Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omgaan met elkaar  in de gemeente (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omgaan met elkaar in de gemeente (4)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

door J. W. van Estrik, Goedereed

Nog twee zaken

We zagen dat de leden van Christus elkaar liefhebben. Wanneer de liefde van Christus het hart heeft geraakt, slaan de vlammen eruit. God weet, nog meer dan ouders die weten wat zij aan hun kinderen hebben, welke werken die Christus voorbereid heeft van Zijn aangenomen kinderen te wachten zijn. Met Zijn dienst bewerkt Christus onderlinge liefde. Christus' liefde dringt tot liefde. Met de vertroosting die Christus schenkt is het, zo is ons gebleken, niet anders. Met een scherp oog voor iemands situatie en een gespitst oor voor iemands leed en moeite weet deze en gene in de gemeente een hartelijk woordje ter vertroosting te spreken. Een moedgevend woord op basis van de hulp van de goede Meester. Twee zaken noemen we nog als het gaat om de omgang met elkaar in de gemeente: terechtwijzing en gastvrijheid.

Terechtwijzing

Zoals ouders in het gezinsleven niet alle woordjes suikeren, zo kunnen evenmin gelovigen in de gemeente altijd lieve woorden spreken. Er moet weleens een hartig woordje gesproken worden. Wanneer iemand de dingen pittig zegt mag niet de conclusie worden getrokken dat hij harteloos is. Integendeel, het is in de goede zin van het woord het bewijs dat hij hart voor de ander heeft. Binnen de gemeente mogen de terechtwijzing en het vermaan niet ontbreken. Het vermaan en het terechtwijzen van de gelovige of rechtvaardige is even onmisbaar als de vertroosting in droefheid, als het bemoedigen in druk en allerlei omstandigheid. Apostelen leggen daar de vinger bij en geven daaraan het volle gewicht. Petrus wordt er naar zijn zeggen niet moe van en hij weet van geen ophouden zolang hij zijn laatste ademtocht, de zucht van verlichting, niet heeft geslaakt. Hij heeft er goed weet van dat een gelovige op bepaalde ogenblikken kan indommelen. Hij wil graag voorkomen dat zijn lezers hetzelfde overkomt. Het gebeuren in de nacht van Gethsémané heeft een diep spoor in zijn leven getrokken. Als geen ander kent hij de bittere ervaring van menselijke vergeetachtigheid. Hij kent ook de bitterste ervaring van vleselijke eigenwijsheid. Laten zijn lezers wakker blijven. Daarvoor slaat hij onvermoeibaar op datzelfde aambeeld van het Evangelie. En als hij straks gestorven is, dan zullen zijn woorden nog spreken. De apostolische woorden zijn verplichtend voor de dienst der prediking. Echte Koningskinderen die op hun plaats zijn voor hun Rechter verstaan de Hoge Dienst en zeggen niet: "Dat weten we nu wel." Zij zeggen 'amen' op Gods woorden en danken de Heere dat Hij het wéér liet horen. De Heilige Geest blaast steeds het gepredikte woord in hun levenszeilen om op de veilige Haven af te blijven stevenen. De liefdevolle predikdruppels zijn met hemels recht dorstlessend voor de dorstige monden. Begrijpelijk dat een bewogen apostel tot het bijwonen van de samenkomst van de gemeente beveelt. In de brief aan de Hebreeën treffen we diverse vermaningen aan waaronder deze specifieke terechtwijzing. Het gaat om visie op het Leven en de juiste leefrichting.

Wees gewaarschuwd

In de Hebreeënbrief predikt de apostel Christus. Hij reikt een volle hand. Het waarschuwende en opgestoken vingertje ontbreekt daarbij niet. Reeds in het derde hoofdstuk klinken ernstige waarschuwingen. De lezers wordt de les gelezen. Uit de geschiedenis is lering te trekken. Zij zijn gewaarschuwd voor de verharding. Die waarheid is hard, maar niet zonder liefde gezegd. De apostel wil voorkomen dat er verharding ontstaat, dat iemand het heil spoor volledig bijster raakt en op de weg van de zonde geraakt. Altijd dreigt het gevaar van afval. Niemand is er te goed voor: ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van de levende God! (He-breeën 3 : 12). Het gevaar van de verslapping wijkt nooit. De strijd tegen de zonde is een permanent gevecht. Juist het onderling vermaan is daarbij dienstig: vermaant elkaar te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde door de verleiding der zonde (Hebreeën 3 : 13). Aan de voeten van Jezus leren wij ootmoed. Er is geen aanleiding om hoog van de toren te blazen wanneer gelovigen juist dagelijks vermaning en sturing nodig hebben.

Hoofdstuk tien, wie niet weg is wordt gezien. In de christelijke gemeente kan niemand als egotripper wandelen en verontschuldigend zeggen: 'Ben ik mijns broeders hoeder? ' Daar heeft men de zorg voor elkaar. Jij bent mijn zorg, zegt het ene lid tegen het andere lid. In dit opzicht bevat het tiende hoofdstuk rake woorden. Gemeenteleden moeten elkaar aanvuren, aanscherpen en aansporen om niet het kwade te doen, maar het goede. Voor de negatieve praktijk van het loeren-achter-de-gordijntjes bestaat geen ruimte. Niet het kwaadwillig bespioneren is Gods bevel, maar het aanzien van de naaste uit liefde. Naar iemand omkijken om hem wegwijs te houden. De één dient de ander aan te sporen tot het voortbrengen van het goede. Gemeenteleden zijn geen kwaadstichters maar 'aanstichters' tot het goede. We hebben het vermoeden dat deze kwestie in vele gemeenten aandacht behoeft en verdient.

