Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Baruch de schrijver

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Baruch de schrijver

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelsefiguren

H. Hartman, Ridderkerk

De aanduiding „schrijver" bedoelt te zeggen, dat Baruch secretaris (geheimschrijver) was van de profeet Jeremia. Dus niet, dat hij schrijver was van literaire producten. Hoewel... er zijn Schriftverklaarders, die menen, dat Baruch niet volstaan heeft met het op­ schrijven van wat Jeremia hem dicteerde, maar dat hij ook zelf een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van het boek Jeremia. Men denkt daarbij aan gedeelten, waarin van Jeremia wordt gesproken in de derde persoon (Jer. 18 : 18; 19 : 14; 20 : 1; 21 : 1-3; 25 : 1 v.v.) en vooral in de hoofdstukken 26-29 en 34^5. Dat zou ook de reden zijn, dat van de z.g. tempelprediking van Jeremia, een dubbel bericht bestaat, en wel in hoofdstuk 7 : 1-5 en in hoofdstuk 26. De aan Baruch toegeschreven bijdragen bevatten biografische bijzonderheden over de profeet. Zo zou een groot deel van het boek Jeremia door Baruch geredigeerd zijn. Dit moge zijn zoals het is, wij letten vooral op Baruch als secretaris van de profeet Jeremia. Hij trad bij Jeremia in dienst op een kritiek ogenblik in diens loopbaan als profeet. Zolang koning Josia regeerde, was de verhouding tussen koning en profeet goed. Deze godvrezende koning liet in het gehele land de afgodsbeelden omver werpen, de bossen, waarin de schandelijkste afgoderij gepleegd werd, uitroeien en de dienst van de HEERE herstellen. Met deze reformatie was Jeremia het van harte eens. Hij had er zelf aan bijgedragen. Conflicten tussen de vorst en de profeet waren er niet. Maar toen Josia in 609 V. Chr. in de slag tegen Farao Necho sneuvelde en enige tijd later werd opgevolgd door zijn zoon Jojakim, werd dit anders. Koning Jojakim ging in zijn regering andere wegen dan Josia. Ook van hem gold: „En hij deed, wat kwaad was in de ogen des HEEREN." Onder zijn regering begon de afgodenpraktijk te herleven. Van de reformatie van Josia bleef niets over. Ze had, zo bleek, geen plaats in het hart van het volk gekregen. Dat hij geroepen was te regeren naar de door God gestelde normen, was voor koning Jojakim geen enkel punt van overweging. Hij voerde een politiek, die alleen rekening hield met de omstandigheden.

Door een handig samenspel met Egypte, hoopte hij de dreiging van Babel af te wenden. Maar Jeremia moest daartegen profeteren. Hij keerde zich tegen dit oppervlakkig optimisme. Ook het volk vreesde geen gevaar. Hen zal geen kwaad overkomen. „Jahweh's tempel, Jahweh's tempel is deze!" „Is Hij niet in ons midden? " Maar Jeremia profeteert: Ook deze tempel, die zo onschendbaar geacht wordt, zal evenals het oude heiligdom van Silo, tot een puinhoop worden! Dit alles leidde tot een gespannen verhouding tussen profeet en koning. Al spoedig na de troonsopvolging kwam het tot een conflict. Het ontstond naar aanleiding van de reeds genoemde tempelprediking van Jeremia (Jer. 7-15). Het weerhield de profeet niet, om in naam van zijn Zender, door te gaan met zijn oordeelsprediking.

Dan geeft de HEERE aan Jeremia te kennen, dat hij een verzamelde uitgave van zijn profetieën moet publiceren en dat deze op een vastendag aan het volk moet worden voorgelezen, opdat Juda, als het verneemt wat de HEERE hun voor kwaad zal doen, zich zal bekeren van zijn boze weg en Hij hen hun ongerechtigheid en zonde zal vergeven (Jer. 36 : 3). Deze vastendag zou enkele maanden later, in december, in de tempel worden gehouden. Jeremia vond het nodig voor dit werk een schrijver in dienst te nemen. Het waren er in die tijd niet zo velen die lezen en schrijven konden. Wie die kunst machtig was, stond in hoog aanzien. Jeremia ging dus op zoek naar een schrijver. Daarvoor moest hij in de straat van de schrijvers zijn. Wie een brief wilde laten voorlezen of een brief wilde dicteren, kwam daar terecht, want men was op deze schrijvers aangewezen. Na enig zoeken, vond Jeremia de jonge Baruch bereid fulltime bij hem in dienst te treden als schrijver. De prediking van de profeet had Baruch blijkbaar geraakt. Hij was ervoor ingewonnen. Hij viel Jeremia in zijn strijd tegen nationalisme, natuurvergoding, sociale ongerechtigheid en uitwendige godsdienst, van harte bij. De kanttekenaren op de Statenbijbel noemen Baruch een: „godzalig man." Intussen betekende secretaris van Jeremia zijn, het met hem tegen de stroom oproeien. Vader Neria zal zijn zoon Baruch wel hebben gewaarschuwd er niet aan te beginnen. Het was toch duidelijk, dat het optreden van Jeremia vérstrekkende gevolgen zou hebben. Koning Jojakim zal zeker maatregelen tegen de profeet nemen. Het was heel niet uitgesloten, dat Jeremia in de gevangenis zou terechtkomen, en dat ook Baruch hetzelfde zal overkomen. Onder zulke omstandigheden kun je beter niet van baas veranderen. Maar Baruch hield voet bij stuk. Hij trad in dienst bij Jeremia en koos daarmee de kant van God.

