdens Zijn aardse leven. Hééft geleden, is gekruisigd. Dat is eens en voor altijd geweest. Hij heeft eenmaal als de grote Hogepriester het offer van Zijn leven gebracht. Eenmaal. Zijn offer is in eeuwigheid volmaakt. Hij kon uitroepen aan het kruis: Het is volbracht. Wee degene die iets wil toedoen aan Zijn offer. Dat is niets minder dan een gruwelijke belediging voor de grote Hogepriester. Als ik meen dat het ene offer niet genoeg is, geef ik Hem een gemene klap in Zijn gezicht. Gode zij dank trouwens, dat Hij een volmaakt offer brengt. Ik heb immers niets meer aan te brengen voor God...

Als ik het zou moeten aanvullen, afmaken...!

Dit alles vooropgesteld. Maar dan is er toch ook nog iets anders. Onze tekst wijst er ons op. Paulus spreekt over Christus' lijden in hem en in anderen. Nu. Het lijden, de smarten van Christus zijn als het ware voelbaar tot in zijn leven. Hét offer is gebracht, geheel en al. En toch is Christus nog in lijden in de Zijnen. De smarten van Christus lopen door tot in het leven van de Zijnen. In CoU. 1 zegt Paulus: ik vervul in mijn vlees, in mijn lichaam de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus. Het is als het ware of het overblijfsel van Christus' verdrukkingen door Zijn Kerk moet worden gedragen. Niet zo dat Christus heel veel gedaan heeft voor de zaligheid en wij nu dat laatste restje moeten volbrengen. Dat zou een verpletterende boodschap zijn. Als er één is die weet dat hij niets tot zijn zaligheid bijdraagt, dan Paulus wel. Weet u het trouwens ook? Het lijden van Jezus is plaatsvervangend, ver­ dienend. Alleen Hij brengt verzoening aan. Gelukkig als u dat gaat verstaan wanneer al het uwe uit uw handen geslagen wordt.

Dat alles neemt niet weg dat Paulus mag zeggen, dat hij de rest van het lijden van Christus in zijn lichaam vervult. Dat Christus' lijden overvloedig is in hem. Is hij het daar mee eens? Door de genade en in de nabijheid van Christus wel. Kunt u zich dat voorstellen, dat iemand het daarmee eens kan worden? Als het maar met Christus is, als ik maar verbonden mag zijn met Hem. Als mijn lijden maar het lijden van Christus is. En als Hij me daarin maar nabij is en mij troost. Kunt u zien, beste lezer, wat Christus weet te werken in de Zijnen. Nu ga ik er iets van zien dat Paulus een man is om jaloers op te zijn. Zou het Woord u in deze ogenblikken niet jaloers willen maken op hem? Misschien hebt u weleens de uitdrukking van Pascal gehoord, dat Christus tot aan het einde der wereld in doodsnood zal zijn. Dat sluit nauw aan bij onze tekst. Christus is in lijden, in nood, in verdrukking tot de jongste dag - in de Zijnen. Hij laat Zich in zekere zin in de Zijnen, in Zijn dienstknechten verdrukken. Hij stelde Zich tegenover de wereld en tegenover de duivel en daarin trekt Hij de Zijnen achter Zich aan. Waar Zijn Naam wordt hoog gehouden, daar worden mensen weggeroepen uit de diepste nood en gebracht tot het leven, maar daar rijst ook verzet, daar is lijden. En zo is Hij nog - in de Zijnen - in lijden en verdrukking.

Een afgezant, een ambassadeur krijgt soms de smaad óf de eer die bestemd zijn voor zijn zender. U kent de gelijkenis van de wijngaardenier. Als de tijd van de oogst is aangebroken, zendt hij zijn dienstknechten om de vrucht te halen. De landlieden, aan het werk in de wijngaard, slaan en doden de dienstknechten. Eigenlijk is dat meer bedoeld tegen de wijngaardenier dan tegen zijn dienstknechten. Ten diepste is er sprake van verzet tegen de heer van de wijngaard. Daar kunnen we hier bij onze tekst aan denken. De regering kan de ambassadeur van een bepaald land ontbieden om een hartig woordje met hem te spreken. Er is verontwaardiging over het beleid van de regering van die ambassadeur.

Maar als ik het nu goed ga begrijpen, is dat lijden van Paulus ten diepste een eer voor hem! Jawel, zo ging hij het zelf ook zien. Dat heeft zeker bijgedragen tot de troost in zijn lijden. Op de bodem van zijn hart ligt iets van de verwondering: dat ik deze weg mag gaan! Dat Christus in mij wil lijden! Dat Hij in Zijn barmhartigheid mijn zaak zozeer tot de Zijne maakt! Zou dit alles soms iets te maken hebben met de keus van Mozes, dat de smaad van Christus hem meer was dan de schatten van Egypte? Nu houden we het toch maar staande: hoe groot is het goed dat de HEERE de Zijnen geeft. Ging u het ontdekken?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Lijden en vertroosting (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's