Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zondekennis (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondekennis (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

door R.H. Kieskamp, Lienden

Tot ons heil

Al zijn er meerdere nevendoelen van zondekennis te noemen, hoofddoel is en blijft toch dat zondekennis ons wil brengen tot de genade van Christus. Augustinus zegt daarom dat wij tot ons heil door God worden terneergeslagen en vermorzeld. Terwijl het in de Heilige Doop als het ware ook helemaal "ingebakken" zit. Immers, de doop als onderdompeling wil ons aan de ene kant doen verstaan dat wij het (water)graf verdienen. Tegelijk wil de doop als opduiken uit dat graf ons aan de andere kant de garantie geven van onze opstanding in Christus.

Uiteraard is zondekennis hierbij geen fundament waar we op kunnen bouwen alsof wij de genade waardig zouden zijn. Het is wel de weg waarin ons de genade wordt geschonken. Onze zondekennis verleent ons geen waardigheid voor Gods genade. Wel geschiktheid. Immers, genade zal pas bij ons kunnen landen, wanneer er plaats voor is. Genade is namelijk altijd gericht op zonde. Waar geen zonde is, kan genade niets beginnen. Bovendien gaat het dan om zonde die meer is dan een algemeen zondebesef. Het gaat om zonde die doorknijpt in ons leven. Zozeer dat we er niet meer mee leven kunnen. De last wordt ons te zwaar. Het kennen van onze zonde brengt ons bij een breekpunt dat een keerpunt wordt naar Jezus heen. Het gaat er dus heel existentieel aan toe.

Iets dat ook samenhangt met de bijbelse grondbetekenis van het woord kennen.Wanneer in de reeds aangehaalde tekst uit Jeremia 3 : 13 gezegd wordt: "Alleen ken Uw ongerechtigheid", dan wordt er iets anders bedoeld dan een koel verstandelijk kennen. Bedoeld wordt een kennen met ons hart waarin we geraakt worden tot in de diepste merg van ons bestaan. We worden omgeploegd met diepe voren, opdat we goede akkergrond zullen zijn voor het zaad van het evangelie. Harde stenen worden verwijderd. Rotsbodem raakt verbrijzeld door de kracht van Woord en Geest. Verbrijzeling die niet door de toorn van God, maar door zijn liefde tot stand komt. Vandaar ook dat de tekst uit Jeremia spreekt over ongerechtigheid die als inhoud heeft: "dat gij tegen de Heere Uw God hebt overtreden en Uw wegen verstrooid hebt tot de vreemden". En met vreemden worden de afgoden bedoeld. Er is dus iets heel ergs aan de hand. Afgoden worden gediend ten koste van God. En toch spreekt de tekst nog over "de Heere uw God". Dat wil zeggen dat God nog in liefde aan Zijn verbond wil denken. Vandaar ook dat God zegt in vers 14: "want Ik heb u getrouwd". God wil dus het huwelijk nog niet ontbinden, Hij wil nog geen echtscheiding. Hij wil herstel van de verbondsrelatie.

Echter geen herstel ten koste van grondige restauratie. Israƫl mag geen zonden wegmoffelen, maar dient net als de verloren zoon in de gelijkenis van Christus, terug te keren tot God de Vader. Daarom spreekt vers 14 ook over bekering van afkerige kinderen. Nog steeds kinderen, hoewel afkerig.Wat een lokkende liefde van de Heere.

Dat betekent dat deze afkerige kinderen niet bang hoeven te zijn om tot deze Vader terug te keren. Ze hoeven niet te vrezen voor zijn toorn en oordelen. Ja, Hij vraagt wel dat ze totaal zullen erkennen dat het gelijk bij God ligt en het ongelijk bij hen. Doch dan is het ook klaar. God wil hen aannemen, opnieuw, als Zijn geliefde kinderen.

Voor ons vandaag zit daar de les in dat we moeten oppassen nooit naar de valse fluisterstem van satan te luisteren. Satan immers, doet niets liever dan God verdacht voorstellen als een soort boeman. Daarmee wil satan bereiken dat we nalaten om naar God toe te gaan voor genade en vergeving. Als satan dat lukt dan krijgen we een zeer benauwd leven waarin we gekluisterd raken in banden en boeien. En God komt niet aan Zijn eer, want we vertrouwen Hem niet op Zijn genadig Woord. Nodig is daarom altijd weer naar Gods Woord te horen in plaats van naar de fluisterstem van satan. Gods Woord nodigt en lokt ons namelijk vriendelijk om naar de Heere toe te komen in het volste vertrouwen op Zijn genade. Want God is liefde. En wie tot Hem komt ervaart die liefde door de vertroosting van de Heilige Geest. Zodat onze bevende vrees wordt beschaamd. Het bevalt ons goed om met onze zondekennis naar God toe te gaan. Want God troost, in plaats van ons in toorn weg te sturen, onze zonde weg in het bloed van Christus. Op deze wijze krijgen we er ervaring mee dat God goed is en het nodigt ons uit een volgende keer met nog meer vrijmoedigheid te naderen tot de troon van zijn genade.

