Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De soberheid van het  Kerstevangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De soberheid van het Kerstevangelie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. van Gorsel

ER is geen christelijke feestdag die zich mag verheugen in een zo grote populariteit als het Kerstfeest. De mens van onze tijd, volledig geseculariseerd, kan zich bij Pasen niet veel voorstellen, weet van Pinksteren zelfs niet wat het betekent, maar het Kerstfeest is bij jong en oud nog „in". Komt dat misschien doordat het midden in de winter valt, in de donkerste dagen van het jaar, zodat er meer dan ooit behoefte is aan gezelligheid en huiselijke sfeer?

In ieder geval „doen" bijna alle mensen aan Kerst. Ze komen in een bepaalde stemming, doen zich te goed aan uitzonderlijke maaltijden, gaan op bezoek of ontvangen bezoek. En daarbij vallen vaak woorden als licht en liefde en vrede. Kortom, het sentiment krijgt rondom de Kerstdagen alle kans. Merkwaardig is dat de dienst van Eerste Kerstdag in de meeste gemeenten een „topper" is. Voorheen wilden rand- en onkerkelijken nog weleens de dienst van Oudejaarsavond bijwonen - om goed te maken wat een jaar lang verzuimd was? - maar tegenwoor­ dig gaan mensen die anders de kerk nooit van binnen zien, op Eerste Kerstdag naar de kerk. Is ook de kerkgang een onderdeel van de sfeer die men wil scheppen op de Kerstdagen?

Het verhaal gaat dat Professor A.H. de Hartog, een befaamd kanselredenaar, een dienst op de Kerstdag zou leiden in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. Voordat hij zou beginnen aan zijn preek verwijderde hij de groene takken en het engelenhaar van de kansel, en zei toen: „Nu gaan we luisteren naar het Evangelie van de stal en de kribbe die ook niet versierd waren".

Hoe langer je erover nadenkt, hoe tegenstrijdiger het wordt. Onze uitbundige Kerstvieringen - want ook als kerken doen we er allemaal een beetje aan mee! - staan in schril contrast met de eenvoud en de soberheid van het Kerstevangelie.

In de apostolische brieven moet je vaak zoeken naar een tekst waarin over de menswording van Gods Zoon wordt gesproken.

Bij Paulus is dat eigenlijk alleen Gal. 4 : 4: „Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet". Bij Johannes denken we aan 1 Joh. 4 : 9: „Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem". En in de Openbaring wordt het visioen van de vrouw die het Kind baarde, meteen gevolgd door de verschrikkelijke strijd van de draak en zijn engelen.

Van de vier evangelisten is er één - Markus - die niets over de geboorte vermeldt, maar inzet met het openbaar optreden van Jezus. Een andere evangelist - Johannes - vertelt geen geschiedenis, maar laat ons de achtergrond zien van het Woord dat vlees geworden is. De derde - Mattheüs - geeft alleen de stamboom van Jezus, de „genesis", de afkomst. Het enige „verhaal" over de geboorte vinden we bij Lukas, hoofdstuk 2, dat dan ook uitermate populair is op de Kerstdagen. Maar wat vertelt deze evangelist nu eigenlijk? Van een keizer die een volkstelling op touw zet, van Jozef en Maria die naar Bethlehem gaan, van herders en de engelenboodschap en het engelenlied. En dat alles in de meest sobere bewoordingen. Daarmee hebben we het wel zo ongeveer gehad. Deze summiere gegevens vormden de eeuwen door een onuitputtelijke bron voor dichters en schilders. De grootste gebeurtenis van alle tijden - dat God omzag naar een verloren wereld door Zelf Mens te worden - is in uiterst sobere bewoordingen weergegeven. Zo gezien is het begrijpelijk dat de Vroege Kerk in de eerste eeuwen van onze jaartelling het Kerstfeest niet vierde. Pas nadat Constantijn de Grote het christendom tot staatsgodsdienst had verheven, kwam de gewoonte op, de geboorte van Christus te herdenken. Het Kerstfeest kwam in de plaats van het heidense Midwinterfeest, het feest van de onoverwinnelijke zon. Licht dat opgaat in de duisternis.

Ook de Reformatie en de Nadere Reformatie hadden moeite met de uitbundige viering van het Kerstfeest, al hebben ze terwille van de gevoelens van de bevolking, wel wat water in de wijn moeten doen.

Er is, denk ik, niets tégen, dat we de geboorte van de Heiland vieren. Maar in het licht van het Nieuwe Testament dienen we het wel sober te houden. De Zoon van God is immers Mens geworden om in de menselijke natuur te kunnen lijden en sterven. Er loopt een rechte lijn van Bethlehem naar Golgotha. Een dichter heeft ervan gezegd: „Doe, Heer, ons toch verschrikt begrijpen, Dat Golgotha begint bij Bethlehem. Wie rond Uw stal slechts dromen rijpen, Hij zoekt vergeefs een nieuw Jeruzalem".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 2002

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's

De soberheid van het  Kerstevangelie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 2002

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's