Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Heerser uit Bethlehem Efratha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Heerser uit Bethlehem Efratha

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

—— door J.C. Schuurman, Ridderkerk

„En gij, Bethlehem Efratha! Zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen. Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid." Micha 5 : 1

O onbekend als Micha's profetie "" van de Doorbreker (zie vorige meditatie) is, zo bekend is deze adventsprofetie uit Micha 5. Wellicht hebt u als kind deze woorden ook uit het hoofd geleerd. Tijdens kerstfeestvieringen van de zondagsschool klonk en klinkt het nogal eens uit een kindermond: 'En gij, Bethlehem Efratha ...! Uit u zal Mij voortkomen. Die een Heerser zal zijn ....' Deze profetie heeft een grote rol gespeeld in de geschiedenis van de wijzen uit het Oosten. Ze zochten de geboren Koning in Jeruzalem maar zaten daarmee op het verkeerde spoor. Totdat de overpriesters en de schriftgeleerden vanuit Micha 5 de weg wezen naar Bethlehem, ja naar Christus Zelf. Aan de hand van Micha's adventsprofetie hebben de wijzen Hem gevonden en zijn ze gekomen tot de aanbidding van de beloofde Heerser. Zoekers werden vinders. En wat toen kon, kan vandaag nog. De Heilige Geest gebruikt ook nu ditzelfde woord uit Micha om zoekende mensen tot Christus te leiden, opdat ze Hem als hun Heere en Koning aanbidden. Bent ü op zoek naar de Zaligmaker? Is het in deze adventstijd uw verlangen om Hem voor het eerst of opnieuw te vinden als uw Redder? Overweeg dan biddend de profetie van Micha om door dit woord de Heere Jezus te ontmoeten. Juist armen en geringen kunnen bij Hem terecht. Want Hij is, hoewel van hoge komaf, ergens achteraf geboren.

Micha heeft ook deze profetie uitgesproken tegen een donkere achtergrond. In het gedeelte vóór de tekst heeft hij opnieuw de nodige oordelen moeten aankondigen. De Heere is door Zijn volk diep gekwetst. Daarom zal Israël naar Babel worden weggevoerd. En toch zet God geen punt achter Zijn verbondstrouw. Door de gerichten heen geeft de Heere een nieuw begin. Want - er zal een Heerser komen. Reken maar dat het een vertroostende boodschap is geweest voor die tijdgenoten van Micha die wél rekenden met God en met Zijn dienst. Wat zullen zij hebben geleden onder het geestelijk verval. Ze zagen het oordeel naderen. En ze konden alleen maar belijden dat God terecht met Zijn straffen kwam. Maar tegelijk hebben ze zich afgevraagd of er nog uitkomst mogelijk zou zijn. Juist voor degenen die de Heere oprecht vreesden moet deze profetie bijzonder bemoedigend geweest zijn. Het mag ons niet ontgaan dat de tekst met het woordje 'en' begint. Dat duidt op een vervolg. De onheilsprofetie van hoofdstuk 4 is het laatste niet. God is het Die ook verlos-sing zendt! Dat is het wonder van Zijn trouw. Dwars door alle ontrouw van Zijn volk heen, laat Hij Zijn Koninkrijk, ja de Koning Zélf, komen. En hoe! In de weg van het wonder.

