Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lucas (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lucas (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. Hartman, Ridderkerk

Bijbelse Figuren

Eerlijk gezegd weten wij van Lucas weinig af. De gegevens over hem in de Bijbel zijn schaars. Hij heeft door het schrijven van twee Bijbelboeken een belangrijke bijdrage mogen leveren aan de Godsopenbaring, maar blijft daarbij zelf geheel op de achtergrond. Noch in het derde Evangelie, noch in het boek de Handelingen van de Apostelen, komt zijn naam ook maar eenmaal voor. En in de Brieven van Paulus gebeurt dit maar driemaal: in Colossenzen 4 : 14; Filémon vers 24 en in 2 Timotheüs 4:11. Daaruit blijkt dat Lucas een bescheiden mens was. Nergens spreekt hij over „ik", hoogstens over „wij". We zijn gezegende mensen, als we iets van deze bescheidenheid kennen. Als we iets praktiseren van het: „Hij moet wassen en ik minder worden". Bescheidenheid moet geleerd worden. Op de leerschool van God leert de Heilige Geest de mens een toontje lager te zingen. Zou niet veel narigheid in het kerkelijk leven daar vandaan komen, dat ook in theologische en kerkelijke kringen, bescheidenheid meer gepast dan aanwezig is? Maar dit terzijde. We zouden het over Lucas hebben.

De naam Lucas is de Griekse vertaling van de Romeinse naam Lucanus of Lucius. Vol­ gens Eusebius (313-338), die de eerste kerkgeschiedenis schreef, was Lucas afkomstig uit Antiochië en Syrië. In het boek Handelingen van de Apostelen spreekt Lucas vaak over deze stad. Hij blijkt met de verhoudingen en gebeurtenissen aldaar goed op de hoogte te zijn. Lucas was geen geboren Jood, maar van heidense afkomst. Een Griek (Hellenist). Hij mocht tot geloof in Christus komen en was dus een heiden-christen. Uit zijn geschriften blijkt, dat Grieks zijn moedertaal was. Academisch gevormd, was hij een geleerd en geletterd man. Iemand heeft opgemerkt: „Met Lucas verkeren wij in een omgeving van cultuur en wetenschap". Heel anders dan bij Mattheüs en Marcus. „Het heeft God behaagd, naast de eenvoudige tollenaar Mattheüs en de meer onbekende Marcus, een man van intellect als Lucas te gebruiken, om Zijn openbaring te boek te stellen" (Barkey-Wolf: „De Evangelisten en hun geschriften"). Lucas was een veelzijdig man. Hij was schrijver, arts en medewerker van de Apostel Paulus. En alsof dit niet genoeg was, zou hij ook nog schilder zijn geweest. Volgens een legende is er een oud schilderij in de kerk van Santa Maria Maggiore in Rome van de hand van Lucas. Er is een Madonna met kind op te zien. Het moet Maria met het Kind Jezus voorstellen. Andere legenden wijzen nog meer schilderijen aan, als door Lucas vervaardigd. De waarheid van deze overleveringen is op zijn minst twijfelachtig. Dat neemt niet weg, dat Lucas meestal de schutspatroon was van de schildersgilden, die in West-Europa tot de Franse revolutie hebben bestaan. Als Lucas al geschilderd heeft, deed hij dit als schrijver. Hij schilderde met woorden. Als meest bekend voorbeeld daarvan, wijst men op Lucas 15. Men heeft daarvan gezegd: „De gelijkenis van de verloren zoon is een majestueus doek op zichzelf."

Dit blijve verder rusten. Schrijvend over Lucas komen de volgende punten aan de orde: Lucas als schrijver, als arts en als: reisgenoot en medewerker van de Apostel Paulus.

Lucas als schrijver

Lucas is de auteur van het derde Evangelie en van de Handelingen van de Apostelen. Deze beide boeken beslaan ongeveer een vierde deel van het Nieuwe Testament. Omdat Lucas als Hellenist de Griekse taal perfect beheerste, schreef hij zijn boeken in het Grieks. Eigenlijk zijn beide boeken één geheel. Men zou het Evangelie deel I en de Handelingen deel II ervan kunnen noemen. Schakel tussen beide is het verhaal over de hemelvaart van Jezus. Het Evangelie eindigt daarmee (Lucas 24 : 50, 51) en Handelingen begint ermee (Handelingen 1 : 4-11). Het Evangelie heeft tot inhoud: „Alles wat Jezus begon te doen en te leren tot de dag waarop Hij werd opgenomen" (Hand. 1 : 1 en 2).

