Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een krachtig gebed (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een krachtig gebed (I)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

M. Goudriaan, Lunteren

Meditatie

„En ik zeide: Och, HEERE, God des hemels, Gij grote en vreselijke God!" Nehemia 1 : 5a

We zagen de vorige keer al dat de slechte tijding over Jeruzalem en het volk van Juda een geweldige uitwerking heeft bij Nehemia. De boodschap komt hard aan! Het is beslist niet overdreven om te spreken van een dolkstoot in de ziel van Nehemia. Wel werpt dit alles hem neer in het gebed voor zijn God. Zo komen we hem deze keer tegen in zijn binnenkamer, diep gebogen voor het aangezicht van de HEERE. Eigenlijk niet zo heel bijzonder, zo'n biddende man. Is dat nu zo indrukwekkend? Vergissen we ons niet; we hebben hier wel te doen met een krachtig gebed van een rechtvaardige. De Schrift leert ons om daar niet gering over te denken.

Een bidder

Op het eerste gezicht is het inderdaad niet zo heel opzienbarend: een man op zijn knieën voor Gods aangezicht. Een geschiedenis als van David en Golgotha lijkt heel wat boeiender en opzienbarender, van groter betekenis ook voor het volk van het verbond. Toch wordt ook hier, waar Nehemia in gebed de Heere zoekt, een strijd gevoerd, een gebedsstrijd. Nehemia worstelt met God om de zegen en het genadig ingrijpen van God. Soms wordt een zware strijd gevoerd in een binnenkamer. Wat Nehemia hier doet en wat Daniël doet in zijn bidden en David in zijn smeken, is soms van groter betekenis dan wat een heel leger doet.

Laten we toch maar een keer dat woord van Jakobus noemen: het krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel. Denk in dit verband aan Elia, zo houdt Jakobus ons voor. Soms is één bidder in zijn voortdurend worstelen met de Heere van grote betekenis geweest voor een hele gemeente. Eén bidder die diep buigt voor God, maar ook grote gedachten van de Heere koestert, kan van betekenis zijn voor de geschiedenis van een gemeente.

Een man die zijn knieën buigt, lijkt weinig te betekenen te hebben. Stel u voor dat de vijanden van Jeruzalem van Nehemia en zijn gebed zouden horen, ze zouden gemakkelijk kunnen denken: zo'n man, daar ergens aan het hof, gebogen op zijn knieën, daar hoeven wij niet bang voor te zijn. Die kan ons niets maken... Wat vergissen ze zich! Ja, natuurlijk, van Nehemia op zich hebben ze niets te duchten. Maar als het gaat over de God van Nehemia...! En deze God wordt hier aangeroepen en aangegrepen door een oprecht bidder. Smekend grijpt Nehemia de machtige arm van God aan. In ootmoed, maar ook hopend en verwachtend doet Nehemia een klemmend beroep op de God van Abraham, Izak en Jakob. Tevergeefs? Nee! ^

De vijanden van Jeruzalem verkijken zich helemaal op de zaak. Ze kijken naar de Joden, en zeggen: die amechtige Joden! Als ze Nehemia op zijn knieën zagen, zouden ze zeggen: och, wat heeft zo'n man te betekenen? Maar ze hebben geen oog voor de God van Nehemia. En als er bidders zijn als Nehemia, moeten ze er geducht mee rekenen dat de God van hemel en aarde zal opstaan en Zijn heerlijkheid zal tonen. Natuurlijk niet om Nehemia of om zijn gebed, u begrijpt dat wel.

Dit bidden is bij Nehemia het eerste als hij die moedbenemende tijdingen hoort. Het is dus met het eerste dat hij zegt: er moet zo spoedig mogeUjk een machtig leger op de been gebracht worden. Of: ik kom zelf met de grootste haast naar Jeruzalem om orde op zaken te stellen. Het blijkt voor ons in allerlei zorgen en noden vaak veel gemakkelijker om eerst de handen uit de mouwen te steken en allerlei plannen te beramen dan ons voor alle dingen te buigen voor het aangezicht van de levende God, de HEERE Heere.

In allerlei kerkelijke nood worden commissies benoemd, beleidsplannen gemaakt. Is dat verkeerd dan? Och... Maar als dat het eerste is en als daar onze hoop op gebouwd is, is het wel ontzaglijk arm en leeg en hoeft er niet veel hoop op uitkomst te zijn. Waarom is het voor ons toch zo moeilijk om echt en in de eerste plaats God te zoeken en al onze hoop op Hem te bouwen? Is dat soms omdat we zo graag onszelf redden en de dingen in eigen hand hebben? Geldt dat ook niet in het persoonlijk geestelijk leven, dat de Heere er een werk aan heeft om mensen te oefenen in onvoorwaardelijke afhankelijkheid en gebed?

Nehemia wordt hier in ieder geval geoefend in het gebedsleven. Die les, die oefening heeft hij ook nodig voor de toekomst als hij leider en hervormer van zijn volk zal zijn. Nehemia zit hier op de leerschool van het gebed. Wat zal hij later, als hij zo'n zware taak op zijn schouders krijgt, een biddend leven hebben. Je moet maar, zoals hij dan, voor een machtige vijand staan en te maken hebben met alle mogelijke tegenkanting. Is dat trouwens ook niet het geval in het geloofsleven, dat je keer op keer oog in oog staat met machtige vijanden? Gaat het dan niet om de leiding van de Geest der gebeden, om de oefening van het gebed, het biddend aangrijpen van de genadekracht in Christus? Is dat ook uw les? De Heere traint en oefent de Zijnen in de les van het gebed. Dat veronderstelt dat bij mij steeds opnieuw alles uit handen geslagen is en ik met lege bedelaarshanden voor God sta. Het is ondertussen goed om volstrekt aangewezen te zijn op genadekracht in een Ander!

