Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Franciscus Junius (1545-1602)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Franciscus Junius (1545-1602)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

door H. Hartman, Ridderkerk

Nog niet zo lang geleden, werd in deze serie gewag gemaakt van Jean TafEn. Een minder bekende, maar toch niet onbelangrijke man in de geschiedenis van de Reformatie in de Nederlanden. Franciscus Junius, voor wie nu aandacht wordt gevraagd, is met TafEn te vergeHjken. Ook zijn naam roept niet direct tekenen van herkenning op. Toch heeft ook hij, met de hem geschonken gaven, een belangrijke bijdrage geleverd aan de reformatie van de toen zo verziekte Roomse Kerk.

Toen Junius geboren werd, was TafEn 17 jaar. Beiden stierven in het jaar 1602. Gedurende 57 jaar waren zij dus tijdgenoten.Veel contact schijnt er tussen hen niet te zijn geweest. Wel behoorde Junius totTafEn's medewerkers, toen in 1565 de Gereformeerden in Antwerpen in het openbaar godsdienstoefeningen gingen houden. Ook behoorde TafEn tot hen, die in 1592 Junius overhaalden hoogleraar in Leiden te worden.

Geboorte en studie

Op 1 mei 1545 werd aan Denys du Jon en Jacobine Hugald of Hugauld een zoon geboren, die de naam kreeg van Francois du Jon, wat later werd: Franciscus Junius. Hij was zó min, dat hij wel niet zou blijven leven. Gelukkig viel dat mee, maar sterk naar het lichaam is hij nooit geweest.Vader en moeder du Jon, die van adel waren, woonden te Bourges in Frankrijk. De vader van Fran­ ciscus was raadsheer en luitenant der marechaussee. Daartoe voldoende ontwikkeld, leerde hij zelf zijn zoon lezen en schrijven. De knaap ging daarna op school meer kennis opdoen, maar kreeg daarnaast ook privaatonderwijs.

Als hij 13 jaar is, gaat hij rechten studeren. Dat wilde zijn vader zo. Dat kon gebeuren in zijn woonplaats, want in die tijd was er in Bourges een beroemde Hogeschool. Daar gaven o.m. professor Duarenus en Donellus les. Beiden waren hervormingsgezind. Vroeger waren aan deze Universiteit mannen als: Alcicti en MelchiorWolman, de leermeesters van Calvijn en Beza, verbonden geweest. Ook aan deze rechtenstudie leverde vader Junius zijn aandeel. Hij nam het praktisch gedeelte ervan voor zijn rekening. De studie beviel Franciscus maar matig. Taaie kost, die wettenstudie. Klassieke talen en geschiedenis interesseerden hem veel meer. Blijkbaar kreeg hij toestemming om van studierichting te veranderen. Hij ging naar Lyon en bestudeerde ijverig, onder leiding van een zekere Aneau, de klassieken. Lyon was een zedeloze stad, vol verleiding. Junius wist echter aan alle verzoekingen weerstand te bieden. Minder weerstand was er, toen hij een werk las van de heidense Cicero en omgang kreeg met een vriend, die met de wijsgeer Epictetus dweepte. Junius werd een atheïst, een godloochenaar.

Op zijn ongeloof werd een aanslag gepleegd door een gesprek dat Junius had met een eenvoudige landman. Dat gesprek liet hem niet los. Hij ging de Heilige Schrift onderzoeken. De aanhef van het Evangelie van Johannes: „in den beginne was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God..." greep hem krachtig aan. „Ik las", zo vertelde hij, , , een deel van dit hoofdstuk en werd onder het lezen zó ontroerd, dat ik eensklaps de goddelijke kracht der bewijsvoering, de verhevenheid en het gezag der Schrift, die elke stroom van menselijke welsprekendheid overtreft, door en door gevoelde". Anders gezegd: het woord werd hem, door de werking van de Heilige Geest, een kracht van God tot zaligheid. Het werd zijn begeerte om theologie te gaan studeren, hoewel dit zijn vader niet zinde. Op 17 maart 1562 ving hij de begeerde studie in Geneve aan. Calvijn was in die dagen een ziek man. Op 27 mei 1564 overleed deze. Junius heeft dus de grote hervormer niet leren kennen. In Geneve maakte Junius kennis met de voornaamste Zwitserse Hervormers. Door ijverig te studeren maakte hij goede vorderingen. Diep raakte hem het verlies van zijn vader, die op verraderHjke wijze werd vermoord.

