Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezocht in de hof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezocht in de hof

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

-' !-•-' door P. Vermeer, Epe i

„Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. " (Johannes 18 : 8b)

OHANNES zwijgt in zijn Evangelie over de zware gebedsworsteling van Christus in de hof. Zijn aandacht is geheel gericht op de gevangenneming van Christus. Heerlijk mag hier licht vallen op de koninklijke macht en heerlijkheid van de Heiland. Hij is de sterke Held, de Leeuw uit Juda, Die voor de Zijnen een koninklijk vrijgeleide gebiedt. Laten we eerst eens letten op hen, die Hem zochten.

De zoekers

De nacht is gevallen in het leven van Christus en van Zijn jongeren. Letterlijk en figuurlijk. Na de zware gebedsworsteling - de andere evangelisten hebben daarover bericht - staat de Zaligmaker gereed om Judas en diens gevolg te ontvangen. Het kruis is nu dichtbij. Plotseling wordt de stilte van de nacht doorbroken door de nadering van een bende. Met veel gedruis komen ze naderbij, met hun lampen en fakkels verlichten zij de nacht. Zij komen Sions Koning arresteren, want het uur der duisternis is nu gekomen. Zwaarden en stokken heeft de bende, die bestaat uit het Romeinse garnizoen en mannen van de Joodse tempelwacht, bij zich als ging het om de arrestatie van een struikrover of moordenaar. Wat het daglicht absoluut niet kan velen, gaat nu gebeuren onder de dekking van de nacht. Hij zal hun dit keer niet ontgaan, die Jezus van Nazareth...

Feilloos wijst de gids de weg. Hoe vaak was hij er zelf niet geweest met de Heiland.

Ja, het is Judas, die de bende voorgaat. Judas, een discipel van Jezus. Hij komt met een bende in het holle van de nacht om zijn Meester over te leveren. Judas is van meester veranderd, weet u. Ja, daar zijn ze, deze zoekers in de nacht, deze zoekers naar Jezus.

Judas zoekt Christus om wat aan Hem te verdienen en van Hem af te komen. Hoe vreselijk is dat zoeken. In deze discipel tekent Gods Geest ons aller hart, zoals het is vóórdat het tot God wordt bekeerd. Dan keren we ons tegen God. Met vleselijke wapens voeren we die strijd, alsof Hij, Wiens Koninkrijk niet van deze wereld is. Zich door onze stokken en zwaarden laat dwingen en bedwingen! Hoe dwaas, want is Hij niet de „Ik ben". Die Zich eens aan Mozes openbaarde? Het is werkelijk een overmachtig werk van Gods Geest, wanneer wij Hem anders leren zoeken, naar Hem gaan vragen met heel ons hart, vragen om vergeving van zonden en een eeuwig leven met Hem. Wie zo zoekend „naar de hof' komt, zal Gods Zoon kussen (Psalm 2). Dat is een andere kus dan die van Judas...

Kreeg u de Heere nodig? Ga dan uit naar de hof en zoek Hem met heel uw hart. Daar, in die hof, vindt u Hem in koninklijke macht en heerlijkheid. Daar zal Hij Zich laten binden, om te gaan naar de plaats waar God van God zal zijn verlaten. O, Immanuël!

De Gezochte

In koninklijke rust en waardigheid treedt de Heere Judas en de bende tegemoet. Christus Zelfheeft het initiatief, niet Judas. De Heere voert Zelf de regie van Zijn lijden. Sions Borg en Koning staat in het centrum van de lijdensgeschiedenis, niet Judas. Goed beschouwd is Judas niet meer dan een figurant in het lijdensevangelie.

Wat zal intussen die Judaskus - Johannes vermeldt hem overigens niet. Kon hij het niet? - de Heere smartelijk op de lippen hebben gebrand. Als vuur uit de hel. Eén van Zijn eigen discipelen heeft tegen Hem de verzenen verheven om Hem ten val te brengen. Satan mag woeden in de hof. Intussen mag Gods Kerk met de woorden van een oud lied getroost belijden:

Gij liet Uw schone, liefelijke mond Met een snode Judaskus bevlekken, Om van mijn hart de valsheid te bedekken.

U belijdt het mee?

Christus richt Zich tot de bende en vraagt: Wie zoekt gij? O zeker, de Heere wist alles wat over Hem komen zou (vers 4), maar Zijn vijanden moeten met hun duistere aanslag voor de dag komen. Onder Zijn heilige ogen komt alles in het ontdekkende licht der waarheid. Het hoge woord moet eruit: Wij zoeken Jezus de Nazarener. Het arrestatiebevel geldt Hem. Proeft u de verachting in die aanduiding „Jezus de Nazarener"! Wel, zo zegt de Heere, dan bent u aan het goede adres, want Ik ben het. Dus geen bange vlucht maar heerlijke lijdensbereidheid. Maar vóórdat de Heere Zijn handen zal uitsteken om Zich te laten binden, moeten allen in de hof weten dat zij van doen hebben met de grote Zoon van David, met de Heilige Israels. Het moet straks worden geschreven op het heilig blad, dat de Heere Zelf de gevangenneming in de hof mogelijk heeft gemaakt. Daarom lezen we, dat op Jezus' woord allen terugdeinzen en ter aarde vallen.

Ja, met één enkel woord had de Heere hen allen voorgoed kunnen verderven. Vergeet het toch niet: het Woord des Heeren is vol macht en majesteit; geen vijand kan tegenover dat Woord staande blijven. Even terzijde, ging u al voor Zijn Woord door de knieën? Van harte? Zalig is hij, die voor de Heere in eerbied leert buigen en Zijn heerlijke Naam belijden.