Het gaat daarin over Jezus' geboorte, zijn leven, sterven, opstanding en hemelvaart. En het boek Handelingen is geschreven om te laten zien, wat Jezus vanuit de hemel heeft gedaan tot verbreiding van zijn Evangelie, te beginnen bij Jeruzalem tot aan de wereldstad Rome. Beide boeken zijn opgedragen aan Theófilus. Deze is waarschijnlijk een hoge Romeinse beambte geweest. Lucas noemt hem in zijn Evangelie „voortreffelijke" (Statenvertaling). De nieuwe vertaling heeft „hoogedele". Deze Theófilus was met het Christendom in aanraking gekomen. Ook wist hij iets af van het leven en de leer van Jezus (Lucas 1:4). Later heeft hij zich laten dopen en werd een broeder in het geloof. Waarschijnlijk is dat de reden, dat Lucas in de aanhef van de Handelingen het „voortreffelijke" of „hoogedele" weglaat.

Lucas is bij het samenstellen van beide Bijbelboeken zorgvuldig te werk gegaan. Als een goed geschiedschrijver heeft hij een eigen onderzoek ingesteld naar het gebeurde. In Lucas 1 vers 3 verklaart hij: „Van voren af aan alles te hebben nagegaan" in zelfstandig onderzoek van de vermelde feiten (Lucas 1 : 1-4). Lucas heeft de Heere Jezus niet persoonlijk gekend. Wél leefden nog velen, die Hem wél gekend hebben en gezien hebben de wondere daden van de Heiland. Dat is te lezen in Lucas 1 : 2 waar staat: „gelijk ons overgeleverd hebben, die van de beginne zelf aanschouwers en dienaars des woords geweest zijn." Lucas heeft verschillende ooggetuigen ontmoet, zoals Jacobus, de broeder des Heeren; Marcus en diens neef Barnabas, maar ook vrouwen als Maria de moeder des Heeren; Maria, de moeder van Marcus en nog zo velen meer. Van hen heeft hij veel bijzonderheden vernomen. In het begin van zijn Evangelie (Lucas 1:1), deelt Lucas mee, dat velen de dingen beschreven hebben: „die onder ons volkomen zekerheid hebben." Deze geschreven berichten heeft hij evenzeer geraadpleegd. Uiteraard kende hij ook het Oude Testament. Als hij daaruit citeert, doet hij dit uit de Griekse vertaling, de Septuaginta. Godgeleerden hebben verklaard, dat ook het Evangelie van Marcus de nodige stof heeft geleverd voor het Evangelie van Lucas. Ook heeft men erop gewezen, dat in het Lucas-evangelie de invloed van Paulus duidelijk merkbaar is. Het ademt de geest van Paulus. Het werkwoord „rechtvaardigen" dat zulk een grote plaats inneemt in de Brieven van Paulus, komt vijfmaal in het Evangelie van Lucas voor. Vergeving in antwoord op geloof, vinden wij in Lucas 7 : 36- 50; 18 : 9-14; 19 : 1-10; 23 : 39-43. Vergelijk daarmee: Romeinen 4 : 5; 1 Cor. 15:9, 10 enz. De overeenstemming van Lucas 22 : 19, 20 met 1 Cor. 11 : 23-25 (de instelling van het Heilig Avondmaal) is wel heel opvallend. Maar uit welke bron Lucas ook putte, hij verklaart nadrukkelijk, de stellige waarheid door te geven.

Opmerkelijk bij Lucas is, dat hij de door hem beschreven gebeurtenissen plaatst tegen de achtergrond van het wereldgebeuren.

„Zoals een geschiedschrijver betaamt, versmaadt hij ook het licht niet, dat de wereldgeschiedenis op het feit van de vleeswording werpt" (J. van Andel). Gelijdelijk schetst hij de voortgang van het werk van Christus. Hij neemt de tijdsorde in acht, heeft oog voor de innerlijke samenhang van wat plaats grijpt. De Handelingen van de Apostelen schetst de overgang van het Koninkrijk van God naar de heidenen. Lucas heeft ook oog voor de betrekking waarin Christus staat tot het menselijk geslacht. Anders dan de Jood Mattheüs, laat hij de stamboom van Christus opklimmen tot Adam. Christus behoort niet enkel toe aan Israël. Hij is de Heiland der wereld, voor alle volken ook voor de heidenen. Hij is het Licht der wereld. „Een licht tot verlichting der heidenen en van Zijn volk Israël." Ook krijgt de liefde van Jezus tot zondaren en tollenaren volle nadruk. Voor Israël waren dit verloren mensen. Men had ze afgeschreven. Bij Lucas alleen vinden wij de schone gelijkenissen van de verloren penning, het verloren schaap en de verloren zoon. Denk ook aan de geschiedenis van de dankbare zondares of van de moordenaar aan het kruis. Bij hem ook alleen het verhaal van Zacheüs met het heerlijke woord: „De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is."

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Lucas (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's