Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik stond op mijn wacht...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik stond op mijn wacht...

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

• MEDITATIE

door M. Goudriaan, Lunteren

"Ik stond op mijn wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht om te zien wat Hij in mij spreken zou"

Habakuk 2:1a

IJKEN we nog even terug naar hoofdstuk 1, dan valt ons op dat er in dit gedeelte een bepaalde bewogenheid zit. De profeet kent in zijn persoonlijk en ambtelijk leven - ze zijn bij hem niet van elkaar te scheiden! - bewogenheid, emotie, klacht en hoop. De verhouding tot God en de dienst des Heeren gaan bij deze profeet niet buiten zijn hart en gevoel om. Dat kan toch ook niet, als het goed is! Na verwarring en verbijstering en gebedsworsteling in het voorafgaande is het in het begin van het tweede hoofdstuk alsof er een stilte valt. Hoort Habakuk eerst het dreunen van de aarde onder de aanstormende Chaldeën, nu valt in zijn leven de stilte van het uitzien naar en wachten op de Heere. Ik stond op mijn wacht...

Op zijn wacht

De stilte in onze tekst maakt duidelijk dat de klachten uit hoofdstuk 1 geen brutale, opstandige verwijten aan het adres van de Heere zijn. Zijn bewogen vragen aan de Heere zijn tegelijk gebeden. Na zijn bidden gaat de profeet niet over tot de orde van de dag. Dat noem ik een wonder. Hoe vaak worden onze gebeden niet gevolgd door de overgang naar de dingen van de dag. Ik heb gebeden, ik heb gedaan wat ik kon... Verder moeten we maar afwachten. Hoe gemakkelijk leeft die gedachte niet bij ons: als je nou toch gebeden hebt... Wat kun je verder nog? Bij Habakuk is dat anders. Hij gaat op zijn wachtpost staan, zoals hij het zelf uitdrukt. Wat doe je daar, op zo'n wachtpost? Uitzien, wachten, gespannen opletten. Waar zie je dan naar uit, Habakuk? Naar wat God doen zal en naar wat Hij tot me spreken zal. Merkt u wat een gespannen zaak dat uitzien hier is? Echt bidden, daar zit toch iets van uitzien en horen in. Stel je voor, je hebt audiëntie aangevraagd bij een minister. Nadat je toegang tot hem gekregen hebt, uit je je verzoek en vervolgens draai je je om en je wacht ook nadien niet op antwoord.

Habakuk heeft in zijn bidden zijn klacht en hoop voor de Heere neergelegd. Vervolgens beklimt hij zijn wachttoren. Hij ziet uit naar wat de Heere doen zal. Doen wij dat ook, na ons bidden uitzien naar Gods antwoord? Kennen we de weg van de binnenkamer naar de wachttoren? Of zijn we binnen de kortste keren vergeten wat we eigenlijk gebeden hebben? Ik zal uitzien naar wat Hij doen zal. Mijn God zal mij antwoorden. Habakuk blijft niet steken in het vertellen wat zijn nood is, wat zijn raadsels en vragen zijn. Dat is er wel, maar het wachten op de Heere ontbreekt ook niet en komt in onze tekst nadrukkelijk naar voren. Maar dan moetje wel weten dat de Heere zal antwoorden! Gaat Habakuk daar zomaar vanuit? Nee, niet zomaar. Maar gelooft u ook niet dat, als er van harte gebeden is, er ook iets is van verwachting: Hij zal spreken? Als ik biddend mezelf met al mijn vragen en noden ben kwijtgeraakt aan de handen Gods, is er iets van uitzien. Of dacht u van niet?

Ik stond op mijn wacht en stelde mij op mijn sterkte. We mogen lezen: op mijn wachtpost. Het beeld is wel duidelijk: een soldaat, een wachter die op zijn wachtpost staat. Sommigen denken hier letterlijk aan een wachttoren die Habakuk beklommen zou hebben. Een versterkte plaats in de hoogte. Het is natuurlijk niet helemaal uit te sluiten dat we het zo letterlijk moeten nemen. Misschien had Habakuk wel zo'n hooggelegen plaats waar hij alleen was voor Gods aangezicht. Wat aannemelijker: het beeld is dat Habakuk als het ware een hooggelegen plaats zoekt om vandaar te kunnen zien wat God doet tot redding van het volk. Hoe dat ook zij, we mogen denken aan een bepaalde geestelijke voorbereiding op het spreken van God. Merk op, mijn ziel, wat antwoord God u geeft! Het is voor Habakuk alsof de HEERE ieder ogenblik kan komen. Dat is een gespannen zaak, beste lezer, dat wachten op, uitzien naar Hem. U weet goed genoeg dat we het niet moeten verwarren met afwachten. Dat is zo dood, zo zonder spanning en zonder beweging. De HEERE verwachten is de hoogste geestelijke activiteit.

Heere, waar blijft U?

Habakuk is als het ware afgezonderd voor Gods aangezicht, daar op zijn wachtpost. Alleen voor het aangezicht van de Heere. Hij is daar naartoe gegaan, heeft zich op zijn sterkte gesteld. Wat zoekt hij eigenlijk? Het zal u toch wel duidelijk zijn vanuit dit gedeelte, dat het hem uiteindelijk om Iemand gaat. Heere, zult U dan niet komen? Zult U niet antwoorden?

