Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen zinloos gebruik van Gods Naam (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen zinloos gebruik van Gods Naam (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UW GEBOD IS ZEER WIJD

door W.Chr. Hovius, Apeldoorn

Over de eed

Het is opmerkelijk dat de Catechismus een aparte zondag wijdt aan de eed. Velen vinden dat zwaar overdreven. Toch zijn daar op zijn minst twee redenen voor. Historisch gezien mogen we nooit vergeten dat de vaderen aan een dubbel front stonden, en wel aan dat te­ gen de Wederdopers en aan dat tegen Rome. Ook als het om de eed gaat blijkt dat duidelijk. De Wederdopers verboden de eed immers, de staat had ook in dit opzicht geen zeggenschap over de gelovigen. Dat beweren ook de Jehovah's Getuigen nu! En Rome laat de gelovigen zweren bij de heiligen. En daar is nog een reden voor Zondag 37. Zij beperkten de stof voor de prediking niet tot het verborgen leven van de ziel voor ieder persoonlijk maar hadden er ook oog voor dat de Schrift het maatschappelijk, politiek en burgerlijk leven stelt onder het licht van de openbaring van God.

De eed is toegestaan

De overheid mag als dienares van God de eed vorderen van de onderdanen bij de aanvaarding van hoge ambten in de regering of de volksvertegenwoordiging. Het gerecht mag de eed vorderen bij de getuigen. En in zekere zin kenpen we de eed ook in de kerk. Daar kom ik nog op terug. Zo worden de trouw en de waarheid bevestigd voor het aangezicht van God in het openbare leven.

En het geweten van de mens, afgestompt vaak door de zonde, wordt opgescherpt. Wel zij men voorzichtig om waar het maar kan zich op het geweten te beroepen bij bepaalde beslissingen als zou dat een normerende instantie zijn. Ook het geweten is zondig, evenals ons hart, onze wil en ons gevoelsleven. De norm van alle handelen en spreken is niet het geweten maar de Schrift. En het geweten dient zich daaraan te onderwerpen. En dan niet aan de Schrift aUeen maar ook aan geheel de Schrift. We mogen geen bepaalde teksten die ons van pas lijken te komen losmaken uit het verband waarin deze staan maar geheel de Schrift slechts laten spreken. In de Schrift, vooral ook in het Nieuwe Testament, wordt echter het lichtvaardig en onnodig zweren verworpen en verboden, zie Matth. 5 : 34, Jak. 5 : 12 en Hebr. 6 : 16. Dan spotten we met de almacht en de rechtvaardigheid van God!

De eed wordt opgelegd

Aan de burger kan de eed worden opgelegd. Reeds Mozes stelde het volk Israël er onder met de woorden 'Zo zal de eed tussen hen beiden zijn en de HEERE zal die aannemen'. Ex. 22 : 11. En in Deuteronom. 6 : 13 laat hij op bevel van God horen'... en gij zult bij Zijn naam zweren'. Men moet dus de eed afleggen. In talrijke geschiedenissen komt de eed dan ook voor als de aartsvader Abraham zijn knecht Eliëzer doet zweren en Jakob het eerstgeboorterecht kocht met een eed en David en Jonathan elkaar trouw bij het leven hebben gezworen voor het aangezicht van God. 'Wie zweert bij Hem maakt de statenzaal in Den Haag, de raadszaal van een burgerlijke gemeente en de rechtszaal in de steden tot een aan God gewijde tempel' sprak ooit wijlen Ds.W. L.Tukker in een preek over Zondag 37.

Waar hoort de eed thuis?

Wijlen Ds. J. van Sliedregt heeft er met grote nadruk op gewezen dat de eed niet in de kerk thuis hoort. In de kerk is in beginsel het Rijk van God aanwezig. Daar oefent immers Christus Zijn heerschappij uit door Zijn Woord en Geest in de harten van de gelovigen, gereinigd door Zijn bloed. In de kerk wordt altijd gesproken in de tegenwoordigheid van God. Elke belofte, elke verzekering is daarom daar met de eed gelijk te stellen. In het Rijk der heerlijkheid, waarvan het Rijk van God op aarde in Christus een afschadu- wing en beginsel is, is er totaal geen plaats meer voor de eed. Wel worden de leden van de kerk geroepen om steeds weer hun ja-woord uit te spreken voor God bij het sluiten en laten bevestigen van hun huwelijk, bij de doop van hun kinderen, bij het afleggen van hun openbare belijdenis en bij hun aanvaarding van kerkelijke ambten. Dat ja-woord is geen eed zoals in het publieke leven door de overheid gevraagd.Want bij de genoemde ja-woorden is er de vrijwilligheid door genade om de keuze voor God en Zijn dienst te doen. De vorm van eedzwering, het opsteken van twee vingers van de rechterhand ontbreekt dan ook. Geheel het christenleven en zeker dat bij de genoemde plechtigheden in het huisgezin van God is een eedsleven.

Zou in de kerk wel de eed gelden dan zouden leden of ambtsdragers die van de ene naar een andere kerk overgaan allen meinedigen zijn. Wie zou dat durven en kunnen beweren met een beroep op het Woord van God? Maar wel zullen we zelf onze ja-woorden zo heilig zien en houden als hadden wij inderdaad de eed afgelegd. Helaas, wat een zonde en ontrouw ook op het kerkelijk erf. Hoeveel leden staan slechts als papieren leden in de kaartenbakken van centrale en wijkgemeenten? Wordt er toegezien op het ja-woord in Doopdiensten? Daarom ook is bijbelse tuchtoefening in de kerk nodig.

Geen onnodig zweren

Nog een enkel woord over het lichtvaardig of onnodig zweren. Alle krachttermen om anderen te laten merken dat waar is en dat we menen wat we zeggen mogen zijn geweerd van onze lippen. We spelen dan met de heiligheid van God. Reeds de Prediker weerhoudt er ons van snel en lichtvaardig van alles en nog wat aan anderen toe te zeggen. Beter is het niet te beloven dan wel te beloven en niet te betalen, Pred. 5 : 4. Koning Saul en koning Herodes gingen zwaar in de fout toen zij een eed zwoeren, 1 Sam. 16 : 39 en Matth. 14:7. Laat in eenvoud en godsvrucht ons ja ook een ja zijn en ons neen een neen.

Het breken van een eed

De eed behoort ons zeer heilig te zijn. We verachten en bespotten God als we onze eden brutaalweg of slim trachten te breken. Maar zondige eden dienen we niet na te komen. Ach, ware Herodes op zijn schreden terug gekeerd toen hij kwam te staan voor de wens van zijn dochter, al even liederlijk als zijn vrouw, het hoofd van Johannes de Doper op de schotel te geven. Wijs was David die zijn eed in drift gesproken terug neemt op raad van de vrouw van Nabal, 1 Sam. 25 : 34.

Geen eed meer

Tenslotte nog dit. Hoe jammerlijk houdt de leugen huis in de wereld en in de kerk. Wie zal voor God rechtvaardig zijn? Laat Psalm 15 de toepassing ons mogen geven bij de gehoorzaamheid aan het derde gebod. Dan geldt: 'Wie deze dingen doet zal niet wankelen in eeuwigheid'. In de nieuwe stad van God zal niet inkomen die gruwelijkheid doet en leugen spreekt. Daar heerst het Rijk van de Waarheid volkomen en ongestoord. Bent u naar die stad ook op weg?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Geen zinloos gebruik van Gods Naam (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 mei 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's