Het is een merkwaardig woord. Immers - wie wordt er aangesproken? Een mens? Nee, een dorp, een gehucht. Bethlehem in de landstreek Efratha. In Micha's dagen was het een klein onbetekenend plaatsje. Eén van de vele nederzettingen die Juda telde. Het stelde maar weinig voor. Het was echt zo'n achteraf gehucht, ja 'klein onder de duizenden van Juda.' Uitgerekend uit dit dorpje zal de Beloofde komen Die een Heerser zal zijn in Israël. De geschiedenis zal zich herhalen. Eeuwen geleden is immers ook een andere heerser uit Bethlehem gekomen: David, de jongste van het gezin van Isaï. En juist hij werd op Gods bevel ge- zalfd. Hier zien we Gods stijl van werken. Hij heeft een uitgesproken voorkeur voor het geringe, voor wat niet meetelt bij de mensen. Dat is een lijn die als een rode draad door de hele Schrift heen loopt. De zwakke Abel gaat de sterke Kaïn voor. Jakob wordt boven de stoere Ezau gesteld. Gideon wordt aangewezen als richter, terwijl hij thuis nota bene de minste is. En niet te vergeten Maria, een eenvoudig meisje uit Nazareth. Maar God heeft haar uitverkoren om de moeder des Heeren te zijn. De Heere laat Zijn oog vallen op het geringe, omdat Hij het dwaze van de wereld heeft uitverkoren, het zwakke, het onedele en het verachte (1 Kor. 1 : 27-28).

Nu, dat horen we ook in Micha 5. De beloofde Heerser zal niet geboren worden in de residentiestad Jeruzalem, maar in het gehucht Bethlehem. In het verleden stond hier de wieg van koning David. In de toekomst zal hier de kribbe van Koning Jezus staan. Want 'gij, Bethlehem Efratha, gij zijt niet té klein', bedoelt de Heere te zeggen in de tekst. Is dat geen vertroostend evangelie in deze adventstijd? God gaat het hoge voorbij en zoekt het nietige. Voor Hem behoeven we geen geestelijke hoogvliegers te zijn. Misschien moet u wel belijden dat uw geloofsleven vaak zo armetierig is. Als u anderen hoort spreken over de geestelijke dingen, ervaart u sterk uw eigen armoede en onwaardigheid, omdat u zelf maar zo weinig te vertellen hebt. En dan kan de vraag bovenkomen of er voor ü wel genade is. Dan mag deze profetie u bemoedigen. De Heere verkiest juist het geringe. Uit dat kleine, onbe­ duidende Bethlehem zal de beloofde Verlosser voortkomen. Als een Heerser nota bene! Opnieuw een rijke adventsnaam waarin de grootheid en de macht van Christus worden voorzegd. Hij is de Koning aan Wie de troon van Zijn vader David gegeven zal worden. Hij zal Koning zijn in der eeuwigheid, en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde zijn (Luk. 1 : 32-33).

Opvallend is het woordje 'Mij' in de tekst: 'Uit u zal Mij voortkomen.' Dat betekent dat de beloofde Heerser er in de eerste plaats voor God zal zijn. Daar lezen we gemakkelijk overheen. Maar de spits van Christus' werk is allereerst op de Vader gericht. Het Kerstgebeuren heeft niet alleen betekenis voor Jezus' volgelingen maar ook voor Zijn Vader. Hij is gezonden om Diens Koninkrijk te laten doorbreken. Hij is ook gekomen om Gods recht op deze geschonden aarde te herstellen. Bovendien geeft Hij de hemelse Vader Zijn eer terug die wij Hem hebben ontroofd. Gehoorzaam volbrengt Hij het werk dat Hem van Godswege is opgedragen. En dat is vooral het kruiswerk. Hij is het Lam Dat God Zichzelf (!) ten brandoffer voorziet, zodat er verzoening tot stand komt. Het gaat om een belangrijke notie in de tekst: Jezus is er in eerste instantie voor God. Zullen we dat niet vergeten nu we de Kerstdagen tegemoet leven? Wij zijn door de zonde sterk op onszelf gericht. Daarom vragen we ons al gauw af wat het Kerstfeest voor óns betekent. Van nature weegt onze zaligheid ons zwaarder dan Gods eer. Maar Micha's adventsprofetie leert ons dat Jezus' komst om te beginnen voor de Vader van grote betekenis is. Dat ligt opgesloten in het kleine woordje 'Mij' dat we beslist niet over het hoofd mogen zien. Uit Bethlehem Efratha zal Mij (!) voortkomen.

Tegelijk ligt er ook voor ons een rijke zegen in de tekst, omdat de Beloofde 'een Heerser zal zijn in Israël.' Bemoedigend voor Gods oude volk en ook voor de gemeente van Christus. De Zaligmaker is onder Zijn volk komen wonen en werken. Midden in de nood van de zonde is Hij neergedaald als Heerser. Maar wat een verschil met aardse machthebbers en regeerders! We zien het onderscheid al rond Zijn geboorte als er voor Hem geen andere plaats is dan een stal en een kribbe. Eén en al armoede! Is dat de beloofde Telg uit het huis van David? Ja! En Bethlehem was nog maar het begin. Het is uitgelopen op het kruis. Is dat, is dat mijn Heerser? Die Man van smarten, aan het vloekhout vastgenageld? Het levende geloof belijdt: 'ja, dat is Hij! En Hij is mij nog lief ook, juist als de Gekruisigde!' Boven het kruis staat Zijn titel te lezen: 'Jezus, de Nazarener, de Koning (de Heerser) der Joden.' Dieper had Hij Zich niet kunnen vernederen. Maar Hij is Gode zij dank ook opgestaan uit de dood. Alle macht in hemel en op aarde is Hem door de Vader gegeven, zeker nu Hij verhoogd is aan Diens rechterhand. Hij is dé Heerser bij uitstek Die boven alle heersers (met een kleine letter) staat. Hij regeert en doet Zijn Koninkrijk komen.

Ondertussen is Hij vol zorg voor Zijn volgelingen. Volgens vers 3 van Micha 5 zal Hij weiden. Deze Heerser is dus tevens een Her­ der. Het gaat om een herderlijke Koning Die tegelijk een koninklijke Herder is. De Zijnen komen niets tekort. Hij zorgt op tijd voor voedsel en water, voor rust en vrede. Hij is gekomen opdat Zijn schapen leven en overvloed hebben. Merken we dat niet als het Woord wordt verkondigd en als het Heilig Avondmaal wordt bediend? Vruchtbare weiden waarin we alles vinden wat we nodig hebben voor nu en eeuwig. Hier wordt de rust geschonken doordat we op adem komen in het volbrachte werk van Christus. Als Heerser beschermt Hij Zijn gemeente ook tegen de machten van de duisternis. Hij is geopenbaard opdat Hij de werken van de duivel verbreken zou (1 Joh. 3 : 8). Wat een liefde dat Hij vrijwillig gekomen is en dat Hij de heerlijkheid van God wilde verlaten. Daar moeten we niet gering over denken. Want onze Middelaar deelde van eeuwigheid in de heerlijkheid van Zijn Vader.

In de slotwoorden van de tekst licht iets van dit wonderlijke mysterie op als Micha belijdt: 'Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.' Christus' oorsprong ligt in de eeuwige God. Toen hemel en aarde nog niet eens geschapen waren, was Hij er al. Dat is een hoge en tegelijk diepe werkelijkheid die ons bevattingsvermogen volstrekt te boven gaat. We kunnen er slechts van stamelen zoals bijvoorbeeld de geloofsbelijdenis van Nicéa doet: '... geboren uit de Vader, vóór alle eeuwen; God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God ...' Maar deze oorsprong onderstreept wel Zijn grootheid. Het gaat om een eeuwige en daarmee unieke Heerser. Geen tweede zoals Hij. En met de belijdenis van Nicéa belijden we ook: 'Die om ons mensen en om onze zaligheid, is nedergekomen uit de hemel, en vlees is geworden ...' Bij dat wonder worden we in deze weken bepaald. We moeten het volstrekt van Hem hebben. Buiten Hem is er geen leven. Dat is de ernst van het evangelie. Hem verwerpen is de dood. Maar Hem aanbidden is het Leven. Zullen we ons eerbiedig voor Hem neerbuigen zoals 2000 jaar geleden de wijzen? Toen zij met de profetie van Micha in aanraking kwamen, was aanbidding de vrucht. Gelukkig als dit woord ook ons dóór en óp de knieën doet gaan voor de Heerser Die onze Heere Jezus Christus is.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Een Heerser uit Bethlehem Efratha

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 2002

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's