Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

David Livingstone (1813-1873) 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

David Livingstone (1813-1873) 1

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT DE SCHAT VAN DE KERK

door H. Hartman, Ridderkerk

/" AVID Livingstone is één van de grootste zendelingen geweest. Naast zijn werk als zendeling-arts, deed hij ontdekkingsreizen door donker Afrika. Dat betekende: voortdurend vechten tegen tropische ziekten en altijd blootgesteld aan wilde mensen en dieren.

Toen hij in 1840 voor het eerst in Afrika kwam, was van Midden-Afrika nog niets in kaart gebracht. Livingstone heeft er een begin mee gemaakt. Hij heeft wegen gezocht om Afrika open te leggen voor de handel. Heeft gestreden tegen slavernij, bijgeloof en analfabetisme. Bovenal zocht hij ingang voor het bevrijdend Evangelie van Gods genade in en door de Heere Jezus Christus, zowel voor blank als zwart. We gaan daar meer van horen.

Geboorte en studie

David Livingstone werd op 19 maart 1813 in Blantyre bij Glasgow in Schotland geboren in een eenvoudig arbeidersgezin. Zijn vader was Neil Livingstone, zijn moeder Agnus Hunter, een lieve, zachte vrouw. David heeft haar innig liefgehad. Vader Livingstone verdiende de kost als wever. Breed hadden ze het niet. Het waren god-vrezende mensen, die trachtten hun kinderen met „God en met ere" groot te brengen. De eerste opleiding kreeg David op de dorpsschool in Blantyre. Toen hij 10 jaar was, moest hij al naar de fabriek (een katoenspinnerij) om financieel bij te dragen in het levensonderhoud van het gezin. Het waren lange dagen, van 6 uur in de morgen tot 8 uur in de avond. Daarna van 8 tot 10 uur naar de avondschool om... Latijn te leren. David was buitengewoon leergierig. Uren aaneen zat hij te lezen. Dat had hij vast van zijn vader, die eveneens een verwoed lezer was, met voorkeur voor werken over religie, ontdekkingsreizen en filantropie. Als jongeman van 16 jaar las hij zonder moeite de werken van Horatius en Virgelius. In het begin dreef hem alleen zijn dorst naar kennis. Hij streefde nog geen bepaald doel na. Dat werd anders, toen hij 20 jaar was. Er gebeurde iets, dat beslissend zou zijn voor zijn verdere leven. De vraag ging hem meer en meer bezighouden, of het heilswerk van de Heere Jezus Christus, waarvan hij door zijn opvoeding verstandelijk afwist, ook hem persoonlijk gold. Waren ook zijn zonden in en door Christus verzoend? Tot hij in 1833 de goede keuze mocht doen en zich aan zijn Heiland en Zaligmaker overgaf. Hij wilde nu dokter worden. Maar meer dan gewoon dokter, wilde hij de Heere dienen. Zendeling-dokter zijn, dat was zijn verlangen. Beslissend daarbij was mede, de oproep van Gutzlaff, die zendeling was onder de Chinezen. Deze riep alle gelovige jongemannen op, om zich beschikbaar te stellen voor de dienst van de zending. Gedrongen door de liefde van Christus, wilde Livingstone zich aanmelden bij één van de reeds bestaande Zendingsgenootschappen. Uiteraard vroeg dit de nodige studie vooraf. Het vroeg zelfs universitaire studie. Aan de Hogeschool in Edinburg ging hij Grieks, theologie en geneeskunde studeren. Maar alleen in de wintermaanden. De zomermaanden werkte hij in een katoenfabriek. Dat was nodig om de studiekosten te kunnen betalen. In 1838 had hij het gebracht tot kandidaat in de geneeskunde. Hij had zendeling willen worden in China. Maar door staatkundige ontwikkelingen waarbij Engeland en China waren betrokken, ging dat niet door. Tot genoegen van Livingstone was het Londense Zendingsgenootschap bereid hem aan te nemen als zendeling-kwekeling. Als je kwekeling was, moest je ook proefpreken maken. Je moest dan, als het nodig was, een predikant vervangen. Dat overkwam David, toen een predikant plotseling ziek werd. Hij zou voor de zieke voorganger een avonddienst waarnemen. Het werd een volkomen mislukking. Hij bracht het niet verder dan het voorlezen van de tekst. Hij had zijn preek zorgvuldig gememoriseerd, maar op de kansel was hij alles kwijt. Zijn hoofd voelde ontstellend leeg aan. Hij holde de preekstoel af en het kerkje uit. Gelukkig kreeg hij een herkansing en ging het toen beter. Al in 1840 promoveerde Livingstone tot doctor in de medicijnen. Ook met de theologische studie kwam hij klaar.

