Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo hielden zij het Pascha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo hielden zij het Pascha

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT DE HEILIGE SCHRIF

T door K. ten Klooster, Ridderkerk V--Ï: !Ï*V; HiAy."-tóaJ-jJt'i^'.

I SRAËL is door de Jordaan, het beloofde land binnengetrokken. Nu is het gelegerd voor de stad Jericho. Het volk gehoorzaamt de bevelen van de Heere en neemt nauwgezet Zijn inzettingen in acht. Want de bevelen van de Heere zijn recht (Psalm 19 : 9) en welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden (Psalm 119:2). Als er één ding duidelijk is in het boek Jozua (en trouwens in heel de Bijbel), dan is dat de gehoorzaamheid aan de Heere van eminent belang is en dat de bevelen van de Heere altijd van veel groter gewicht zijn dan de adviezen van mensen. Dat is geen blinde gehoorzaamheid die de Heere vraagt, maar de gehoorzaamheid van het geloof in de onderwerping aan Hem en Zijn Woord. Nu kunnen we ons heel goed voorstellen dat er onder deze omstandigheden wat anders zou gebeuren. We lezen immers, dat de inwoners van het land de moed in de schoenen was gezonken (Jozua 5:1). Daar zouden ze toch direct gebruik van moeten maken. Uit strategisch oogpunt was het een uitgekiende mogelijkheid om maar direct door te stoten en hun slag te slaan. Wij zouden zeggen: zo'n kans krijgen ze nooit meer. Maar zo dacht en handelde Jozua niet. Hij had geen programma, want Hij moest zich telkens richten op wat de Heere hem zei.

Ter gedachtenis aan

Daarom opent Jozua de verovering van het beloofde land met het opvolgen van de bevelen van de Heere. Hij volbrengt de ene godsdienstige plechtigheid na de andere. Ook dat was een zaak van geloof en gehoorzaamheid. Het volk werd besneden (Jozua 5 : 3). Hier bij Gilgal heeft de Heere de smaadheid van Egypte afgewenteld. De smaadheid, die zij droegen omdat de Egyptenaren hadden gezegd: In kwaadheid heeft de Heere hen uitgevoerd, opdat Hij hen doodde op de bergen en opdat Hij hen vernielde op de aardbodem (Exodus 32 : 12). Dat heeft God weggenomen. En zo is er de vernieuwing van het verbond, het hersteld worden in de gunst en de ontferming van God. Bovendien maakte de besnijdenis de weg vrij om het Pascha te vieren. Zoals de geestelijke besnijdenis, de besnijdenis van het hart nodig is, om het Heilig Avondmaal te vieren. Want God ziet naar waarheid in het binnenste. En is de besnijdenis beeld, van het afsterven van de zonde.

Het Pascha werd gevierd op de door God gestelde datum, nl. op de avond van de 13^ Nisan, na 6 uur. Want dan begon de nieuwe dag, dus na 6 uur was de O*" Nisan voorbij en was de 14" begonnen. Dan herdacht het volk het wonder van de uittocht uit Egypte. Het Pascha was ingesteld door de Heere, als er 9 plagen geweest zijn en de dreiging van de 10'' plaag heeft geklonken. Alle eerstgeborenen in Egypte zouden sterven, er zou een groot geschrei in Egypte zijn, zoals er nooit geweest was en nooit meer zijn zou. Israël moest het bloed van een lam nemen en dat strijken aan de beide zijposten van de deur. En, zo beloofde de Heere, wanneer Hij het bloed zou zien, zou Hij de huizen van de Israëlieten voorbijgaan. Daar en nergens anders zou men veilig zijn. Al was men een Israëliet, maar men streek geen bloed aan de deurpost, men zou omkomen (Exodus 12). Dat feit nu, dat historische feit, moest Israël zijn tot een gedachtenis. Ze zouden het de Heere tot een feest vieren. En als hun kinderen zouden vragen, wat dat toch te betekenen had, wat is dit toch, wat is dit voor een dienst, waarom doet u dat? , dan moesten ze zeggen dat het de Heere een paasoffer was. De Heere, die voor de huizen van de kinderen van Israël voorbijging in Egypte, toen Hij de Egyptenaren sloeg en onze huizen bevrijdde (Exodus 12 : 26 en 27). Pascha heeft dus in zich het gedenken van wat de Heere heeft gedaan, het is het vieren van de goedheid en trouw, de wondermacht en sterkte van de Heere. Hij had hen door een sterke arm uitgeleid. Deze bevrijding is verkondiging van de verlossing; zowel van de dood als van de slavernij. Gedenken heeft ook in zich: vol zijn van. Het gedenken van de grote daden van de Heere is vol zijn van Zijn rechtvaardigheid, Zijn liefde en genade, die in deze bevrijding zo heerlijk openbaar kwam.

