Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Feest voor Gods aangezicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Feest voor Gods aangezicht

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

J. Hoek, Veenendaal

Exodus 24

De vertegenwoordigers van het volk Israël zagen op de berg Sinaï hun God. Ja, ze zagen iets van de uitstraling, iets van het afschijnsel van Zijn heerlijkheid, zoals Mozes dat een poosje later ook heel even, als in het voorbijgaan heeft mogen zien... Wat moet dat mooi geweest zijn! We zouden er graag zoveel mogelijk van willen horen. Maar wat krijgen we te horen? ...en onder Zijn voeten als een werk van saffierstenen, en als de gestalte van de hemel in Zijn klaarheid. Het leek dus alsof er onder Gods voeten tegels lagen van saffier, helder blauw als de hemel zelf. Wanneer we ons voorstellen dat God op Zijn troon zat als de Koning van Zijn verbondsvolk Israël, dan wordt hier alleen maar de grond waarop de troon stond beschreven, de vloer van Gods paleis. En die was al zo machtig mooi, lazuursteen, zo diepblauw als de wolkenloze hemel soms zijn kan. Waarom wordt hier niet meer gezegd? Waarom blijft de beschrijving steken bij de vloer onder de voetbank van Gods voeten? Omdat Gods majesteit onuitspreke- lijk is. Echt letterlijk onuitsprekelijk. Ongehoord, nooit aanschouwd, niet te evenaren. Maar wat een hoogtepunt voor deze 74! Reken maar dat ze dat nooit meer kwijt zijn geraakt en dat de glimp van goddelijke heerlijkheid die ze hebben opgevangen een eeuwig heimwee heeft wakker geroepen in hun harten!

Feest voor Gods aangezicht

Daar liggen ze dan, 74 mannen op de drempel van Gods troonzaal. Ze zijn door de knieën gegaan, bevangen door wat ze zien, ademloos en sprakeloos. Ze mochten de Koning zien in Zijn schoonheid. Wat zal er nu gaan gebeuren? Moeten ze sterven, zoals mensen dat vanouds hebben geloofd en aan elkaar hebben verteld: 'als je God ziet, moet je sterven, dat overleef je gewoon niet'? Lezen we nu vers 11. Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de kinderen Israels. Het is alsof de schrijver, denkelijk Mozes zelf, wil zeggen: 'dat had je natuurlijk mogen verwachten, dat God met een pink die mensen, inclusief mijzelf, gedood had'. Want wie kan bestaan voor Zijn aangezicht? Wie moet niet verteerd worden door het vuur van Zijn heilige majesteit? Maar dan trilt de verwondering door dat God dit niet deed, ze op geen enkele manier aantastte. Deze vertegenwoordigers van Israël konden God zien zonder dat het hun leven kostte. Integendeel, het was goed, het was veilig bij God. Nog sterker: het was alsof ze kind aan huis waren bij God, ja, het werd daar op de berg zowaar nog feest ook! Maar zij aten en zij dronken, nadat zij God gezien hadden. God zien en leven. God zien en de maaltijd houden, God zien en gelukkig zijn! Kijk, daar was het God nu allemaal om begonnen. Daarom is Hij het volk Israël met alle moeite van die tien plagen uit Egypte gaan bevrijden en heeft Hij ze door de woestijn geleid. Om ze zo dichtbij Zich te krijgen als het volk van het verbond. Zozeer wil God ondanks al onze zonden en schuld de God van ons mensen zijn dat Hij er alles voor over heeft om Zijn verbond toch door te zetten.

Die maaltijd op de Sinaï kunnen we vergelijken met de maaltijd des Heeren, het Heilig Avondmaal. Wanneer in de kerk de tafel gereed staat met brood en wijn, dan mogen de gelovigen naar voren komen en heel dicht bij de HEERE zijn. Het eten en drinken mag dan bezegelen dat er een eeuwig verbond van genade is tussen God en ons. De maaltijd voor het aangezicht des HEEREN was er op de Sinaï een teken van met hoeveel blijdschap ze instemden met het verbond van God. Dankbaar namen ze de weldaden van het verbond aan en beleefden ze de gemeenschap met God. Zo eten en drinken de gelovigen met Christus aan Zijn tafel.

Deze maaltijd in Exodus 24 wijst ook vooruit naar het eeuwige feest van God, de bruiloft van het Lam. Vergelijk hiermee een oude uitleg van de rabbijnen die zegt: waarom waren er 70 oudsten op de Sinaï? Omdat er 70 volkeren in de wereld zijn, 70 volkerenfamilies. Dus waren eigenlijk alle volkeren vertegenwoordigd op de berg! Het gaat God via Israël om de hele wereld. Denk aan Jesaja 25 waar we lezen dat de HEERE op de berg Sion een feestmaal aanricht voor alle volken. Een feest waarbij God ieders tranen droogt en het rouwkleed vernietigt en er een feestmantel voor in de plaats geeft. En dan mogen we de lijn verder doortrekken naar Openbaring 21. Dat herstelde paradijs, dat eeuwige feest, in een nieuw Jeruzalem, de heilige stad, neergedaald van God uit de hemel. Dan wordt geroepen: God heeft Zijn tent onder de mensen opgeslagen. Hij Zelf zal bij hen zijn en Hij zal elke traan uit hun ogen wissen. Geen dood meer, geen weeklacht, geen rouw en geen pijn!

Wat gaat hieraan vooraf?