De echte zondekennis

Hiermee zijn we tegeUjk bij de vraag aangekomen naar de echtheid van onze zondekennis. De vraag of onze zondekennis wel groot genoeg is laten we rusten. Die hebben we hierboven immers afdoende aandacht gegeven via het antwoord van Kohlbrugge, die door te zeggen: "Alweer hoogmoed", korte metten maakte met deze kwestie.

De vraag naar de echtheid van onze zondekennis is echter van andere orde en vraagt meer aandacht. Immers, er zijn allerlei vormen van zondekennis die niet het bijbelse ijkpunt van echtheid kunnen dragen. We spreken bewust over het bijbelse ijkpunt van echtheid. Immers, voor ons eigen besef kan het wel echt zijn, terwijl het bijbels gezien niet echt is.

In het algemeen kunnen we zeggen dat alle zonde kennis waarin we het jaar en dag kunnen uithouden zonder dat we bij Christus terechtkomen, niet echt bijbels is. Met name zijn we hierin volstrekt onbijbels bezig wanneer we ons in hoogmoed gaan verheffen op onze zondekennis omdat we het ernstiger nemen dan anderen. Deze vorm van "zondekennis" is zelfs goddeloos te noemen. En als tweede kenmerk voor onbijbels zondebesef zouden we kunnen noemen de zondekennis die niet oprechte droefheid naar God is. We hebben meer spijt over de foute gevolgen van zonde-daden dan dat we verdriet hebben over het feit dat we door onze zonde een goeddoende God hebben bedroefd.

Verder kunnen we nog als foute zondekennis noemen het huilen met z.g. krokodillentranen en ook het hebben van minderwaardigheidsgevoelens . Minderwaardigheidsgevoelens en echte zondekennis zijn niet met elkaar te vergelijken. En dat om verschillende redenen. Allereerst omdat de term minderwaardigheidsgevoelens afkomstig is uit de "wereld" van de psychologie en zondekennis uit die van de theologie.Vervolgens ook omdat men zich bij minderwaardigheidsgevoelens van minder waarde gevoeld tegenover zichzelf en tegenover anderen, terwijl men zich bij bijbelse zondekennis niet minderwaardig, maar schuldig voelt. En wel tegenover God.

Bijbelse zondekennis heeft iets heel bijzonders. Aan de ene kant weten we de toorn van God te verdienen vanwege onze zonde, aan de andere kant vluchten we niet van deze toornende God weg, maar gaan naar Hem toe voor genade en vergeving. Een ander opvallend kenmerk van bijbelse zondekennis is dat we niet maar voor even naar God toe vluchten voor genade en vergeving, maar dat we niet van ophouden weten. We rusten niet tot we ook metterdaad genade en vergeving hebben ontvangen.

En dat hangt weer samen met een ander bijbels kenmerk namelijk dat bijbelse zondekennis altijd gepaard gaat met goede gedach- ten over God, dus met vertrouwen op de genade van God. Want bijbelse zondekennis houdt zich aan het woord van God.We koersen op de veiUge beloften van het evangelie. We laten ons niet uit het veld slaan door influisteringen van satan die ons toeroepen dat we geen heil bij God hebben. We laten ons ook niet van de wijs brengen door mensen met een meetlat die willen millimeteren of onze zondekennis wel aan de maat is. Al kunnen deze beide laatste zaken ons wel aan het slingeren brengen. Met name in het beginstadium van ons geloof en zeker ook bij mensen die wat labiel in elkaar steken, kan dat het geval zijn. Doch de Heilige Geest werkt door en zet ons steeds weer op het bijbelse spoor om ondanks alles het toch bij de Heere te zoeken.

Het vertrouwen op Gods genade blijft het winnen van alle tegenstemmen. En dat is het bewijs bij uitstek dat onze zondekennis geen samenraapsel is van eigen maaksel, maar werk van Woord en Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Zondekennis (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's