Junius als predikant

In april 1566, hij is dan ongeveer vier jaar in Geneve, 'wordt hem dringend gevraagd, predikant te worden bij de Waalse Gemeente in Antwerpen.Vergezeld van de beroemde predikant Péréquin de la Grange, komt hij in mei 1565 daar aan. De landvoogdes Margaretha van Parma noemde Antwerpen een „broeinest van de Hervorming" en dat niet zonder reden. Al spoedig werd het duidelijk, dat Junius een kundig en geleerd man was. Zijn welsprekendheid en volledige inzet voor de Reformatie, maakte hem alom bekend. De Gemeente in Antwerpen ^vas vol lof over haar voorganger. In november 1566 was er een bijeenkomst van edelen, die overtuigd waren van de noodzaak, tegen de Spaanse vervolgwoede, en met name tegen de verfoeilijke inquisitie, tegenweer te bieden. Op die bijeenkomst hield Junius een gloedvolle predikatie, die op de aanwezigen een diepe indruk maakte. Het leidde er toe, dat een 20-tal edelen een verbond sloten, dat bekend is als het „Compromis".

Ook schreef Junius vlugschriften, die in het geheim verspreid, het volk erg aanpraken. Uiteraard moest de naam van de schrijver onbekend blijven. Toen door onvoorzichtigheid bekend werd, w^ie deze pamfletten schreef, trachtte men Junius in handen te krijgen. Dankzij de bewarende hand van God, ontkwam hij op het kantje af aan dreigend levensgevaar. Als men bedenkt, dat Junius soms preekte, terwijl de rosse gloed van de brandstapels de plaats van samenkomst verlichtte, is duidelijk, dat gevaar voor zijn leven, levensgroot was.

In het begin van 1566 begon men in de open lucht te prediken. Men hield de zogenaamde , , hagepreken", die door duizenden bezocht werden. Ook Junius deed er aan mee. Wel trad de landvoogdes daar tegen op, maar met weinig succes.

In datzelfde jaar 1566 werd de Synode van Antwerpen gehouden. Ook Junius was daar aanwezig. Juni 1566 preekte hij in Gent. Helaas werd in geheel Vlaanderen de hagepreek gevolgd door de beeldenstorm. Evenals Taffin, veroordeelde ook Junius deze vernielzucht. Desondanks hielden de Roomsen hem mede verantwoordelijk voor dit zinloos geweld. Het gevolg was, dat de moedige prediker vluchten moest. Hij werd zwerver onder moeilijke omstandigheden. Weer wilden men hem vangen, maar telkens ontkwam hij op wonderlijke wijze aan de hem bedreigende gevaren. Op zijn hoofd was een hoge prijs gesteld. Het weerhield Junius niet, om met preken door te gaan, zowel bij Brugge als in Limburg en in het Luikse (1567). Aan studie kon in deze woelige en gevaarvolle tijden niet worden gedacht. In april 1567 verliet Junius de Nederlanden en ging naar Heidelberg. De keurvorst Frederik III van de Paltz ontving hem vriendelijk. In de nabijheid van Heidelberg lag Schönau. Hier werd Junius aangesteld als herder en leraar.Voor hij zijn arbeid in Schönau begon, bracht hij tot wederzijds genoegen, zes weken door bij zijn moeder in Bourges.

Oktober 1567 ging hij, via Parijs, Sedan en Metz naar Schönau. In 1568 vroeg de keurvorst hem, om als legerpredikant mee te gaan met Oranje op een veldtocht door Champagne en Lotharingen naar Straatsburg. Junius gaf aan dit verzoek gehoor. Het werd een tocht, die hem nog lang zou heugen. De veldtocht van de Prins van Oranje werd een volslagen mislukking. Soldaten werden oproerig, men leed kou en ontbering. Als een gebroken man kwam hij in Straatsburg aan. Na tot rust te zijn gekomen, keerde Junius terug naar zijn Gemeente in Schönau. Hij bleef daar tot 1573 arbeiden in prediking en pastoraat en hield zich daarnaast bezig met allerlei studies.