We gaan nu terug naar het begin van Exodus 24. De 74 gingen niet zomaar de berg op, maar er vond eerst een grondige voorbereiding plaats. Om maar enkele punten te noemen:

1. Het volk spreekt tot twee keer toe uit dat het van harte bereid is om de God van het verbond te gehoorzamen. Al deze woorden die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen! Dat zeggen ze eerst in vers 3 wanneer Mozes hen mondeling de opdrachten en voorschriften van de HEERE heeft overgebracht. Vervolgens zeggen ze het nog een keer in vers 7, wanneer Mozes alles opgeschreven heeft in het verbondsboek en vervolgens dat boek aan heel het volk heeft voorgelezen. Zo ging dat in de oudheid wanneer twee partijen een verbond sloten: de meerdere partij stelde de bepalingen op en de mindere partij moest die vervolgens hardop voorlezen en er 'Ja' op zeggen. Dat doet het volk hier dan ook tegenover de HEERE: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen! 2. Een tweede opmerkelijk punt is dat Mozes 's morgens in alle vroegte een altaar maakte aan de voet van de berg Sinaï en dat hij 12 stenen oprichtte ('kolommen' of gedenkzuilen), voor elk van de 12 stammen van Israël één. Mozes liet een aantal jonge Israëlieten komen; zij brachten brandoffers en slachtten stieren voor de heilige offermaaltijd. Het bloed van de geslachte dieren werd opgevangen in grote schalen. Vervolgens besprenkelde Mozes het altaar met de ene helft van het bloed. Dat altaar vertegenwoordigt hier God. Na het voorlezen van het verbondsboek en na de belofte van het volk - met op de achtergrond het altaar, rond van bloed en met de brandende offerdieren er nog op - besprenkelde Mozes het volk met de andere helft van het bloed (dat met water vermengd was) en zei dat door dit offerbloed het verbond tussen de HEERE en hen bekrachtigd was. Er was nu een bloedband gelegd tussen de HEERE en het volk!

Hierna konden de 74 pas de berg op. Er is dus sprake van een grondige voorbereiding. We kunnen zomaar niet tot God gaan alsof Hij bij wijze van spreken onze buurman zou zijn. Wie dat denkt, heeft er geen besef van hoe groot en heilig God is en hoe klein en onheilig hij of zij zelf is.

Onze voorbereiding

En zo is het nu ook met het feest van God waarvoor wij zijn uitgenodigd. Er is voorbereiding nodig, een voorbereiding waarmee wij als het goed is heel ons leven bezig zijn. Met het oog op deze voorbereiding kunnen we heel veel leren uit Exodus 24. Veelzeggend is dat er dieren geslacht en verbrand worden, dat het offerbloed gesprenkeld wordt. Dat bloed spreekt duidelijke taal. Wat het betekent, wordt uitgelegd in het Nieuwe Testament, vooral in de Hebreeënbrief. In Hebreeën 9 wordt erop teruggegrepen dat Mozes al het volk bij de verbondssluiting met bloed heeft besprenkeld en dan wordt daarbij als commentaar gegeven: En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving. Dan wordt de lijn doorgetrokken naar onze Heere Jezus Christus Die als de Middelaar Van het nieuwe verbond Zijn bloed, Zijn leven heeft gegeven om ons te bevrijden van de schuld. Wanneer we nu aan Hem verbonden zijn door het geloof mogen we Zijn wederkomst met blijdschap tegemoet zien: Alzo zal ook Christus, eenmaal geofferd zijnde om veler zonden weg te nemen, ten anderen male zonder zonde gezien worden door degenen die Hem verwachten tot zaligheid (9 : 28).

Willen wij dat heerlijke, eeuwige feest met God gaan meemaken, dan moeten wij besprenkeld zijn met het bloed van Christus. Niet letterlijk natuurlijk, maar in deze zin dat wanneer we van harte geloven dat de Heere voor ons de dood is ingegaan, wij geestelijk besprengd zijn met dit bloed en gereinigd in Christus! Dat bedoelde de kerkhervormer Calvijn toen hij eens zei dat wanneer de gekruisigde Heere Jezus gepredikt wordt, het bloed gesprenkeld wordt over de schare, over de mensen die het Woord horen en geloven. Ze komen tot geloof: 'dit deed Hij voor mij om mij van de eeuwige dood te bevrijden'. Als ik dit van harte geloof, ben ik rein, heb ik vergeving van zonden door Je- zus Christus, heb ik vrede met God die onuitsprekelijk is!

En dan is er ook dat andere: het ja-woord geven aan God. Hem de hand geven, voor Hem gewillig buigen, het eens worden met Zijn wil, het verlangen om Hem te dienen. Zeg maar: de heiliging, de nieuwe gehoorzaamheid, waar we als ranken blijven in de Wijnstok Christus en zo vruchten gaan dragen tot Gods eer. Dat gaat met vallen en opstaan, dat gaat zeker niet zonder slag of stoot. Het is een strijd en soms een worsteling. De HEERE heeft veel met ons te stellen om ons uiteindelijk klaar te maken voor het grote feest. Maar het komt goed! De Heere is zo getrouw als sterk. Hij zal Zijn werk, voor mij volenden.

Zonder die voorbereiding zal het niet gaan. Wanneer we het offer van de Heere Jezus afwijzen en blijven afwijzen, wanneer we eigen baas willen blijven en niet willen strijden tegen de drie vijanden, de satan, de wereld en ons eigen zondige ik, dan gaat het feest aan ons voorbij en blijven wij voor eeuwig buitenstaanders in de kilte van de nacht. Als mensen die de bijbelse boodschap kennen, zijn wij ernstig gewaarschuwd. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Weet u echter van harte genodigd tot de bruiloft van het Lam!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 2001

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Feest voor Gods aangezicht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 2001

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's