Het opgedragen werk nam een aanvang. Jeremia dicteerde en Baruch noteerde. Hun samenwerking groeide uit tot een vriendschap voor het leven. De boekrol kwam gereed en werd op de vastendag door Baruch luidkeels bij de tempelingang voorgelezen. Jeremia was door Jojakim de toegang tot de eigenlijke tempel verboden. Reactie op de eerder genoemde tempelprediking! Baruch heeft zelf verhaald hoe de voorlezing afliep (Jer. 36 : 8-26). Na de voorlezing liep Micha, de zoon van een hoog hoveling, naar de vorsten van Juda. Ook deze wilden kennis nemen van de boekrol. Baruch ging en las. Jeremia's woorden maakten diepe indruk. De vorsten besloten de rol aan de koning ter hand te stellen. Ze werd aan Jojakim voorgelezen, toen deze in zijn winterpaleis bij de warme haard zat. Overigens nam de voorlezing niet veel tijd in beslag. Want toen de koning „drie stukken of vier" had aangehoord, nam hij een schrijversmes, sneed de boekrol in stukken, en wierp deze in het haardvuur (Jer. 36 : 23). Zo werd het werk van maanden vernietigd. De politie zocht Jeremia. Hij moest met Baruch onderduiken. Bijbels gezegd: „Maar de HEERE had hen verborgen" (Jer. 36 : 26b). Op bevel van God moet een nieuwe boekrol worden gemaakt. Het werk moet worden overgedaan en dat onder moeilijke omstandigheden. Bovendien moet aan die tweede boekrol nog een profetie worden toegevoegd (Jer. 36 : 29-32). Had Jeremia tot dusver gewaarschuwd, dat, als het volk zich niet bekeerde, ten onder zou gaan, in de toegevoegde profetie is die waarschuwing vervallen. Koning Jojakim heeft eigen lot en dat van zijn volk bezegeld. Er is geen redden meer aan. Het oordeel van God is niet meer af te wenden: „en Ik zal over hem en over zijn zaad en over zijn knechten hunheder ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over hen en de inwoners van Jeruzalem en over de mannen van Juda al het kwaad brengen, dat Ik tot hen gesproken heb, maar zij hebben niet gehoord" (Jer. 36 : 31). Als Baruch dit moet opschrijven, wordt het hem blijkbaar teveel.

Volgens Schriftuitleggers behoren wij naar tijdsorde, Jeremia 45 direct na Jeremia 36 te lezen. En in hoofdstuk 45 in vers 3, klaagt Baruch: „Wee mij, want de HEERE heeft droefenis tot mijn smart gedaan; ik ben moedeloos van mijn zuchten en vind geen rust." Het tekent de moedeloosheid van Baruch. Hij hoort de dreigende voorzeggingen van de komende vernietiging van Juda's staat, van de verwoesting van Jeruzalem en de ballingschap van het volk. En hij schrikt. Hij vindt het oordeel van God over het ontrouwe volk ontzettend. Maar nog meer denkt hij aan zichzelf. Zeer waarschijnlijk had hij vrouw en kinderen. Hij had dus meer te verliezen dan de ongehuwde Jeremia. Vandaar dat hij zoekt aan het oordeel te ontkomen. Hij wil nog wat geluk redden. „Baruch wil een stukje geluk voor zichzelf reserveren door zich te onttrekken aan Gods oordeel" (H. Berkhoff). Maar hij moet weten, dat wie de profetie gelooft, deel krijgt aan Gods lijden over Zijn volk en geen toekomst voor zichzelf kan bedingen. Dat wordt bedoeld als de HEERE tot hem laat zeggen: „en zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet" (Jer. 45 : 5a). De kanttekenaren van de Statenbijbel tekenden bij: de „grote dingen" aan: „dat is, een geruste, voorspoedige en bloeiende staat voor het Joodse volk en voor uzelven begeren? " Allen moeten door het oordeel heen. Wel krijgt Baruch een belofte van God. De HEERE zal Baruch „zijn ziel ten buit ge­ ven." „Dat is, uw leven; alsof God zeide: Laat u mijn genade met deze weldaad genoeg wezen, dat gij, als in een algemene zondvloed, behouden wordt" (kanttekeningen). Baruch zal er het leven van afbrengen; het zal hem als een buit en onverwacht geschenk in de schoot vallen. Baruch heeft deze kleine, aan hem persoonlijk gerichte profetie, opgeschreven en later in het boek Jeremia opgenomen (Jer. 45).

In Jeremia 43 : 3 en 6 wordt nog eenmaal de naam van Baruch genoemd. Het is dan twintig jaar later. Hij wordt door het volk ten onrechte verweten, dat hij Jeremia tegen hen opstookte.

De woorden van de profeet zijn dan in vervulling gegaan. Jeruzalem werd verwoest met tempel en al. Velen zijn in ballingschap naar Babel gevoerd. Jeremia en Baruch zijn bij de arme bevolking achtergebleven. Tot ze, tegen hun zin, naar Egypte werden meegevoerd. Dat gebeurde in het jaar 586 voor Christus. Ook in Egypte moest Jeremia waarschuwen, omdat vooral vrouwen afgoderij bedreven door de „koningin des hemels" te aanbidden. Omtrent hun levenseinde is ons niets bekend. Wat legendes daarover berichten, laten wij rusten. Jeremia en Baruch. De profeet en de schrijver. Eén in hun streven aan Juda de wil van God bekend te maken. Vrienden voor het leven. Getrouw tot in de dood.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Baruch de schrijver

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's