Hem gelijk zijn

MEDITATIE

door M. Goudhaan, Lunteren

"Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is"

1 Johannes 3 : 2b

D E heerlijkheid van de kinderen Gods is nog niet aan de dag gekomen. Er is echter meer. Wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen. Hoe weet Johannes dat dan? Toch zeker vanuit de Schriften. En zou hij verder niet denken hier aan wat Jezus voor Zijn hemelvaart heeft gesproken? Hij zou heengaan, sterven, opstaan, ten hemel varen en wederkomen om de Zijnen tot Zich te nemen. Het zijn woorden die Johannes diep geraakt hebben en die levende hoop gewekt hebben in zijn hart. Waar moeten we zijn om te weten hoe de toekomst van de gelovigen zal zijn? In het Woord van God! En dan gaat het om een weten in het oprecht geloof, met kennis die bijgebracht wordt door de Heilige Geest.

Christus, Die nu aan de rechterhand van God voor onze ogen verborgen is, zal geopenbaard worden. Hij zal gezien worden, door ieder van ons. Wat heeft het Zijn discipelen een onuitsprekelijke troost gebracht toen Hij niet alleen zei: Ik ga heen, maar ook: Ik kom weder. Je moet maar alleen door Hem en Zijn genadige tegenwoordigheid gered kunnen worden! Je moet maar zo straatarm zijn dat alleen in Hem je heil kan liggen! Als Hij toch altijd zou wegblijven...

Het betekende wat voor Zijn discipelen, dat ze mochten horen van Zijn wederkomen! Hij zal geopenbaard worden. Alle oog zal Hem zien. Maar het oog van de Zijnen zal Hem op heel bijzondere wijze zien. De eeuwen door wordt Zijn Kerk gevoed in de hoop op Hem en Zijn komen. De dingen blijven niet altijd zoals ze zijn, ze gaan niet eindeloos door. Er zit in het geestelijk leven iets van het zich uitstrekken naar Hem en naar Zijn komen. Nee, ik zeg niet: dat een kind van God iedere dag verlangt naar Zijn wederkomen. Dat zou, helaas, teveel gezegd zijn. Maar gelooft u ook niet dat er in het geestelijk leven iets zit van een zich uitstrekken, een hunkering? Waar wijst het op als we hier nooit gaan verlangen dat Hij in Zijn heerlijkheid en majesteit aan de dag zal komen? Wijst het erop dat Hij ons onbekend is?

Wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen. Die nu kinderen van God worden, zullen Hem gelijk wezen. Over heerlijkheid gesproken! Wie kan dit bevatten? Gelijk wezen aan Hem - dat is de toekomst van hen die Hem toegebracht worden. Maar wie beseft wat dat is? En hoe kan Johannes dit nu schrijven? Is het niet veel te hoog gesproken? Er zal toch altijd een onmetelijk verschil blijven tussen Hem en de Zijnen, tussen Bruidegom en bruid?

Om met dat laatste te beginnen, er blijft inderdaad altijd een groot verschil tussen God en mensen, tussen Christus en Zijn bruid. Hoe groot de heerlijkheid van de Zijnen ook zal zijn eenmaal, ze is toch niet te vergelijken met Zijn heerlijkheid. In die zin zouden de Zijnen ook nooit gelijk aan Hem willen zijn! Heeft een echt christen niet het diepe verlange in zich dat er Eén boven alles en allen zal schitteren, dat alle knie voor Hém gebogen zal worden? Als het goed is, wordt in uw en mijn hart iets van het diepe verlangen gewekt, dat alle tong zal belijden dat Hij en Hij alleen de Heere is. Kijk het eens na in uw hart. - "^ *'

Intussen staat er wel: dat wij Hem zullen gelijk wezen. Waar moeten we dan aan denken? Laat ik een paar dingen noemen. We weten dat het lichaam van Zijn discipelen gelijkvormig zal zijn aan Zijn lichaam. Niet gelijk, maar wel gelijkvormig. Christus heeft een lichaam dat niet sterven zal, dat niet meer onderworpen is aan lijden en ziekte en dood. Welnu, de Zijnen zullen ook een lichaam hebben dat geen lijden en dood meer kent. Verder zullen de kinderen Hem gelijk wezen in die zin dat ze zonder zonde en zonder ongehoorzaamheid zullen zijn. Heilig zullen ze zijn, volkomen gewijd aan de Heere en Zijn wil. Wat een bevrijding, nooit meer te verkeren in de greep van de zonde, de wereld, het eigen IK. Niet meer onderworpen aan verzoekingen, aanvechtingen en beproevingen. Wat hier maar nooit ophoudt, de barre strijd met machtige vijanden, is dan ten einde. Voorgoed voorbij.

Al de kinderen zijn dan vernieuwd naar het beeld van de oudste Broeder. Was dat nu juist niet hun sterke verlangen? Is dat niet een kenmerk van de rechtgeaarde kinderen, dat ze hunkeren naar de volkomen vernieuwing naar Zijn beeld? Werd dat uw verlangen omdat Hij Zich ontfermend over u heenboog, toen u hulpeloos neerzonk voor God met al uw nood en dood? Hem gelijk zijn wil hier ook zeggen koning zijn, meer dan overwinnaar zijn door Hem. Als priester gewijd zijn aan de dienst van de levende God.

