Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maria van Bethanië (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maria van Bethanië (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelse figuren

H. Hartman, Ridderkerk

(Mattheüs 26 : 6-13; Markus 14 : 3-9; Lukas 10 : 38-42; Johannes 12 : 1-8)

Het is zes dagen voor het Paasfeest. Het zijn de laatste dagen van Jezus' verblijf op aarde. De leiders van het Joodse volk zijn vastbesloten Jezus te doden. Maar oproer onder het volk moet worden voorkomen. Vandaar dat zij met list proberen Hem in handen te krijgen en te doden.

In Bethanië

Op Zijn laatste reis naar Jeruzalem doet de Heere Bethanië aan. Het was een klein dorpje, drie kwartier verwijderd van Jeruzalem. Het lag bekoorlijk tegen de oostelijke helft van de Olijfberg, aan de weg naar Jericho. Jezus was in Bethanië niet onbekend. Meerdere malen was Hij hier geweest. Hij had er ook een vast adres waar Hij regelmatig kwam. Het was het huis van Martha, Maria en Lazarus, twee zusters en een broer, die samen een gezin vormden. Martha was de oudste van de drie. Aan haar was blijkbaar de leiding van het huisgezin opgedragen. Want wij lezen: „Martha ontving Hem in haar huis" (Lukas 10 : 38). Zij zorgde, dat alles in goede orde verliep. Er heerste in dit huis een zekere welvaart. Jezus was in deze woning een graag geziene Gast. Omgekeerd vertoefde Hij met genoegen in dit gezin en vond er de nodige rust. Martha was de actieve. Altijd gehaast en druk in de weer. Maria was de meer stille. In zichzelf gekeerd, dacht ze diep over de dingen na. Lazarus bleef meer op de achtergrond. Deze zusters en broer konden het heel goed met elkander vinden. Er heerste een weldadige rust. Als men het huis een naam had gegeven, zou erboven kunnen staan: „Sjaloom."

Van dit gezin gold: „Ai ziet, hoe goed, hoe lieflijk is ' t dat zonen (en dochters) van 't zelfde huis als broeders (en zusters) samenwonen, waar 't liefdevuur niet wordt gedoofd. "

Daar woonde liefde. Liefde tot elkaar, en wat zoveel meer zegt... liefde tot Jezus! Door de omgang met de Heere Jezus en het horen van Zijn woorden, was de liefde uit-gestort in hun harten. Ze hadden Hem lief. En die liefde was wederkerig. Want we lezen: „Jezus nu had Martha en haar zuster en Lazarus lief' (Joh. 11 : 5). Het werd gezegd in verband met de opwekking van de gestorven Lazarus door de Heiland. Het had de reeds sterke band van liefde van Martha en Maria met hun Meester nog sterker gemaakt. Voor Hij sterven gaat, wil Jezus zijn laatste sabbat op aarde bij deze vrienden zijn. De volgende sabbat zou Zijn lichaam in het graf liggen. Met open armen ontvingen zij Hem.

Ter ere van Hem en uit dankbaarheid voor de opwekking van Lazarus, wordt op de avond van die Sabbat een feestmaal aangericht. Men komt daartoe samen in het huis van Simon, bijgenaamd: de melaatse. Hij was melaats geweest, maar genezen, waarschijnlijk door Jezus. Het is een heel gezelschap. Met Martha en Maria is ook Lazarus aanwezig. De twaalf discipelen zijn er, en nog wat gasten meer. Stralend middelpunt is de Heere Jezus.

Een luisterende Maria en een dienende Martha

Ook hier leidt Martha de bediening. Ze is druk bezig in de keuken. Er kwam nogal wat voor kijken om zoveel gasten een behoorlijke maaltijd voor te zetten. Maria zal wellicht haar zuster hebben geholpen. Maar op een bepaald moment had zij het werk laten rusten en had zich rustig neergezet aan de voeten van Jezus. Hij betekende immers zoveel voor haar. Met overgave had zij steeds geluisterd naar de woorden die Hij sprak. Gaandeweg ging het Woord van God haar leven beheersen. Het werd in haar openbaar, „dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods" (Lukas 4 : 4; Deut. 8:3). Maria kreeg dorst naar God. En dorsten naar God, is dorsten naar Zijn Woord. Gezeten aan Zijn voeten, drinkt zij ook nu de woorden van leven in, als een dorstige het frisse water. Of, zoals iemand schreef: „Zij at het Woord op." Het Woord horen was haar eten en drinken geworden.

En Martha? Graag zou ze als Maria naar Jezus geluisterd hebben. Het vele werk liet het niet toe. Ze moet het eten klaarmaken en opdienen. Ze rent van keuken naar eetzaal en omgekeerd. Dan, als Maria in haar luisterhouding volhardt en geen hand uitsteekt om haar te helpen, gaat ergernis zich van Martha meester maken. Ze geeft aan die ergernis uiting tegenover Jezus. Ze zegt: „Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dan, dat zij mij helpe." Een begrijpelijke vraag. Er was veel te doen. Als Maria haar zou helpen, konden zij beiden naar de woorden van Jezus luisteren. Het antwoord van Jezus tot Martha is een berisping: „Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen, maar één ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden" (Lukas 10 : 41, 42). Tegenover de vele dingen, waarover Martha zich bezorgd maakt en die ze allemaal nodig vindt, zet Jezus zijn weinige dingen. Dingen die terug te brengen zijn tot één ding... het enige nodige. Waarom deze berisping? Omdat zorgen voor de lichamelijke behoeften iets minderwaardigs is? Neen, dat zeker niet. Maar in het licht van de eeuwigheid, wordt het grote, klein, het belangrijke, onbelangrijk. Het noodzakelijke verliest zijn noodzaak. Want hier is de Heere en dan is één ding nodig. Luisteren naar Hem. Het dienen gaat voorbij, het luisteren blijft.

Dat gaat ook ons aan! Ook wij zijn vaak zo druk bezig met de materiële dingen, dat bezinning op het ene nodige er bij dreigt in te schieten. En als wij volop actief zijn in allerlei christelijke arbeid, ook in het kerkenwerk, blijft de vraag: wat zit er achter? Wat drijft ons? Is het liefde tot de Heere Jezus en tot eer van God? Alleen dan is het goed. Er is een lied dat zegt: „Niets is hier blijvend, maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan." Had Martha dan de Heere Jezus niet lief? Nou en of!

Ze had Hem even lief als Maria. Ook zij geloofde met haar hart in haar Heere en Heiland. En Jezus had ook Martha lief. We mogen tussen beide zusters geen tegenstelling creëren. Maar ze verschilden van elkander, zoals ook nu nog tussen de gelovigen een groot verschil kan zijn. Ze hadden beiden hun karaktereigenschappen. Maria neigde meer tot de mystiek, Martha hield meer van aanpakken. De één was meer beschouwend van aard, de ander meer impulsief reagerend. Aanleg en aard speelden daarin mee. Maar in dit anders zijn mogen zij elkaar niet veroordelen. Beiden hebben recht van bestaan. Ze vullen elkaar aan. 'k Wil u niet onthouden wat dr. Abr. Kuyper daarover schreef: „Er zijn er, die in de lampen van Gods Kerk de olie druppelen; en er zijn er, die aan die lampen het licht ontsteken. En zonder nu te zeggen, dat wie de vlam ontsteekt, gemist kan worden, is het toch, o, zo waar, dat die olie het enige nodige is. De hand die het licht ontsteekt, komt dan wel" („Vrouwen uit de Heilige Schrift"). (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Maria van Bethanië (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's