Tegelijk een indrukwekkende verkondiging van wat Christus doen zou. Verkondiging van Zijn Persoon en werk. De verlossing van de dood en van de slavernij van de zonde door Hem. We komen dat overal tegen in het Oude Testament, ook hier. Immers het Oude Testament is vol van Christus, de Beloofde aan de vaderen. Alles bij het Pascha, ook hier in Gilgal is afschaduwing van Hem, die komen zou.

Het Lam

We zien dat in het Nieuwe Testament bevestigd, als Paulus schrijft aan de Korinthiërs: Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus (1 Kor. 5 : 7). De heenwijzing naar Golgotha, het kruis, de verzoening in Hem. Dat is het verbreken van zijn lichaam, het vergieten van Zijn bloed, het bloed van het Lam. Christus zag het voor Zich, toen Hij zei: Ik heb grotelijks begeerd dit Pascha met u te eten, eer dat Ik lijde (Lukas 22 : 15). Toen heeft Hij in diezelfde nacht het Heilig Avondmaal ingesteld. Om te gedenken. Zijn dood te gedenken, daar vol van te zijn.

Pascha zegt ons, dat er een vrije toegang is in Christus voor een besneden volk. Pascha zegt, dat al de zonden van dat volk m het graf van Christus zijn achtergebleven. De besnedenen met die geestelijke besnijdenis, ze zijn door God aangenomen tot kind en erfgenaam. Erfgenaam van God en medeerfgenaam van Christus (Rom 8 : 17). In Christus is de toegang tot het beloofde land ontsloten. Het ligt allemaal klaar in Hem. O zeker, Israël stond nog heel wat te wachten. Er moest heel wat strijd geleverd worden. Er zouden ook nederlagen geleden worden. Maar de Heere kwam hen voor met Zijn belofte, dat Hij hun het land zou geven. En zou Hij het beloven en niet doen?

Daar is dan wel het besef - ook een aspect van die geestelijke besnijdenis - dat een mens geen enkel recht heeft op die erfenis. Wie hebben er zicht op? Zij die arm en gebroken in zichzelf nochtans op de Heere en op Zijn Christus zien. Dat is een zalige verbrokenheid van hart. Eén van de dingen van het christelijk geloof die wij vandaag de dag in snel tempo kwijtraken, niet dan tot grote schade. Houdt u toch maar vast, dat dit onopgeefbaar is en dat het christelijk geloof de religie is van het gebroken hart. Nog altijd geeft God nederigen genade. Nog altijd worden de treurenden vertroost. Zij en geen anderen worden bediend uit de volheid van Christus dat is uit de volheid van het genadeverbond. Dan eten wij Pascha, dan eten wij de verlossing, door het geloof in de gekruisigde en opgestane Zaligmaker. Voor wie is Christus kostbaar, gepast en noodzakelijk? Voor allen die er niet bij kunnen en toch niet buiten Hem kunnen. Voor allen die niets hebben, geen enkele opbrengst voor Hem, maar die alles vinden in Hem. Dat is de voldoening voor mijn schuld bij God, de verzoening van al mijn zonden, de verbreking van de heerschappij van de zonde, de vernieuwing van mijn leven. En dat alles in Christus Jezus onze Heere.

Daar mag dan van gezongen worden: 'k Zal zo lang ik het licht geniet. Hém verhogen in mijn lied! Daar kunnen we dan ook niet genoeg voor danken. Dan zal in het lopen van de loopbaan en het strijden van de goede strijd van het geloof alles cirkelen om de eer en de glorie van God. Dan zullen we - net als Jozua - nauwgezet en stipt de bevelen van de Heere opvolgen, de geboden onderhouden. Dan zullen Gods inzettingen onze gezangen zijn in de dagen van onze vreemdelingschappen (Psalm 119:54). En dan mogen we ook nog een keer blind zijn voor de uitkomst en die aan de Heere overlaten. Dan kunnen er ik weet niet hoeveel Jericho's voor ons opdoemen, de overwinning is behaald. Een hele les, ook vandaag. Waar is de verootmoediging, de zelfverloochening, het kruisdragen? Het is allemaal ik en mijn, wat de (kerkelijke) klok slaat. Ik heb en ik vind en ik doe. Maar het vragen naar de Heere en naar Zijn sterkte? Die vraag stellen is haar beantwoorden. Maar de Heere gaat door. Er mag veel tegen inkomen, er zal veel tegen inkomen, maar Christus komt. Daarom waakzaam zijn en wakker. De lendenen omgord, de kaarsen brandende en Hem verwachten. Want ons Pascha is voor ons geslacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Zo hielden zij het Pascha

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's