Een vraag: wat zijn uw gedachten van dit alles? Kunt u zich vandaag voor de Heere stellen en eerlijk zeggen: Heere, hier is het mij om te doen, want dit is mij meer dan al de schatten van de wereld? Natuurlijk, als je op jezelf ziet, is het niet voor te stellen wat Johannes hier schrijft: Hem gelijk zijn. Misschien zegt u wel: het is er bij mij verder vanaf dan ooit. Kunt u er geen begin aan krijgen? Bedenk wat Hij weet te werken in het verloren bestaan van zondaren. Hij Die de oudste Broeder is, zal al de Zijnen gelijkvormig maken aan Zichzelf. Daar gebruikt Hij de vernieuwende kracht van Zijn Woord en Geest voor. Wie zinkt er hulpeloos neer voor Hem?

In de Bijbel komen we de gedachte tegen, dat de Zijnen met Hem zullen heersen, dat Christus door hen de wereld zal oordelen en zij met Hem in Zijn troon zullen zitten. Daar hebben we iets van de heerlijkheid van de Zijnen. Het is wel grote dwaasheid om de dingen van deze wereld hoger te achten dan dit alles. Gingen we die dwaasheid ontdekken bij onszelf en leerden we ons ermee neer te werpen voor Hem? Wie al zijn heil in deze wereld heeft, gaat eenmaal met haar tenonder. Een belangrijke vraag in het licht van onze tekst: verlangen we nu, vandaag al om Hem (enigszins) gelijk gemaakt te worden? We zullen Hem gelijk wezen, want we zullen Hem zien gelijk Hij is. Dat verband zal ons wellicht niet direct duidelijk zijn. We zullen Hem gelijk wezen, want... we zullen Hem zien gelijk Hij is. Het zien van Hem maakt gelijk aan Hem. Begrijpen we nu alles van wat Johannes hier aan de orde stelt? Nee, natuurlijk niet. We weten wel dat degenen die met al hun nood en dood bij Hem leren schuilen, onuitsprekelijke heerlijkheid krijgen van Hem, maar wat hier staat...! Er is blijkbaar een zien van Hem dat tot een volheid van heil brengt.

Hier in dit leven is het al zo, dat het een radicale vernieuwing brengt wanneer de Heilige Geest leert om met het geloofsoog op Hem te zien. U gelooft toch ook niet dat een mens daarmee dezelfde blijft? In het levend geloof Hem ontdekken, dat maakt je leven nieuw. Het grijpt je aan in het diepst van je ziel. Als Hij op me aankomt vanuit Zijn Woord en ik leer op Hem te zien, smekend om Zijn vrede, maar ook vanuit alle nood steunend op Hem, zodat Zijn verschijning me lief wordt, dan blijf ik daar niet dezelfde mee! Wat gebeurt er als Simeon in de tempel Hem ziet? Als Paulus voor Damascus Hem ziet verschijnen? Om even bij Paulus te blijven, hij zegt later: het leven is mij Christus en het sterven gewin.

Welnu, wanneer het al zo radicaal ingrijpt om hier Hem te leren zien, als het ware nog vanuit de verte, wat zal het dan niet zijn om Hem te zien gelijk Hij is? Als je hier bent neergeworpen voor Hem, de armen bedelend uitgestrekt tot Hem en Hij buigt Zich over je heen en Hij wordt je lief, wat is het dan als Hij eenmaal gezien wordt gelijk Hij is? Als Hij er dan is om Zijn werk voor mij af te maken! '""' ••

Deze gedachte uit onze tekst komen we ook bij Paulus meer dan eens tegen. Als Hij dan ontmoet wordt - "Heere, bent U daar, de Koning Die mij in mijn verlorenheid genade bewees" - , dan zal Hij de Zijnen geheel en al vernieuwen. Hier vinden we antwoord op de vraag aan wie de toekomst is. Dat mogen we ons wel afvragen, ook te midden van alle beroering in het wereldgebeuren en op het kerkelijk erf. Aan wie is de toekomst? Onze tekst geeft onomwonden antwoord: aan hen die van Christus zijn geworden! De verhouding tot Hem bepaalt hier letterlijk alles.

U moet me nu niet vragen wat het precies zal zijn wat Johannes hier schrijft. Wie kan dat bevatten? Alleen dit: als Hij je één en al wordt, als Hij de Eerste en de Laatste voor je wordt, de kennis van en vernieuwing naar Zijn beeld je diepste verlangen, wat moet het dan zijn om Hem te ontmoeten? Ook de mens met het rijkste geestelijk leven ziet hier toch maar iets van Hem. En dan... Hem zien gelijk Hij is. Zult u Hem zo zien? Ik? Jawel, alle oog zal Hem zien, maar hoe? Ook zij die Hem doorstoken hebben, zullen Hem zien. We zullen er allemaal bij zijn. Maar degenen voor wie Hij vreemd gebleven is, die zichzelf konden helpen buiten Hem zullen Hem in verschrikking zien. Zij zullen zeggen: "Hebt U me dan toch gevonden? Ik hoopte U uit handen te blijven." Huiveringwekkend! Willen wegvluchten, maar niet kunnen. Zet daartegenover de heerlijkheid van de Zijnen: "Heere, nu zult U eeuwig mijn vreugde en mijn vrede zijn!"!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen