Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tot strijden geroepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tot strijden geroepen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

door L.W.Ch. Ruijgrok, Monster

'Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere en in de sterkte Zijner macht. Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel.' (Efezeó: 10-11)

E komen nu tot het laatste onderdeel van Paulus' brief. Na alles waartoe hij de Efezen in de voorafgaande verzen heeft opgewekt, besluit hij met een krachtig appèl tot strijd. U herinnert zich: veel is er in deze brief aan de orde geweest. Paulus heeft eerst op rijke wijze gesproken over het heil waarin God Zijn kinderen doet delen: over de verkiezing door de Vader, over de verlossing door de Zoon en over de verzegeling met en door de Heilige Geest. Daarna heeft hij hun op het hart gebonden dat aan dit alles ook een heilige roeping verbonden is. Wie tot kind is aangenomen, dient ook als kind te léven. Adeldom verplicht. En daarom, zo klonk het aan het begin van het tweede deel van zijn brief: 'Wandelt waardig aan de roeping waarmee gij geroepen zijt' (4 : 1). Dat is: in waarachtige godsvrucht, heiligheid en liefde. En dat op alle terreinen van het leven. In kerk en gemeente, maar ook in staat en maatschappij. En we zagen: Paulus gaf daarbij zelfs nauwkeurige voorschriften voor de verhouding tussen man en vrouw, ouders en kinderen, heer en slaaf/werkgever en werknemer (5 : 22-6 : 9).

En nu maakt hij aan het slot van zijn brief duidelijk hoe dit leven in toewijding aan Christus en aan God ook altijd in het teken staat van strijd! Hoe dit nieuwe leven slechts strijdend wordt verkregen en strijdend wordt bewaard. Immers, wie door Gods Geest is wedergeboren, wie gebracht is tot een waarachtig en levend geloof in Christus, die krijgt de duivel en zijn ganse rijk tegen. En daarom: strijd! Een echte christen is per definitie ook een strijder. En als hij dat niet is, is hij geen christen. Dan schort er iets aan. Dan mist hij een levenstrek die al Gods kinderen eigen is. Elk die tot geloof kwam, moet ermee rekenen: Christus' Kerk is zolang zij op de aarde is strijdende Kerk.

Krachtig in de Heere

Welnu, met het oog hierop roept Paulus de Efezen toe: 'Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere en in de sterkte van Zijn macht' (vs. 10). 'Voorts...'! Vanuit het Grieks kan dit ook vertaald worden met: tenslotte of eindelijk. Wat heeft de apostel ter afronding nog tot de Efezen te zeggen? Dit: 'Wordt krachtig in de Heere'! Ze hebben met het oog op de geestelijke strijd waarin ze gezet zijn 'sterk' te zijn. Niet slap of halfslachtig. Niet traag of lauw, maar krachtig, weerbaar, sterk! Daar hebben ze naar te staan. Dat is Gods bevel ook aan hun adres. En als ook u deel mag uitmaken van die 'militia Christi' geldt dat ook voor u. Het leven van een christen dient niet in het teken te staan van: we zien wel, we wachten wel af, komt tijd, komt raad, maar in het teken van: 'wordt krachtig in de Heere en in de sterkte van Zijn macht'.

Let erop, dat Paulus ons daarbij niet terugwerpt op onszelf. Alsof de christen zichzélf sterk zou moeten maken en er alles aan zou moeten doen om zijn eigen kracht te laten toenemen. Nee, Paulus zegt: 'wordt krachtig in de Héére...'! Dat wil zeggen: Christus dient hun Krachtbron te zijn. Sterk is de gelovige alleen wanneer hij leeft vanuit de gemeenschap met Christus. Hoe dichter bij Christus, hoe sterker. Hoe meer levend in de gemeenschap met Hem, des te weerbaarder. Kortom, wie in geestelijk opzicht 'sterk' wil zijn, moet sterven. Sterven aan zichzelf en aan al het zijne, opdat Christus in hem zal leven. Wat dat betreft is de orde in het Koninkrijk der hemelen precies tegengesteld aan die in de natuur. Sterk worden we niet door zelfopbouw of eigen kracht. Integendeel, we moeten juist gebroken worden in onszelf, opdat de kracht van Christus in ons wone.