Reeds boven tipten we het vermaan om de samenkomsten te bezoeken aan. De apostel windt er geen doekjes om: er zijn gemeenteleden die hun leven moeten beteren als het over hun aanwezigheid in de samenkomsten gaat. Sommigen maken er een gewoonte van om te 'schitteren' door afwezigheid. Zij spelen met vuur. Per slot van rekening is een bijeenkomst geen vrijblijvende zaak. Het bijeenkomen met elkaar is niet facultatief gesteld. Het belang is te groot. Eeuwigheidsbelang. Het zou de garderobe ge- noemd kunnen worden waar God Zijn kinderen maatkleding aantrekt voor de grote Bruiloft. Zij moeten weten welke Rechter zij ontmoeten en hoe zij Hem onder ogen kunnen komen. Terwijl God Zijn gemeente in die bijeenkomsten wil voorbereiden op de beslissende dag en de laatste doorslaggevende ontmoeting verzaakt de gemeente haar plicht. Schadelijk verzuim. Schandelijke minachting van het bloed van Gods Zoon. Wie de Geest der genade smaadt dient op vergelding te rekenen. Het is een veeg teken wanneer in gemeenten de bezetting van Avondmaalstafels voller wordt en die van avonddiensten minder. Staan beide niet in het licht van Zijn wederkomst: totdat Hij komt? In christelijke gemeenten zijn wij verantwoordelijk voor elkaar. De christelijke gemeente is een belangengemeenschap. De saamhorigheid belangende Christus Jezus. ledere vrijblijvendheid bij Woord en/of sacrament schijnt daarom meer gericht te zijn op een dodelijke afloop dan op een levende opgang. Salomo's wijsheid blijft actueel: het oor dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel (Spreuken 15 : 31-32a).

Gastvrijheid

Bij één punt leggen we nog even de vinger: de gastvrijheid. Het behoeft nauwelijks betoog dat in de dagen van de apostelen de kwestie van gastvrijheid dagorde was. Een zaak van leven of dood. De rondtrekkende predikers behoefden onderdak. In de Handelingen kunnen we erover lezen. In zijn derde brief geeft Johannes Gajus er een compliment voor. In de brief aan de Hebreeën blijken de gelovigen onder vuur te liggen en worden gemeenteleden van bezittingen beroofd. De apostel geeft opdracht om de herbergzaamheid niet te vergeten (Hebreeën 13 : 2). In zijn eerste brief spoort Petrus ook aan herbergzaam jegens elkaar te zijn (1 Petrus 4 : 9). Uit Petrus' woorden blijkt dat die eis niet overbodig is. Kennelijk is er onder de vreemdelingen in de verstrooiing ook weleens zoiets als 'ga mijn deur maar voorbij'. Onder de gelovigen in de eerste gemeenten zijn er ook mensen bij wie alles kan en voor wie iets niet gauw te veel is. De bijeenkomsten rond de leer der apostelen bij deze en gene aan huis bewijzen dat. Maar er is ook een andere categorie mensen. Zij laten het graag over aan een ander, zij hoeven niet iedereen over de vloer, misschien oordelen zij dat ze al genoeg voor anderen doen. Soms ontkomen zij er niet aan om geloofsgenoten onderdak te geven, maar het gaat niet zonder murmureren, het gaat niet van harte.

Jawel, in een christelijke gemeente scheppen de broeders en zusters geen hoge drempels. Wie door God 'm Huis' is gehaald, haalt voor de ander de schouders niet op. Hij leent zijn oor, hij geeft zijn hart, hij opent zijn huis. Wanneer in de praktijk hij wéér eens komt die met zijn ziel onder de arm loopt of bij wie het verdriet zo hoog zit, dan is de gedachte niet 'daar heb je die zeur weer'. Dan gaan we ook niet schuil achter de muur of het gordijn totdat de betrokkene zijn hand van de bel heeft genomen en onverrichter zake huiswaarts is gegaan. We trekken ook geen grimassen bij het telefoongesprek en slaken niet bij het leggen van de hoorn op de haak de verzuchting 'dat gezeur'. En dat slechts om één reden: mijn God ontfermde Zich over mij. Barmhartigheid gekregen om barmhartigheid te bewijzen. Eerlijk gezegd: met dagelijkse vermaning is ook hier niets te veel gezegd. Ik sterf alle dag. Voor één doel: ik leef niet meer maar Christus leeft in mij. In mij zijn andere ogen en is een ander hart. Aan mij zijn andere oren en andere handen. De bel gaat. Liefde gevraagd. Wanneer 'mijn persoontje' het voor het zeggen heeft staat de arme ziel voor een gesloten deur. Met Christus gekruisigd. Om Jezus'wil, kom binnenl

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Omgaan met elkaar  in de gemeente (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's