In de hof moet de bende vallen voor de overmacht van Christus, maar het gaat niet van harte. Wat maakt de Heere de macht der duisternis hier intussen belachelijk. Zij stelt niets voor als ze zich vertoont op de plaats waarde Heere is...

Nog eens stelt de Heere de vraag naar Wie ze toch wel op zoek zijn, deze zoekers in de nacht, en weer komt hetzelfde antwoord: Jezus de Nazarener! Het zal die tweede keer wel wat anders hebben geklonken. Ook Gods vijanden moeten weleens leren, een toontje lager te gaan zingen.

„Indien gij dan Mij zoekt...", zo zegt de Heere. Hij maakt daarin als het ware de balans op van deze nachtelijke confrontatie.

Het gaat echt om Hem. Hij is de Gezochte. Geen vlucht volgt. Het is goed. Deze zoekers naar Hem hebben Hem moeten vinden, want zo betaamt Hem alles te volbrengen wat de Vader heeft opgedragen. Het hoort voluit bij de lijdensbeker, Hem op de hand gezet. Het uur der duisternis is namelijk ook het uur van de Vader der lichten: Vader, indien Gij dan Mij zoekt...

Judas, de bende, de discipelen, zij allen komen in de hof aan de rand te staan, worden in de figurantenrol geplaatst. De Vader zoekt Zijn Zoon, want er moet een Lam zijn. Dat bloedt... Wie dit licht ziet vallen in die duistere hof, mag gaan ademhalen. Hier, in deze zo donkere hof, komt God tot de tweede Adam, Die is beladen met de zonden der wereld. Nee, Hij kruipt niet voor God weg, deze tweede Adam, maar gedraagt Zich vorstelijk met God en met de mensen: Indien Gij Mij zoekt... Is Hij u zo lief?

De vrij geleiden

Judas en de bende hebben gemerkt, dat met Gods Zoon niet te spotten valt. Zij hebben Zijn macht aan den lijve ondervonden. O zeker, de Herder zal nu worden geslagen, want dat staat in Zacharia 13 : 7. In die zin hebben Judas en de bende de Schrift mee! Maar de Schrift zegt op dezelfde plaats ook, dat de schapen van Christus verstrooid zullen worden. Nee, zij zullen niet met de Herder geslagen worden, zij zullen verstrooid worden. Góéd dat woord laten staan! Mis­ schien hadden Judas en de bende wel het plan opgevat, niet alleen de Heere maar ook heel Zijn discipelenkring te arresteren en op te ruimen. Dat zal in ieder geval niet gebeuren. De Schrift heeft hier het laatste woord. Verstrooid worden is nog wat anders dan worden gebonden en overgeleverd. Wel heeft het iets in zich van een overhaaste vlucht, een uiteengeslagen worden van Christus' kudde. Want wat moet deze schaapskudde zonder haar Herder beginnen? Wat moet Gods Kerk zonder haar Heere en Koning? Gelukkig maar, op dat verstrooien mag straks vergaderen volgen. Gods raad wordt geheel vervuld. Daarom: nog even geduld oefenen, want het lijdensevangelie moet eerst geheel worden uitgeschreven.

Let nog eens goed op de Koning Zelf. Hij eist voor Zijn discipelen vrijgeleide. Als vrij man moeten zij de hof van het lijden kunnen verlaten. Hier zien wij de goede Herder ten voeten uit. Hij geeft als het moet zelfs Zijn leven voor de schapen. Maar dan is er voor Zijn volk een vrije aftocht uit de hof van het lijden en een eeuwig ontlopen van de vloekdood. Onuitsprekelijke zondaarsliefde. Petrus en allen die Zijn Naam in waarheid belijden, mogen de hof van het lijden uit, want de Koning heeft hun vrijgeleide geboden. Zij hoeven hun handen niet uit te steken om zich te laten binden. De Meester gaat voor hen in de bres staan en zal voor hen naar de kruisheuvel gaan. Hoor maar: „Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan."

Gaan ze heen? Niet meteen. Petrus verlaat niet terstond de hof, maar trekt snel zijn zwaard en dreigt ook hier het Middelaarswerk te verstoren en te blokkeren. Hij wil er maar niet aan, dat de weg van de Koning de weg van het kruis is. Hij denkt nog behoud te kunnen vinden door met z'n zwaard te zwaaien en er op los te slaan. Het rechte zicht op het vrijgeleide ontbreekt nog. Het is nog zo „donker" in de hof...

Hebt u er door genade beter zicht op dan iemand als Petrus toen? Wie goed luistert. hoort Christus namelijk zeggen: Vader, indien Gij Mij zoekt, zo laat dezen heengaan, die Gij Mij gegeven hebt, want ik heilig Mij voor hen.

Waar het voor u en mij dus op aankomt? Dat wij van dit genadige vrijgeleide weten voor eigen hart en leven. Christus moet in Gods gericht in onze plaats gaan staan, anders staan wij er straks zelf en gaan wij voor eeuwig verloren. Zie eens hoe groot Zijn liefde voor Zijn discipelen is. Hij heeft hen liefgehad en verdragen tot het einde. Zou zo'n Zaligmaker ook u niet passen? Wie Hem zoekt in het heilig Evangelie, vindt Hem en is eeuwig vrij.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Gezocht in de hof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's