Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waarom Gods wapenrusting onontbeerlijk is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarom Gods wapenrusting onontbeerlijk is

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

~~™™~—"""— BIJBELSTUDIE

door L. W. Ch. Ruijgrok, Monster —

'Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt wederstaan in de boze dag en alles verricht hebbende, staande blijven.' (Efeze 6: 11-13)

E vorige keer reeds plaatsten we enkele kanttekeningen bij vs. 11. Zoals beloofd nu het vervolg. Paulus roept in dit vers de Efezen op de 'wapenrusting' aan te doen die 'God' hun toereikt. En dan niet alleen bepaalde onderdelen, maar de 'gehele' wapenrusting. Daarbij gebruikt de apostel voor het woord 'wapenrusting' een woord 'waarmee in militaire kringen de uitrusting van een zwaar bewapende soldaat wordt aangeduid. Het gaat niet om een licht bewapende infanterist, maar om een zwaar bewapende commando' (L. Floor). Vanwaar die zware bewapening? En vanwaar die klemtoon op het aandoen van de hele wapenrusting? Dat heeft alles te maken met de tegenstander, want die is bepaald geen kleine jongen. Geen vijand die onderschat mag worden.

Een geniale vijand

Zware bewapening is nodig, zegt Paulus, 'opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel'. Kortom, een individuele gelovige, maar ook Christus' Kerk in haar geheel staat niet tegenover een mens, maar tegenover de 'duivel'. In het Grieks 'diabolos', d.w.z.: lasteraar, iemand die uit vijandschap valse bschuldigingen spreekt, aanklager, uiteenwerper. Hij is van zeer hoge komaf. Stond aan het hoofd van de engelenlegioenen die in de hemel in opstand zijn gekomen tegen God. En daarom Gods grote tegenstander. Maar vanwege zijn goddelijke oorsprong nog altijd een genie. Alleen wel een genie in het kwaad. Vol list, haat en bedrog. Paulus spreekt in dit verband over zijn 'listige omleidingen'. De apostel wil zeggen: hij zit vol streken. Is er altijd op uit om

door L. W. Ch. Ruijgrok, Monster — mensen te bedriegen. Door list en bedrog hun ogen te verblinden en op een dwaalspoor te brengen. Daarbij gaat hij op een uiterst intelligente manier te werk. Hij hanteert een welgekozen strategie en is levensgevaarlijk. Vooral als hij zich hult in het gewaad van een engel des lichts.

En daarom: 'Doet aan de gehele wapenrusting van God'! Waarom? Paulus zegt: 'opdat gij kunt staan'. We zouden ook kunnen zeggen: opdat u stand kunt houden. Staande kunt blijven tegenover zijn leugenachtige methoden. In eigen kracht kan dat niet. Wapens van menselijke makelij schieten in die strijd volstrekt tekort. Alleen Gods wapenrusting is toereikend. Leerde u dat? Komt u met uzelf telkens weer bedrogen uit? Is het ook uw ervaring: 'Wij zijn toch zwak/ zijn sterkt' is groot/ dus zijn w' elk ogenblik in nood' (Gebed des Heeren : 8)? Welk een genade dan, dat God u in de geestelijke strijd niet terugwerpt op uzelf, maar u vanuit de hemel zijn wapenrusting toereikt. Een wapenrusting waarvan geldt: 'Daar heeft de vijand boog en schild/ en vuur'ge pijlen op verspild' (Ps. 76 : 2 ber.). Zijn we ermee bekleed? Zo ja, dat we hem dan ook hanteren! Zo niet, geef dan nog heden acht op Paulus' dringende vermaan: 'Doet aan'!

Satans hulptroepen

'Want', zo vervolgt hij, 'wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht' (vs. 12). De apostel wil zeggen: Efezen, onderschat uw tegen­ stander niet. Want u staat in de geestelijke strijd niet tegenover een zwak mens {'vlees en bloed'), maar tegenover een leger van boze en kwade demonen. Paulus gebruikt hier voor 'strijd' een woord dat letterlijk 'worsteling' betekent: 'Het past bij een gevecht van man tot man; een heftige worstelstrijd' (L. Floor). Er ligt de gedachte in opgesloten, dat de geestelijke strijd niet alleen iets gemeenschappelijk is, maar dat het daarin ook uiterst persoonlijk toegaat. Elke waarachtige christen heeft een strijd te voeren. Een worstel strijd, waarbij hij staat tegenover een geweldige overmacht.

'Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld (...) tegen de geestelijke boosheden in de lucht'. Daar klinkt ook in door, dat als mensen zich tegen ons keren en zich openbaren als dwaallichten, lasteraars en tegenstanders tegen God en Zijn Kerk, wij toch verder moeten zien. Want die mensen zijn op hun beurt weer instrumenten in de handen van de legers van de duivel: 'Onze eigenlijke tegenstander is satan, geholpen door zijn engelen; wij zien niet ver genoeg, zo wij slechts op de mensen zien die zich tegen ons keren. Wij moeten over hen heen op de machten zien die zich van hen bedienen' (J. van Andel).

Deze duivelse machten duidt Paulus aan als 'overheden', 'machten', 'geweldhebbers van deze wereld', 'geestelijke boosheden in de lucht'. Daarmee duidt hij niet vier verschillende soorten machten aan, wel wil hij met die vierderlei omschrijving het levensgevaarlijke karakter van deze machten aan ons duidelijk maken. 'Overheden' en 'machten' zijn benamingen die binnen het Romeinse rijk ook voor menselijke gezagdragers werden gebruikt. Ze herinneren hier aan het feit, dat de demonen oorspronkelijk als Gods gedienstige geesten met macht, gezag en bevoegdheid bekleed waren. Sinds ze uit de hemel gestoten zijn oefenen ze hun macht echter niet langer ten goede, maar ten kwade uit. Ze zijn geworden tot 'geweldhebbers van deze wereld'. Of, zoals er letterlijk staat: tot 'wereldbeheersers'. De apostel wil daarmee 'aangeven hoe de boze machten momenteel ongezien maar heel reëel heerschappij over de wereld uitoefenen' (L. Floor). Ze beïnvloeden wereldleiders, theologen, geestelijke stromingen, politieke processen, stelsels, filosofiën, kunst, cultuur, radio, t.v., krant en gaat u zo maar door.

Niet voor niets karakteriseert de apostel deze kwade machten als de beheersers 'van de duisternis van deze eeuw' en als 'de geestelijke boosheden in de lucht'. Of, zoals er letterlijk staat: 'in de hemelse gewesten'. Dit laatste is een plaatsbepaling. Paulus wil ermee zeggen, dat ze daar hun 'operatiebasis' (L. Floor) hebben. Hun hoofdkwartier is in de hemelse gewesten en van daaruit houden ze mensen en machten onder hun invloed en keren ze zich met alle list en bedrog die hun eigen tegen de Kerk van Christus en tegen elk waarachtig gelovige afzonderlijk. En daarom: hoe dwaas om satan en zijn demonen te onderschatten. Weg te redeneren zoals vandaag in de moderne theologie gebeurt alsof het slechts om Middeleeuwse voorstellingen gaat. Nee, er woedt dagelijks een strijd op leven en dood. Heel de wereldgeschiedenis staat in het teken van de strijd tussen het rijk van de duisternis en het rijk van het licht. Waarbij intussen de overwinning wis en zeker is weggelegd voor de verhoogde Christus (vgl. 1 : 21-22).

Bewapen u

Met het oog op dit alles kan echter geen christen zonder wapenrusting. Vandaar Paulus' herhaalde appèl: 'Daarom neemt aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt wederstaan in de boze dag en alles verricht hebbende staande blijven'. Hoewel heel de periode waarin deze strijd woedt, aangeduid kan worden als de 'boze dag' (vgl. 5 : 16), zijn er ook situaties en perioden waarin satan in het bijzonder tekeer gaat tegen Gods gemeente en tegen de individuele gelovige. Om in die 'boze dag' de boze te kunnen 'weerstaan' en 'staande te kunnen blijven' is niet alleen de 'gehele wapenrusting' nodig, maar moet een christen er ook zorg voor dragen dat hij 'alles verricht'. Dat betekent allereerst dat zijn wapenrusting op orde dient te zijn, maar vervolgens ook dat hij de wapens vaardig en met inzet van zijn hele persoon heeft te hanteren. We hebben alles te doen 'hetgeen ons in deze strijd te doen staat tot overwinning van deze vijanden' (Kantt. S.V.). Maar... niet in eigen kracht. Alleen in de kracht van Christus en Zijn Geest. Gode zij dank. Hij heeft al die machten allang overwonnen en van Hem mogen we belijden:

'Maar trouwe HEER', Gij zijt Verwinnaar in de strijd En geeft Uw volk de zege.'

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Waarom Gods wapenrusting onontbeerlijk is

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's