Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorttrekken geboden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorttrekken geboden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

.._., door W. Chr. Hovius

Zeg de kinderen Israels dat zij voorttrekken.

Exodus 14: 15b

EN Nieuw Jaar gingen we binnen. Valt u dat tegen? Zou u liever hier

niet meer op aarde geweest zijn? Zou u liever Nieuwjaar voor eeuwig boven hebben gevierd? Brandt het heimwee naar God in uw hart? Ge hebt wellicht lijdzaamheid nodig. Het was de tijd van God nog niet! Misschien hebt u hier nog een taak of staat er wat voor u klaar waar u nooit aan gedacht hebt.

Een Nieuw Jaar gingen we binnen. Ziet u er tegenop? Mogelijk ging u met veel zorg en verdriet over de jaardrempel heen. U kunt ook door angsten worden geplaagd. Het ziet er allemaal zo bedreigend uit. Of gaat de Heere u dit jaar de grote les van afhankelijkheid leren?

Een Nieuw Jaar gingen we binnen. Bent u er blij om? Dat vorige jaar heeft zoveel narigheid gebracht en u deed wellicht ook on­ doordachte en verkeerde dingen. Dit jaar moet een ander jaar worden, zal het stellig beter gaan. Maar gaat en staat u nog in eigen kracht? Of mag u dit jaar achter de Heere aankomen?

Een Nieuw Jaar gingen we binnen. Ja, we blijven niet stilstaan. Het leven gaat verder, hoe dan ook. Maar zalig zo ook tot ons het „hemels marsbevel" van boven klinkt: „Voorttrekken!" Dat is immers geboden?

1. Wie laat dit horen?

Wat een wonderlijk bevel is dat, „voorttrekken!" Dat kan helemaal niet! Het volk Israël is onder leiding van Mozes het land van de slavernij, Egypte, uitgegaan, op weg naar het beloofde land. Maar ze kunnen niet verder. Voor hen strekt zich een watervlakte uit, de Rode Zee. Aan weerskanten rijzen bergen op. En de terugweg is ook afgesne- den. Want achter hen, achter hen komt de Farao die spijt heeft toestemming tot vertrek te hebben gegeven. Hij is zijn goedkope arbeidskrachten kwijt. Maar daar is wat aan te doen. Terughalen zal hij hen. Het kan nog, ze zijn nog niet ver weg.

En het volk? Het wordt bang, het geraakt in paniek, het maakt Mozes bittere verwijten. En deze leidsman? Hij kalmeert het volk en bidt tot God. En dan...? Dan klinkt het zo direct uit de hemel „zeg de kinderen Israels dat zij voorttrekken." Er moet een bevel worden overgebracht. En dat komt uit de hemel. Dat is van God. HU spreekt.

Hoe gingen we het Nieuwe Jaar in? Och, laat ik meteen maar vragen: „gingen we met wat God zegt het nieuwe jaar in. Zullen we het in dit jaar met Zijn Woord alleen doen?

Aan het gebod voort te trekken gaat een vraag van God aan Mozes vooraf: „wat roept gij tot Mij? " We lezen in het tekstgedeelte nergens dat Mozes tot God geroepen heeft. Wel dat het volk het deed. Of heeft de Heere Zich tot hem als vertegenwoordiger van Israël gericht met woorden van de strekking als „wat is dit voor een geroep, een geschreeuw? Zeg dat zij voorttrekken!"

In elk geval wordt door de Heere geboden voort te trekken. En als Hij spreekt is het dan niet altijd de moeite waard om te luisteren en om te doen naar wat Hij zegt? Zijn Woord, of dat nu een gebod dan wel een belofte is, is altijd betrouwbaar. Dat bleek in de loop van de geschiedenis van het volk van God, maar dat bleek het heerlijkst in de komst van Zijn Zoon, de gezegende Zaligmaker. Om Hem is het dat bevolen wordt om voort te trekken. Want deze aan Israël beloofde Heiland, Die ook uit dit volk zal voortkomen, zal verschijnen in de volheid van de tijd en in het land waarnaar dit volk nu toegaat. Daarom wordt ook het marsbevel verstrekt. God is bezig Zijn belofte van genade te vervullen, al zal dat ook heel wat eeuwen in beslag nemen en al gaat het door een weg van totale onmogelijkheid heen.

2. Wie dit moet horen

Het marsbevel wordt van een adres voorzien. Mozes krijgt van God te horen „zeg de kinderen Israels dat zij voorttrekken." Niet tot allen wordt gezegd dat ze moeten verdergaan. Mozes heeft dit op bevel van de Heere aan Israël te zeggen, het nageslacht van Abram, Izaak en Jakob, aan wie Hij het land beloofd heeft.

