Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vastgestelde tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vastgestelde tijd

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE d

oor M. Goudriaan, Lunteren —

En ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou. (...) Want het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn.

Habakuk 2 : lm, 3a

E zagen Habakuk al op zijn wachttoren. Binnenkamer en wachttoren liggen bij deze man heel dicht bij elkaar. Het vurig aanroepen van de Naam Gods brengt tot het uitzien naar wat de Heere spreken en doen zal. Wat een geestelijke activiteit! Wat een strijd!

Verlangend wachten

Graag kom ik nog even terug op de profeet in zijn uitzien. We zeiden tegen elkaar dat hij eigenlijk zijn noden al kwijtraakte bij de Heere. Ook ontdekten we dat er sprake is van een geestelijke activiteit bij Habakuk. Dat kwijtraken van de dingen bij de HEERE kan intussen voor mensen als Habakuk een zware strijd geven. Het ene ogenblik geef je de dingen in Gods hand, het volgende ogenblik wil je alles weer oppakken en zelf in handen nemen. Ik loop ermee te zeulen en eronder te zuchten. Ik wil het zelf in orde brengen. Wat een oefening om de dingen ook werkelijk bij God te laten! Wordt u ook weleens geoefend in die les? Wat is daarbij nodig de Geest der genade en der gebeden. Het is Zijn onderwijs. Zijn leiding, Zijn genade om mij met m'n noden bij de Heere te brengen en ... ook weer opnieuw bij de Heere te brengen. Het komt hier naar voren bij de profeet: hij klaagt zijn nood bij God, spreekt zijn vertrouwen op de Heere uit, en... hij wacht verlangend. Ik zal wachten op wat Hij spreken zal.

Als dat waar is wat we hier zien bij Habakuk - wachten op wat Hij spreken zal - , wat zijn we dan gebonden aan Zijn Woord. Dat kan toch niet anders! De Heere spreekt toch door Zijn Woord. Dat hoort of leest u vandaag niet voor de eerste keer, maar of we er ooit genoeg van doordrongen zijn...? Bij de dichter van Psalm 119 heeft de Heere verwachting gewekt en versterkt door Zijn Woord. Gedenk aan 't woord, gesproken tot Uw knecht, waarop Gij mij verwachting hebt gegeven.

Zo worstelt Habakuk hier. Niet alleen voor zichzelf trouwens, maar vooral wel voor zijn volk. Hij wacht op de voortgang van Gods werk. Is hij niet de man van dat ontroerende gebed: Uw werk, o HEERE, behoud dat in het leven? En wij? Wat heeft de heerlijkheid van Gods Naam, de voortgang van Zijn werk ons te zeggen? Hoe zwaar weegt bij ons de bewaring en vermeerdering van Christus' Kerk? Gaat het ons ter harte of in onze gezinnen en gemeenten mensen bekeerd worden, zondaren worden neergeworpen aan de voeten van Christus? Misschien toch maar goed dat dit voorbeeld van Habakuk ons voor ogen gesteld wordt.

Dit wachten van de profeet is een zaak van verlangen. Een zaak van vertrouwen, hoe diep weggeborgen en aangevochten dat vertrouwen ook kan zijn. Als het gaat over verlangen, zou u kunnen denken aan een wach- ter die de hele nacht al op zijn wachtpost heeft gestaan. Natuurlijk verlangt hij naar het moment dat zijn wacht voorbij is. Habakuk verlangt sterk naar het spreken van God. De hele Bijbel door klinkt een roep: Spreek toch, Heere! Herkent u dat? Ook al kan Habakuk het werken van de Heere zo vaak niet narekenen, hij zal wachten op Gods spreken.

We ontwaarden iets van de verwarring van deze man Gods. Die kan er ook vandaag zijn als Gods werk ons lief is. Die kan er zeker ook zijn bij het rondzien op het kerkelijk erf. "Heere, is dit Uw weg? Spreek toch!" Wie zo wacht en uitziet, wordt niet beschaamd. Wis en zeker zal de Heere door Zijn Woord en Geest dragen en sterken en spreken waar intens geworsteld wordt om de voortgang van Zijn werk. Of nog wat algemener: wie wordt met al zijn nood aan Christus' voeten neergeworpen om dan vervolgens beschaamd uit te komen?