Wanneer ik het goed zie, is het voor ons vaak veel gemakkelijker om met andere mensen over allerlei noden en vragen en raadsels te praten, dan te spreken met en te wachten op de Heere. We ruimen vaak wat tijd in voor gesprekken met anderen, we maken werk van discussies, en ondertussen... laten we onze wachtpost leeg! Ik ontken natuurlijk niet dat de Heere ook gebruik kan en wil maken van andere mensen om te spreken tot mensen. Dat zal allemaal waar zijn. Toch blijft de vraag overeind staan: is het voor mij vaak niet gemakkelijker, aantrekkelijker om over allerlei vragen te spreken en te discussiëren dan ermee tot de Heere te gaan en vervolgens mijn wachttoren te beklimmen, uit te zien? Spreken met elkaar kan goed zijn, zeker als het gaat over de grote Profeet, de grote Voorbidder, Jezus Christus, maar als ons spreken niet voorafgegaan en gevolgd wordt door ons spreken met de Heere en het onderzoeken van Zijn Woord, kan het ook zo leeg en vermoeiend zijn. Mannen als Habakuk spreken allereerst met God. Zien uit naar Hem!

Welke weg is te midden van alle verwarring en strijd nu beter dan de weg tot God, de weg van het wachten op de HEERE? Wat we hier bij Habakuk zien, is in wezen niet anders dan wat we in het Evangelie zien bij mensen die met hun noden neervallen aan de voeten van Christus en de ogen op hem slaan. Ik wacht op U, Heere! Ik hoop op Uw Woord! Is er ook in alle geestelijke strijd een betere plaats? Weet u er soms één? Dat geldt ook wanneer vandaag een strijd gevoerd kan worden met de vraag: Heere, wat blijft er nu over van Uw werk, van Uw eer? Als u de kerkelijke nood smekend neerwerpt aan Gods voeten.

Misschien begrijpt u vandaag wel helemaal niets van de weg van de Heere. Zou Habakuk voor u een leerzaam voorbeeld kunnen zijn? En als u in uw eigen leven geen begin kunt krijgen aan het werk van God, of wanneer het wat u betreft duizend keer blijft steken en vastloopt, zou u dat niet neerleggen voor Hem Die de Eerste en de Laatste is, Christus? Zou u zich niet neer laten zinken voor Hem, en omhoogzien naar Zijn almachtige hand?

Zullen de Chaldeën dan Israël tenonder brengen? Zal de Heere dat gedogen? Ja, wat Israël betreft, kan Hij dat met het volste recht toestaan. Maar is dan Zijn werk gebroken, totaal gebroken? Om dan nog maar te zwijgen van de beloofde Verlosser Die uit Abraham zal zijn! Vergeet u niet dat het ook hier om Hem gaat! Habakuk begrijpt zoveel dingen niet. Vandaar dat we hem tegenkomen in zijn binnenkamer, dat we hem zijn wachttoren zien beklimmen. Hij zoekt het Woord, het antwoord van God. Hij begeert het onderwijs van de Heere. Ziet verlangend uit naar het werk van de Heere. Weten wij ervan zo de Bijbel te lezen, de prediking te horen? Habakuk zit met die Chaldeën. Maar als Gods werkje lief is, kun je ook vandaag met zoveel dingen lopen, buiten jezelf, maar ook in je eigen hart en in je eigen denken en willen. Lijkt het met Gods werk niet vaak een aflopende zaak?

Doodsmachten en onmogelijkheden grijnzen Habakuk aan. Waarheen met dat alles? Wist ik het maar, zegt iemand. Ik hield wacht om te zien wat Hij in mij spreken zou. Habakuk smeekt, roept. Houdt wacht. Ziet uit naar Gods spreken. En wanneer ik in de geestelijke strijd oog in oog met machtige vijanden sta? Ik ben zwak, hun macht is groot. Habakuk raakt helemaal verlegen om het komen en spreken van de Heere. Zo beklimt hij zijn wachttoren. "Hij zal Zich toch niet onbetuigd laten!" U merkt hier iets van levende hoop: Hij zal spreken!

Wat Hij in mij spreken zal. Zo lezen we het niet vaak in de Bijbel, dat God in mensen spreekt. We mogen ook lezen: wat Hij tot mij spreken zal. Hoewel... het is zeker ook zo dat de Heilige Geest het spreken van God indraagt in mensenharten. Denk erom, dan is het een levend en krachtig woord. Ontdekkend en vertroostend. Zo is het Woord een kracht tot zaligheid. Zo brengt het Woord zondaren en de levende Christus bij elkaar. Calvijn zegt dan ook dat Habakuk wacht op de goddelijke inspraak. De Geest draagt het levenwekkende Woord in, in het diepst van een mensenhart.

Intussen blijkt dat Habakuk hier in zekere zin reeds zijn nood en zijn verbijstering is kwijtgeraakt in Gods hand. Wij hebben het weleens over "iets overgeven aan de Heere". Soms wordt het zelfs een goedkoop recept, een vrome dooddoener. Maar als Habakuk hier zegt, als hij zijn wachttoren heeft beklommen: Ik wacht op wat de Heere in mij spreken zal, dan heeft hij de dingen inderdaad overgegeven in Gods hand. Hier hebt U het, Heere, nu is het in Uw hand. Ik van mijn kant zal wachten op Uw spreken. Uw antwoord, Uw ingrijpen. Wanneer komt U? Nu ligt de nood van Habakuk op haar juiste plaats. In Gods hand. Anders gezegd: aan de voeten van Christus. Dat is onherroepelijk de beste plaats voor alle nood en dood die mij aangegrepen hebben. Ook voor de pijnigende vraag: Heere, hoe moet het met Uw werk? Weet u wat een rijke zaak het is om zo bepaalde dingen kwijt te raken in de hand van de HEERE Heere, en noden te verliezen aan de voeten van Christus?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Ik stond op mijn wacht...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's