Ja, dat volk is al onderweg. Het heeft het land van de slavernij achter zich. En wat hebben ze in dat land al niet beleefd aan onderdrukking en smart. En nog zijn ze niet van de Farao af. Maar lang zal zijn macht niet meer duren, zijn ondergang is nu heel dichtbij. En het volk dat Hij voor Zich uitkoos mag, neen, moet verder. Het heeft niet anders te doen dan gehoorzaam de tocht naar het beloofde land voort te zetten.

Let wel, de kinderen Israels moeten dit marsbevel horen. Alleen zij zullen verdergaan op de weg naar het reisdoel. Tot anderen komt deze oproep niet!

Bent u ook bij degenen die onderweg zijn onder de leiding van de God van Israël? Zeker, onderweg zijn we allen, maar... waarheen?

Er stappen, reizen, racen zelfs heel wat mensen op de weg door het leven voort in eigen kracht. Ze kennen God niet en menen Hem ook niet nodig te hebben. Tot hen komt niet de oproep voort te trekken. Integendeel, juist omdat hen deze oproep niet geldt is daar voor hen de waarschuwing om in het pas begonnen jaar toch zo niet verder te gaan. De weg van afkerigheid en volharding in eigen kracht moet verlaten, opgegeven worden eer het voor altijd te laat is. Er komt een einde aan onze weg, wie weet, in dit jaar nog. En dan?

Daar zijn er ook die godsdienstig over de weg van het leven gaan. Zij zijn gelijk aan die Israëlieten die wel uit Egypte gingen, met lijf en leden, maar niet met hun hart. Het maakt wel degelijk verschil of we zelf uittrokken of door God uitgeleid werden uit het diensthuis. Hoe vaak hebben de ongelovige Israëlieten op doorreis terugverlangd naar de vleespotten en de ajuinen in en van Egypte. Ze waren er innerlijk niet los van. Zij zijn ook nooit in het beloofde land aangekomen.

Daar is veel godsdienst, maar als de God van de godsdienst niet gekend wordt in een levend geloof loopt het nog op een grote ontgoocheling uit. Het zal zo erg zijn voor eeuwig bedrogen uit te komen. Menende in te gaan en niet te kunnen is wel het allerergste dat ons overkomen kan. Laat dan nog de roep tot waarachtige bekering door u ter harte genomen worden. Want wel is het niet Israël wat Israël genaamd wordt. Maar wat Israël niet is kan het worden door en dankzij de God van Israël Die almachtig en genadig is.

Mag het bij u anders zijn? Kwam God in uw leven? Ontdekte Hij u aan en leidde Hij u ook uit het land van de slavernij? Erger dan afgebeuld te zijn door de Egyptische Farao is de dienst van de zonde onder de macht van de boze. De helse Farao laat ons niet zomaar los! Maar in de roep ja, op het geschreeuw uit de diepte tot de Heere kwam Hij er aan te pas. In Zijn Zoon Die Zich gebonden liet heenleiden naar het kruis en ook is opgestaan uit de doden heeft Hij voor een eeuwige verlossing en vrijheid gezorgd. Zalig die grote en machtige Bevrijder te hebben ontmoet. En nu? Verder ervaring op te doen met de wondervolle leiding van God door Zijn Woord en Geest.

Dan moet u voort. Uitgeleid uit het land van de slavendienst is nog niet terstond ingeleid in het land van de belofte! Hoe vaak komen we niet te staan voor de totale onmogelijkheid aan onze kant! Dan is er geen verdertrekken mogelijk. Zo voortgaan betekent verdrinken in het water. Maar afhankelijk en verwachtingsvol uitzien naar de Heere lost de grootste moeilijkheden op. Wie Hem volgt behoeft zich geen zorgen te maken voor de toekomst hoe het ook verder zal gaan. Wat er ook in dit nieuwe jaar gebeurt alles heeft Hij in Zijn hand.

Stel eens voor, ... dat dit nieuwe jaar... eens het jaar van uw thuiskomst zou zijn... in het beloofde land, in het Kanaan dat boven is? ! Met regels van een bekend lied mag worden ingestemd:

„ O, zaligheid niet af te meten O, vreugd' die alle smart verbant, Daar is de vreemdelingschap vergeten En wij, ... wij zijn in 't vaderland!"

Zijn wij ook bij die wij?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 2002

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

Voorttrekken geboden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 2002

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's