Vandaar ook de toevoeging: 'en in de sterkte van Zijn macht'. Paulus gebruikte deze uitdrukking al eerder in zijn brief aan Efeze. In 1 : 19, 20 schreef hij: 'En welke de uitnemende grootheid van Zijn kracht zij aan ons die geloven naar de werking van de sterkte van Zijn macht, die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden heeft opgewekt'. Daaruit blijkt: die 'sterkte van Zijn macht' is een geweldige kracht. Het is de kracht, waarmee God Zijn Zoon uit de doden heeft opgewekt en tegelijk ook de kracht waarmee Hij dode zondaren tot leven heeft gebracht. Kortom, het is een kracht die triomfeert over zonde, duivel en dood. Een kracht die het hardste hart weet te verbreken. Een kracht waar de macht der duisternis het wis en zeker tegen moet afleggen, ook al maakt zij zich nog zo groot en al komt ze met tienduizenden tegen ons opzetten. Hoe delen de gelovigen in deze kracht? Alleen door zich te stellen onder de heerschappij van Christus. De psalm zingt ervan: 'Gij toch. Gij zijt hun roem/ de kracht van hunne kracht'!

De zwakheid van de Kerk in onze tijd komt dus volledig op rekening van onszelf. Matheid, lauwheid en ingezonkenheid, maar ook het huiveringwekkende dat de vorst der duisternis hand over hand terrein wint, is schuld. Van wie? Van 'paars'? Van dwaalleraars? Van synoden? Van Samen op Wegdrijvers? Van mondbelijders? Nee, wie met de Schrift in de hand eerUjk de dingen onder ogen ziet, moet belijden: het is een schuld die Gods kinderen en knechten allereerst bij zichzelf hebben te zoeken! Zie, welk een geweldige krachtbron hun ter beschikking staat: 'de sterkte van Zijn macht'. Dat is: Zijn allesoverwinnende opstandingskracht. Maar het euvel is: we leven niet uit Hem Die ons deze kracht begeert toe te delen. We begeren persoonlijk en kerkelijk nog veel te veel zelf koning te zijn. Anders gezegd: we zijn nog veel te stérk! En dan bedoel ik: veel te sterk in onszelf. En dat ondanks alle nederlangen die al zijn geleden. Paulus kende het geheim, toen hij beleed: 'Want als ik zwak ben, dan ben ik machtig'! En: 'Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone' (2 Kor. 12:9, 10).

De wapenrusting

Met het oog op de geestelijke strijd roept de apostel de Efezen in de tweede plaats ook tot het aandoen van de geestelijke wapenrusting: 'En doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel' (vs. 11). 'Doet aan'! Het werkwoord hier gebruikt roept de gedachte op van het aantrekken van een kledingstuk. Kortom, zoals een soldaat met het oog op de strijd zijn uniform moet aantrekken, zo moet de christen zich omgorden met de geestelijke wapenrusting. Hoe komt hij aan die wapenrusting? Moet hij die zelf fabriceren of is die ergens te koop? Nee, die ontvangt hij uit Gods hand. Het is dan ook de 'wapenrusting van Gód'. God Die de Zijnen tot de strijd roept, voorziet hen ook van de zo broodnodige wapens. Heerlijke gedachte! Ook dit is alles uit Hem. En juist omdat die wapenrusting uit Hem is, is ze van een oerdegelijke kwaliteit. Van een kwaliteit die door niets anders overtroffen kan worden. Geschikt voor élke situatie. Bestand tegen iedere aanval. Van nut op het meest onverwachte moment. En nogmaals: vanuit de hemel reikt God Zelf deze wapenrusting de Zijnen toe. Alleen, ze moeten er wel gebruik van maken.

En daarom: 'Doet aan...'! Een heilig bevel. Een genadig bevel. Doet aan! En dan niet alleen bepaalde onderdelen van de wapenrusting, maar de gehele wapenrusting van God. In het vervolg somt Paulus de diverse onderdelen van deze wapenrusting op en schrijft hij over de gordel, over het harnas en het schoeisel, over de helm, het schild en het zwaard. Maar nu reeds leggen we er de vinger bij: niet één onderdeel van deze wapenrusting kan worden gemist. Alles is nodig. Al Gods strijders hebben er naarstig op toe te zien, dat ze hun gordel, harnas en schoeisel aandoen, maar ook de helm opzetten, het schild hooghouden en het zwaard hanteren. Waarom is het zo belangrijk dat de gehele wapenrusting wordt aangedaan? Omdat we zowel van binnen als van buiten van doen hebben met een levensgevaarlijke tegenstander. Of, zoals Paulus schrijft: 'Opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel'. Hij is vol list en bedrog. Geniaal in zijn strijdmethoden. We hopen dat een volgende keer verder uit te werpen. Maar juist daarom kunnen we met niet minder toe dan met de gehele wapenrusting van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Tot strijden geroepen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's