Pionier in Afrilia

Het Londense Zendingsgenootschap zond hem nu uit naar Zuid-Afrika. Zendeling Robert Moffat had in Kuruma een zendingspost. Livingstone ging hem helpen. Later is hij met een dochter van Moffat, Mary, gehuwd. We komen haar later nog tegen. Duidelijk was voor Livingstone, dat eer het kon komen tot Evangelieprediking, het nodig was, land en volk grondig te kennen. Een halfjaar lang vertoefde hij te midden van een kafferstam om daardoor hun taal, zeden en gewoonten te leren kennen. Ongeveer 6 jaren arbeidde hij met Moffat onder de Beetsjoeanen. Livingstone wilde inboorlingen opleiden, die daarna hun landgenoten konden onderwijzen. Dus: op het zendingsveld uit de inheemse bevolking, mannen opleiden tot leraar. Deze gedachte was in die dagen geheel nieuw. De oudere zendelingen zagen er niets in. In deze was Livingstone zijn tijd ver vooruit. Ook het contact met de Boeren in Afrika was weinig bemoedigend. Zij stonden tegenover de arbeid van de zen- delingen onder de Beetsjoeanen afwijzend. Het geslacht van Cham droeg nu eenmaal de vloek van God en daaraan had men zich te houden. Men verzette zich tegen de gedachte, dat de kaffers en negers beschouwd moesten worden als „mensen", gelijkwaardig aan de „wit-mensen". Hun vijandschap ging zover, dat zij later een zendingsstation van Livingstone hebben afgebrand en verwoest.

In 1847 stichtte Livingstone een nieuwe, zelfstandige zendingspost in Mabotsa, gelegen ver ten noorden van Kuruma. Hier bleef hij drie jaren. In Mabotsa waren veel leeuwen. Eens werd Livingstone door een leeuw aangevallen. Daarbij werd zijn linkerbovenarm zó beschadigd, dat deze lam is gebleven.

Teruggekeerd bij Moffat, trouwde hij met diens dochter Mary.

Na die drie jaren vestigde hij zich in Sjonoeane, onder de Bakoeënen. Sechele, het opperhoofd van die stam, werd voor het Christendom ingewonnen en gedoopt. Er ontstond een kleine christelijke gemeenschap, die zich echter minder snel uitbreidde, dan de zendeling-arts had gehoopt. Hij schreef over de mensen daar: „Hun geheugen kan nauwelijks iets vasthouden van hetgeen wij hen onderwijzen, en zo laag zijn zij gezonken, dat de duidelijkste tekst in de gehele Bijbel niet door hen kan worden begrepen." Tijdens zijn verblijf in Sjonoeane, heerste daar een grote droogte. Livingstone had de bevolking geleerd hun land te irrigeren, maar die kennis kon niet worden benut, toen de regen maanden- en maandenlang uitbleef. Op voorstel van Livingstone trekt Sechele met zijn gehele stam naar het meer waterrijke noorden. Ze gaan naar Kolobeng (1847). Daar was voor de zendeling en zijn vrouw een huis gebouwd en daar hebben zij voor het eerst in Afrika een werkelijk tehuis gehad. In de loop van 6 jaren werden hier vier kinderen geboren. Livingstone klaagt er in zijn brieven regelmatig over, dat er zo weinig tijd overbleef voor het eigenlijke, het echte zendingswerk. Er werd ook zoveel van hem gevergd. Hij moest huizen en scholen bouwen, tuinen in cultuur brengen; zich bemoeien met watervoorziening in de lange tijd van droogte. Als dokter moest hij medische hulp aan de zieken geven. Ook de slavenhandel was een grote belemmering voor de prediking van het Evangelie. Ze was oorzaak van gedurige onenigheid en oorlog tussen de verschillende stammen. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

David Livingstone (1813-1873) 1

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's