De bestemde tijd

Onder Gods zwijgen is het voor de profeet niet uit te houden. Dat komt meer voor de eeuwen door, dat mensen het daaronder niet houden kunnen! Terwijl hij op zijn wachtpost staat, krijgt Habakuk bezoek van de Heere. Het gezicht dat de Heere hem geeft, moet hij opschrijven. Het moet bewaard worden. De Heere laat aan hem zien wat Hij gaat doen. Het gezicht waar het hier over gaat is een boodschap van de werken Gods. Het moet zwart op wit staan. Anderen moeten er kennis van kunnen nemen. Maar er is nog een andere reden waarom Habakuk het moet opschrijven: wat de Heere gaat doen, is wel heel vast en zeker, alleen zal de vervulling nog wat tijd op zich laten wachten. Vandaar ook dat we lezen: want het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn. Er is dus een gezicht, een boodschap van wat de Heere doen zal. De Heere zegt: "Habakuk, Ik zal het laten zien. Ik heb je bidden en smeken gehoord en nu ga Ik antwoord geven. Ik zal werken en grote dingen doen". Nu blijkt dat gezicht voor een bestemde tijd te zijn. Het wil zeggen dat het in werking treedt, vervuld wordt op een tijd die de Heere bepaald heeft, niet vroeger en niet later. De tijd van vervulling staat vast, maar de Heere houdt dat voor Zichzelf.

Eerder, in hoofdstuk 1, heeft de Heere met Zijn dienaar gesproken over de Chaldeën, die als een gesel in Gods hand zouden uitzwermen over Israël. Deze rovers zouden Gods oordeel over het ongehoorzame volk voltrekken. Maar nu is er ook nog een andere boodschap. De Heere laat Israël niet ondergaan in de greep van deze vijanden en Hij laat Zijn werk niet breken.

Wat zal er dan gebeuren? De Heere zal de Chaldeën op hun beurt ook weer neer- werpen vanwege hun ongerechtigheid. En daarmee zal de Heere dan voor Israël reddend en ontfermend ingrijpen. Gods toorn over de vijanden betekent de redding van Zijn volk. Is dat soms niet het machtige werken van de Koning uit Psalm 72, Jezus Christus? Hij zal Zijn hulpelozen redden en verbrijzelen wie verdrukt. Vooral op de jongste dag zal dat werken van Christus aan de dag komen.

Habakuk moet wel zeer getroost zijn door het gezicht, dat hij krijgt. Dat is het Woord waarnaar hij vurig verlangd heeft op zijn wachttoren. "Heere, zult U het dan toch ontfermend voor ons opnemen en ons te hulp komen in onze hulpeloosheid? Onze vijanden neerwerpen? " Hier blijft alleen verwondering over! "Bent U dan toch gekomen? Ik heb U lang verwacht en U hebt Zich tot mij geneigd". Het gaat om een gezicht over toekomstige gebeurtenissen. De vervulling wacht nog. Niet dat het daarom minder zeker is. Als de Heere de tijd heeft met Zijn werken, zegt dat zeker niet dat Hij helemaal niet werkt. Weet u dat vanuit uw eigen leven?

Soms heeft de Heere zo lang de tijd, eer Hij Zijn Woord - Zijn bedreigingen en Zijn beloften - vervult. Het doet intussen niets af van de zekerheid van Zijn werk! Werd daar door de Zijnen maar meer bij geleefd! Treffend zijn hier de woorden: zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewis komen! Hij zegt het en Hij doet het. Gingen we waarachtig Zijn bedreigingen geloven, dat we erdoor wakker geschud werden? Gingen we ook waarachtig Zijn beloften geloven, dat we er vanuit al onze nood houvast aan kregen?

