Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederland is geen  christelijke natie meer!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederland is geen christelijke natie meer!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLEINE KRONIEK

door P. Vermeer, Epe

IN het 'Centraal Weekblad' van 23 januari 2004 gaat de bekende godsdienstsocioloog prof. Dr. G. Dekker in op de voortgaande securalisatie in ons land. Hij vraagt zich daarbij af of we ons in de kerken en in het godsdienstig leven niet rijker rekenen dan we zijn. De jongste cijfers van diverse onderzoeken geven namelijk heel wat te denken. Prof. Dekker schrijft daarover het volgende:

In de laatste maand van het vorig jaar werden min of meer tegelijkertijd de resultaten van een viertal onderzoeken bekend die een heel wat minder gunstig beeld schetsen over de godsdienstigheid in Nederland dan we vaak voor waar willen houden.

De eind vorig jaar verschenen jaarboeken van de Nederlandse Hervormde Kerk en Gereformeerde Kerken, alsmede de door het Kaski opgestelde kerkelijke statistiek van het Rooms-Katholiek Kerkgenootschap, bevestigen wat we allang weten, dat namelijk de grote kerken jaarlijks tienduizenden leden verliezen. Bovendien blijkt de kerkelijke activiteit, óók van de kerkleden, af te nemen. Het Kaski constateert wat de kerkgang betreft 'een voortzetting; van de dalende trend van de atgelopen ciecennia'; er gaan gemiddeld nog geen 9 procent van alle parochianen van zeven jaar en ouder naar een kerkelijke viering. Bij de protestanten ligt dit percentage wel hoger, maar uit de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (ook in december vorig jaar) gepubliceerde gegevens blijkt dat over de hele linie het kerkbezoek daalt. En wat belangrijker is: het constateert dat het kerkbezoek onder de jongeren veel lager is dan onder de ouderen: 'ruim éénderde van de 65-plussers brengt maandelijks een bezoek aan de kerk; in de leeftijdsgroep 18 tot en met 34 is dat 16 procent.'

Opvallender zijn de resultaten van een ook door het Kaski uitgevoerd onderzoek in opdracht van dagblad Trouw, de IKON en Zin- Web.'Anders dan voorspeld is de securalisatie in Nederland nog niet over haar hoogtepunt heen.Twintigers zijn beduidend minder kerkelijk én minder religieus geïnteresseerd dan dertigers', aldus de conclusie die Trouw uit dit onderzoek trok. Terecht zegt naar mijn mening de Nijmeegse godsdienst-psycholoog Jansen in zijn commentaar hierop; 'Het ondergraaft het algemeen idee dat het zo'n vaart niet loopt'.

Als positief punt vermeldt dit onderzoek wel dat twee op de drie jonge volwassenen behoefte hebben aan rituelen bij belangrijke 'levensgebeurtenissen'. Maar ook daarbij denkt slechts een klein deel aan de kerkelijke of bestaande godsdienstige rituelen. Op de vraag of men graag een viering of ritueel wil houden ter ere van belangrijke gebeurtenissen , antwoordt nog geen 20 procent zonder meer met 'ja, in de kerk'; een iets groter deel wil het wel in de kerk, maar dan wel 'op mijn eigen manier'. De meeste denken hierbij echter in het geheel niet aan een kerk.

Dit laatste klopt weer met de gegevens uit de statistiek van de Katholieke Kerk zowel het aantal in de kerk gesloten huwelijken als het aantal kerkelijke uitvaarten laat een vrij sterke daling zien. De behoefte van de men­ sen aan rituelen is kennelijk nog geen behoefte aan de in de kerk plaatsvindende rituelen. Het is 'een andersoortige belangstelling dan waarop de kerken hopen', zoals de godsdienstpsycholoog Alma in een commentaar zegt.

Nu hoeft dit alles nog niet in strijd te zijn met de veronderstelling dat de behoefte aan religiositeit, aan spiritualiteit, aan zingeving (of hoe men het ook maar noemen wil) groot is. Het is alleen duidelijk dat wat de kerken te bieden hebben daar niet op aansluit of dat het in dit alles niet om de bestaande christelijke godsdienst gaat.

Maar dan lees ik iets wat ook grote twijfel oproept aan de juistheid van déze veronderstelling. Eén van de belangrijkste conclusies uit één van de rapporten luidt namelijk: 'bijna tweederde van alle jonge volwassenen (dat wil in dit onderzoek zeggen: mensen tot 40 jaar, GD) geeft aan nauwelijks met geloof en zingevingsvragen bezig te zijn.'(!)

Er is dus niet alleen geen behoefte of vraag naar de kerkelijk of christelijk godsdienst, maar de behoefte aan godsdienstigheid of religiositeit in het algemeen is veel geringer dan velen ons willen doen geloven. Als dit al waar is voor godsdienstigheid in het algemeen, dan geldt dit des te sterker voor de christelijke godsdienst ot het christelijk geloof. Met andere woorden; de christelijke godsdienstigheid is in de Nederlandse samenleving veel verder 'weü: ü: ezakt' dan velen denken.

Dat laatste leerde ons ook een door de NCRV bekend gemaakt onderzoek. Ruim éénderde van de Nederlanders wist des- gevraagd niet op welk bijbelverhaal het christelijk kerstfeest is gebaseerd. Ook onder de kerkleden was er nog een niet te verwaarlozen percentage, dat in antwoord op die vraag met een mond vol tanden stond. Bovendien bleek dat voor bijna tweederde van de ondervraagden Kerst in de eerste plaats een familiefeest is; voor nog geen kwart is het in de eerste plaats een religieus feest.

Bij het horen van deze gegevens is het toch wel duidelijk dat Nederland geen christelijke natie meer genoemd kan worden. Anders gezegd: dat we toch echt in een seculiere samenleving leven. Een samenleving waarin niet alleen de kerken een steeds meer marginale plaats innemen, maar waarin dit geldt voor de christelijke godsdienst. En op grond van dit soort onderzoeken kunnen we moeilijk een ander conclusie trekken dan dat dit ook geldt voor godsdienstigheid in het algemeen.

Er is zeker nog verdergaand onderzoek nodig om een meer genuanceerd beeld te krijgen van de godsdienstige werkelijkheid in ons land. Maar uit de in december vorig jaar gepubliceerde onderzoekgegevens komt een beeld naar voren dat moeilijk te negeren valt. Ook of juist als het - vanuit de kerken of de christelijke godsdienst gezien - een veel somberder beeld is dan velen voor waar gehouden.

Bij het lezen van deze sombere gegevens moest ik denken aan wat Christus in Mattheüs 24 zegt in Zijn grote rede over de eindtijd. Door het toenemen van de ongerechtigheid zal de liefde van velen namelijk verkouden. Voor onze ogen zien we ook in eigen kring gebeuren, hoe dit woord van de Heiland tot vervulling komt. Heel aangrijpend. Of er nog wel een kerk in ons land blijven zal? Dat weet God alleen. Eén ding is zeker: in de wereld zal de kerk wel blijven. De poorten van de hel zullen haar naar de belofte van Christus namelijk niet overweldigen. Maar ook weten we dat de kandelaar nog wel eens door God wordt verplaatst. De wolken waaruit Hij Zijn genade doet druppelen of regenen blijven niet altijd op dezelfde plaats hangen. Gods Geest drijft ze heen naar waar Hij wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Nederland is geen  christelijke natie meer!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's