Het gebed

Het wordt tijd om op de inhoud van Nehemia's gebed te letten. Eigenlijk begint zijn gebed met een belijdenis. „Och, HEERE, God des hemels. Gij, grote en vreselijke God!" U had misschien wel verwacht dat Nehemia direct aan het begin van zijn gebed zou hebben uitgeroepen: Heere, help ons uit de nood! Nu zal het waar zijn dat we onze noden in het gebed voor de Heere mogen neerleggen. Maar wat een goede zaak, als Nehemia zich allereerst de grootheid van de Heere voor ogen stelt, als hij hier begint met een hartgrondige belijdenis.

HEERE, God des hemels. Het zal toch niet zomaar zijn dat Nehemia zich tot de Heere als „de God des hemels" richt. Nehemia overdenkt, bepeinst biddend de onuitsprekelijke grootheid van God. Hij is immers de God des hemels. Hij woont in de hemel als de Eeuwige, de Almachtige. Daar verheft Hij zich hoog boven alles wat leeft. Maar wel regeert Hij vandaar op de aarde en leidt Hij alles door Zijn machtige arm. Het gezicht op de grootheid Gods heeft Nehemia in deze ogenblikken ontzaglijk veel te zeggen. Weet u trouwens bij ondervinding, wat het betekent voor een bidder, een bedelaar om een gezicht te hebben op de grootheid van de HEERE? En hoe dat kan aansporen om alle noden, ook de grootste en de meest pijnigende noden voor Hem neer te werpen. Wat is het geval? Nehemia hoort van de smaad en de ellende van het volk, van de nood van Jeruzalem en het grijpt hem aan. Hij weet maar al te goed van de macht van de vijanden en daartegenover de machteloosheid van het volk. Maar dan kan hij toch alle hoop wel laten varen? Ja, als niet de HEERE de God des hemels was... Nehemia ziet hoog verheven boven al die vijanden de God des hemels. Wat een gezicht! Wat een gezicht als ik op m'n knieën en te midden van al m'n noden en al de noden van de kerk. Hem zie oprijzen in al Zijn heerlijkheid. Anders gezegd, als ik in de geestelijke strijd in al mijn weerloosheid Hem zie. Die in de hemel aan de rechterhand van Zijn Vader is in Zijn verblindende heerlijkheid!

Grote en vreselijke God, zo belijdt Nehemia. Dat eerste (dat Nehemia de Heere een groot God noemt) kunnen we wel verstaan. De Heere is onuitsprekelijk groot. Wie van ons kan bevatten hoe groot de Heere is? Wat een machtige werken zijn er bij Hem! Als Hij Zijn machtige arm maar even uitstrekt, gebeuren de grootste wonderen. Weet Hij soms geen uitkomst te brengen in de diepste nood van Jeruzalem, van Zijn kerk en ook van mensen persoonlijk?

Maar dan dat andere: Gij, vreselijke God. We kijken daar wellicht toch van op. Is God vreselijk? En is dan de juiste houding tegenover Hem, dat je beeft van angst en trilt van vrees? We moeten hier denken aan de bijbelse uitdrukking, dat de Heere „te vrezen is". De rechte verhouding tot de Heere wordt in de Bijbel zo vaak aangeduid als „de Heere vrezen". U weet, dat is wat anders dan bang zijn voor God. Het is onlosmakelijk verbonden met het liefhebben van de Heere. Denk aan klein denken van jezelf en groot denken van de Heere in het diepst van je ziel. Hartelijke hoogachting voor Zijn majesteit. Zo wordt Hij ook wel genoemd een geducht God. Wat denkt Nehemia hier klein van zichzelf en van zijn volk, maar wat heeft hij ook grote gedachten van de Heere! Een goede plaats trouwens, altijd maar zeker ook wel in het gebed voor Gods aangezicht.

Hij is de God van heerlijkheid. Die te vrezen is. Voor al de Zijnen is dat een geweldige troost. Als Hij een heerlijk God is, hoeft Hij maar een woord te spreken of er daagt verlossing voor de Zijnen. Ja, voor Zijn tegenstanders, voor mensen zonder verzoening met God, is het een reden om te beven voor de Heere. Wat voor hulpeloze bedelaars die hopen op Zijn genade in Christus, tot troost is - de grootheid, de geduchtheid van God - dat is voor Zijn vijanden een reden om te beven. Waar moet dat immers op uitlopen, als Hij Zich eenmaal in majesteit tegen Zijn vijanden keert? Zijn tegenstanders lachen nu nog om de zwakheid van Jeruzalem. Zij honen de eeuwen door de kerk van Christus. Maar dan, als God Zijn arm zal opheffen...! Wie van Zijn tegenstanders zal bestaan voor Hem? Om ter harte te nemen, vindt u niet?

Intussen betekent dat de volkomen verlossing van de Zijnen. Het is niet tevergeefs om op Hem te hopen! Beste lezer, wat betekent de grootheid van de Heere voor u? Het hangt ervan af of u een schuilplaats hebt leren zoeken in Christus en u zo door Hem de vrede met God leert kennen. Is dat niet het geval, dan wil de gedachte van Gods majesteit u wakker schudden! Nu. Heden. Deze geduchte God maakt nog vrede met mensen door het bloed van Christus. Het wonder van alle wonderen!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Een krachtig gebed (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 2001

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's