Op de bestemde, de vastgestelde tijd gaat het Woord Gods in vervulling. In de Bijbel klinkt de vraag: Hoelang nog, Heere? Er is een vastgestelde tijd. Geen dag te laat zal de Heere komen om de Chaldeën neer te werpen. Precies op tijd werkt Hij. Is dat geen machtige boodschap voor degenen die zichzelf niet kunnen helpen en Hem oprecht verwachten, voor hen die uitzien naar de Heere Jezus Christus en steeds weer roepen: kom toch, Heere? Geen dag te laat. Soms oordeel ik al te haastig: Heere, U bent te laat! Of ik zeg ziende op mezelf: nu is het voorbij, gedaan met me! Martha en Maria zeggen tegen Jezus: Heere, als U hier geweest was, toen onze broer Lazarus zo ziek was... Te laat!

Dat haastig oordelen heb ik af te leren. Als Hij het in grondeloze barmhartigheid voor me opneemt, doet Hij dat zeker op Zijn tijd. Habakuk en het volk moeten leren tevreden te zijn met het Woord Gods, erop neer te zinken. Wat een les! Er komt zoveel tegenin, van buitenaf, maar misschien nog wel meer van binnenuit. Een bestemde tijd - Israël is 400 jaar in Egypte, 70 jaar in Babel, niet lan- ger. Een levend christen is tot een bestemde tijd in het strijdperk, op het slagveld. Dan werpt de Heere voorgoed alle vijanden neer, tot de allerlaatste toe, en de Zijne wordt in eeuwige vrijheid gesteld. Een bestemde tijd en Christus verschijnt in heerlijkheid om Zijn vijanden te verbreken en de Zijnen tot Zich te nemen.

De Heere heeft Zijn eigen tijdrekening. Het kan een hele strijd geven bij me om het eens te worden met die tijdrekening van de Heere. Heeft God niet Zijn gena vergeten? En toch heeft een man als Habakuk de tijd mee. Wie de Heere verwacht met hart en ziel, wie aan de levende Christus wordt vastgesnoerd, heeft de tijd mee. Waarom? Omdat de HEERE zal werken! En omdat Hij niet zal laten omkomen die smekend hun ogen opheffen tot Hem! En omdat Christus komt om orde op zaken te stellen, d.w.z. uitkomst te brengen voor de Zijnen.

"O God, wanneer komt er dan een einde aan het woeden van machten die U tegenstaan? " Of zitten u en ik daar niet om verlegen? Dat is hier natuurlijk van beslissende betekenis: hebben wij, op de weg van bekering en levend geloof, het werk en de Naam van God van harte liefgekregen? De bruid van Christus leert op bepaalde momenten vragen: Wanneer, Heere? Dat heeft te maken met het feit dat zij Zijn verschijning heeft liefgekregen, toen ze met alle nood werd neergeworpen voor Hem. Het is zeker goed om vanuit onze tekst de lijn door te trekken naar de grote dag van Christus. Aan welke kant zullen wij trouwens staan? Zal Hij een bekende Christus voor me zijn? Deze vragen moeten we niet van ons afduwen! Vandaag zegt Hij nog: waarom zou u sterven in de vervreemding van Mij, en niet leven?

De Chaldeën zullen tenonder gebracht worden. Bij een oprecht christenmens zullen wereld, duivel en het eigen ik tenonder gebracht zijn. Dan zal het verschil tussen de rechtvaardige, die als een goddeloze alles in Christus leerde zoeken, en de goddeloze tenvolle aan de dag komen. Hier lag een stuk strijd voor Habakuk: zal dan de goddeloze voor altijd de rechtvaardige overheersen? Wanneer je om je heen ziet...! Hier is het antwoord op Habakuks vragen en worstelen: Ik kom, Habakuk, en Mijn werk zal blijken. Christus zal heerlijk zijn in Zijn heiligen. Dan zal het blijken wie aan Hem verbonden werden en Hem liefkregen. Dat betekent intussen de scheiding, de eeuwige scheiding, tussen de één en de ander. Zien we toe dat we niet vergaan met de tegenstanders van deze Koning! Vandaag zegt Hij: Mijn macht is zo groot, Mijn genade zo wonderlijk! Hoor toch naar Mij! Nog tot een bestemde tijd! Mijn ziel, zwijg Gode; van Hem is mijn verwachting.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Een vastgestelde tijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's