Verdere werkzaamheden

Toen riep hem ander werk. Hij vertrok naar Heidelberg om samen met Immanuël TremeUius, het Oude Testament in het Latijn te vertalen. Een moeilijk, maar belangrijk werk. Zijn kennis van exegese en zijn Latijnse taalvaardigheid, kwamen Junius goed van pas. Frederik III was in 1578 gestorven. Zijn opvolger als keurvorst van cfe Paltz, Lodewijk V, was fel Luthers. Junius was genoodzaakt Heidelberg te verlaten. Hij had nu naar Leiden kunnen gaan, want daar had men hem benoemd tot professor. Maar Junius bedankte voor de benoeming. De hem aangeboden leerstoel in Neustadt, waar een pas gestichte Universiteit die van Heidelberg moest vervangen, nam Junius wél aan. Later veranderde de stand van zaken opnieuw en werd Junius op 30 november 1584 te Heidelberg tot hoogleraar benoemd. Hij gaf college in de exegese van het Oude Testament en in het Hebreeuws. De wijze waarop hij zijn colleges gaf, oogste alom lof. Met vaardige pen schreef hij verschillende boeken o.a. over de organisatie van de kerk. Maar weer zou zijn weg een andere richting gaan dan hij wellicht gedacht had. In 1592 werd Junius naar Parijs ontboden door de Franse koning Hendrik IV. Het was een bevel waaraan hij met tegenzin gehoorzaamde. De Franse vorst behandelde Junius met onderscheiding. Hij zond Junius met een politieke zending naar Duitsland. Het liep echter anders. Want uit Leiden bereikte hem het dringend verzoek, om hoogleraar te worden aan de Hogeschool aldaar. Ditmaal kon Junius niet weigeren. Nodig was, dat de Franse koning hem ontsloeg van zijn verplichting. Deze was daartoe bereid, zodat men in Leiden zijn vurige wens vervuld zag.

Van 1592 tot 1602 gaf Junius coUege over de inleiding en exegese van de Bijbel en over de leersteUige godgeleerdheid. In 1592 gaf hij een werkje uit: „Le paysible Chrestien". In het nederlands vertaald: „De vreedzame Christen". In dit geschrift betoogde Junius: „dat er reeds meer dan genoeg in de christenheid is gestreden; dat men volgens Gods wil de vrede moest zoeken, aankleven en op allerlei wijzen bewaren om de heerlijke vruchten daarvan, die God ons in Zijn Woord voorhoudt, te verkrijgen". Junius bleek, in de toenemende strijd tussen Calvinisten en Remonstranten, dezelfde verdraagzaamheid na te streven, als die wij bemerkten bij TafiBn. Junius kreeg op zijn stellingname ook kritiek.

Beza verklaarde, dat Junius in één hoofdpunt van de Gereformeerde Godgeleerden verschilde, en wel op het punt van de kerk. En een zekere Jacques Anjorrant, een diplomaat, schreef in 1593 aan Beza, dat er in het boekje van Junius dingen voorkwamen, die wat twijfelachtig waren. Merkwaardig was ook, dat Junius veel lof kreeg van mannen als: Hugo de Groot, Gerardus Vossius en anderen. Zijn zachtmoedige aard en zijn milde houding tegenover andersdenkenden, was daar ongetwijfeld de oorzaak van. „Hij", zo is gezegd „verenigde onverdachte rechtzinnig­ heid in de Gereformeerde leer, met humaniteit en vredelievendheid". Of een andere uitspraak: „Junius is eerder Arminiaan dan Gomarist, een beminnaar van de Confessionele vrede".Toch verhinderde dit alles niet, dat de Academie van Geneve in 1598 Junius als medewerker wilde aanvaarden, toen hij om gezondheidsredenen Leiden wilde verlaten.

Op een bruiloft in Leiden in 1596 had Junius een gesprek met Arminius over de uitverkiezing. Later werd dit gesprek schriftelijk voortgezet. Dr. H. Kaajan noemde in de Christelijke Encyclopaedie (uitgave 1925), dit gesprek van niet geringe betekenis. Nog in 1602 was Junius er voor, dat Arminius aan de Leidse Hogeschool verbonden werd. Dit is ook inderdaad gebeurd. Maar op zijn sterfbed, enige weken later, zag hij het blijkbaar anders, want toen waarschuv\^de hij zijn zwager Gomarus ernstig voor Arminius.

In zijn persoonlijk- en gezinsleven heeft heeft Junius veel tegenslag moeten verwerken. Moeite en verdriet waren in ruime mate zijn deel.Viermaal zag hij zijn vrouw door de dood weggenomen.

Zijn vierde vrouw overleed aan de pest. Twee dagen later, in oktober 1602, overkwam Junius hetzelfde. Hij werd 57 jaar. Gomarus hield de lijkrede.

Junius was een vroom, godzalig man. Een ijverig godgeleerde met een irenische natuur. Streng calvinistisch op het punt van de voorbeschikking en de souvereine genade, maar te zacht om rechtstreeks, bij afwijking van deze leerstellingen, krachtig in te grijpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Franciscus Junius (1545-1602)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's