Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oud-ambtsdragers geloven het wel...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oud-ambtsdragers geloven het wel...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdartikel

W. van Gorsel, Bergambacht

Daar zijn we toch wel van geschrokken, denk ik, toen de kranten een paar weken geleden wisten te melden dat ambtsdragers na hun aftreden soms niet, of nauwelijks meer in de kerk komen... Een onderzoek, ingesteld in opdracht van het college van visita- toren-generaal, publiceerde cijfers en feiten in een rapport met de veelzeggende titel: „Ik geloof het wel". Het blijkt niet te gaan om een paar incidentele gevallen, over een aantal jaren gerekend betreft het enkele honderden ambtsdragers...

Oorzaken

Uiteraard is het eerste dat je je afvraagt wat de reden kan zijn, of wat de redenen kunnen zijn voor dat massale afhaken. Hoe is het ter wereld mogelijk dat een ouderling of een diaken, na zich vier jaar of langer te hebben ingezet voor het gemeentewerk, het daarna voor gezien houdt? Zoals altijd is er niet één oorzaak, maar een complex van factoren. De één is stukgelopen op de predikant, die al te dominerend leiding gaf; de ander was het klimaat binnen de kerkenraad tegengevallen; een derde vond dat er niet genoeg communicatie was. Anderen zagen hun voorstellen niet uitgevoerd, of voelden zich niet serieus genomen. Een belangrijk struikelblok bleek de kerkdienst te zijn, waarin men zich onvoldoende herkent. En zo zou er nog meer te noemen zijn.

Het verschijnsel doet zich voornamelijk voor in gemeenten die gerekend worden tot de midden-orthodoxie, en komt vaker voor bij gemeenten die Samen-op-Weg zijn dan bij gemeenten die nog zelfstandig voortbestaan.

Motivering

Informatie vanuit die sektor van de kerk bevestigde de toch wel verontrustende berichten. We moeten daarbij bedenken dat in zulke gemeenten, waar de meelevendheid op een lager pitje staat dan onder ons, ambtsdragers op een andere manier „geworven" worden. Dikwijls worden mensen benoemd die al een beetje aan de rand van de kerk leven, en die dus eigenlijk niet de capaciteiten en de kennis hebben om ouderling of diaken te worden. Maar ze vinden wel dat de kerk in hun dorp of in hun wijk in stand moet blijven, en dat is de motivering om „de kar een poosje te trekken". Op hun wijze zetten ze zich in en doen ze hun best om het kerkelijk leven nog wat draaiende te houden. Maar zodra ze hun periode vol gemaakt hebben, dan vinden ze het welletjes en moeten anderen er maar eens aan gaan staan. En gemakkelijk vallen ze dan weer terug in hun rand- en onkerkelijkheid uit de tijd dat ze nog geen ambtsdrager waren.

We zouden hier een reeks jammerklachten kunnen aanheffen. Nog maar kort geleden bleek dat een aantal predikanten het niet zag zitten om levenslang het ambt uit te oefenen. Nu blijken ook ouderlingen en diakenen er na enige jaren genoeg van te hebben. Wat voor indruk moet dat maken op de gemeenteleden die aan hun zorgen zijn toevertrouwd, en bij wie het meeleven toch al zo minimaal is?

Ambtelijk besef

Wat hieruit spreekt is, op z'n zachtst uitgedrukt, een sterk verminderd ambtsbesef. Liever gezegd, men heeft er geen idee van wat het ambt inhoudt. Door de gemeente, en mitsdien door God geroepen te zijn om namens Christus Zelf Zijn gemeente te regeren en te weiden. Het ambt is gedegradeerd tot een bestuursfunctie, een baantje. Wanneer je bij „die club" behoort, en wanneer je wilt dat die club in stand blijft, dan mag je, als je ooit gevraagd wordt, de verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan.

Laat niemand denken dat ik dit uit de hoogte neerschrijf, of om anderen te (ver)oordelen. In de Hervormd-Gereformeerde vleugel van onze kerk - zo staat het ook in dit rapport - liggen immers de zaken heel wat gunstiger, en komt het weinig voor dat afgetreden ambtsdragers zich niet meer in de kerk laten zien. Maar daarmee is nog niet gezegd dat het ambtelijk besef onder ons hoger genoteerd staat. Zeker, de gedachte van de representatie leeft gelukkig nog wel onder ons: Christus regeert Zijn gemeente door middel van het ambt en de ambtsdragers. Vandaar dat iemand die gekozen is tot ouderling of diaken het er soms moeilijk mee kan hebben, er tegen op kan zien om het ambt te aanvaarden.

Maar als ik het goed zie is er ook de tendens dat de kerkenraad beschouwd wordt als een soort bestuur van de gemeente, en dat de diverse groepen in de gemeente dus in die kerkenraad vertegenwoordigd dienen te zijn. Het behoeft geen nader betoog dat deze visie op den duur moet leiden tot uitholling van het ambt.

Verwondering

In dit verband mag er ook de vinger bij worden gelegd - het rapport doet dat blijkbaar ook - dat het in onze kring voorkomt dat ambtsdragers Avondmaalgangers zijn voor de duur van hun ambtsperiode. Uiteraard is het mogelijk dat een broeder die nog niet aan het Avondmaal deelnam, door gesprekken met medebroeders zijn schroom overwint. In dienst van de Koning staan betekent toch ook van de tafel van de Koning eten? Maar het gebeurt ook dat een ouderling of diaken na zijn aftreden weer van de tafel afblijft. Ik heb dat nooit goed kunnen begrijpen. We kunnen toch niet q.q. (quahtate qua, in die hoedanigheid) Avondmaal vieren?

We mogen wel voortdurend vragen om het rechte zicht op het ambt. Alle ambtshoogheid moet ons vreemd zijn. Er mag geen sprake van zijn dat we ons op ons ambt verheffen, of dat we onszelf een aureool van onaantastbaarheid toekennen omdat we immers in het ambt staan?

Als het goed is zal er steeds meer verwondering zijn. Wie ben ik, dat ik daartoe geroepen ben? Vooral wanneer je ziet wat je van het ambtelijk werk terecht brengt... Anderzijds mag er toch ook de hartelijke keuze zijn om onze gaven en krachten in dienst van de Heere te besteden en onze naaste voor Hem te winnen. En dat houdt niet op als we ambtelijk „uitgediend" zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Oud-ambtsdragers geloven het wel...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's