Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gij zult niet doodslaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij zult niet doodslaan

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

UW GEBOD IS ZEER WIJD

door P. Vermeer, Wilsum

(Het zesde gebod)-1

Inleiding

Wij leven in een wereld waar op allerlei manier het door God geschapen leven zich manifesteert. Onze wereld kent een overvloed aan leven. Planten, dieren en mensen kregen van God het leven als een kostbaar geschenk en geheim. Heel wat zou daarover te zeggen zijn. In deze drie artikelen zuUen we ons in het bijzonder bezighouden met de mens en zijn leven. Wanneer we kijken naar zijn geschiedenis op deze aarde, dan is en wordt zij met bloed geschreven. Oorlogen, revoluties en geweld teisteren de wereld waarin wij wonen. We horen van terroristische aanslagen, massaslachtingen en etnische „zuiveringen", afrekeningen in het criminele circuit op klaarlichte dag op straat in eigen land, kinderen die in kwade handen vaUen en een jammerlijk einde vinden, abortus en euthanasie en zelfdoding, mensen die omkomen in het verkeer of door roekeloos gedrag in de bergen enz. Schier eindeloos is deze Hjst uit te breiden. En we kijken er vaak niet eens meer van op. Mensen wennen gauw aan veel dingen. De aarde waaruit de mens is genomen is rood van het vele onschuldig vergoten bloed en roept tot God. Met huiver denken we aan bijvoorbeeld de concentratiekampen en gasovens in het Nazi-Duitsland in 1940-45 en het gruwelijke Pol Pot regiem in Cambodja uit de jaren 1975-79. Wat kan de mens vér gaan. Wat je bij de dieren zo niet aantreft, vind je wel bij de mens: een meedogenloos uitroeien van de eigen soort.

Het is wel opvallend dat in een tijd waarin medische kennis en medische kunde erg groot zijn zodat de uiterste zorg aan het leven kan worden besteed en de kwaliteit ervan met sprongen vooruit is gegaan, veel leven wreed wordt weggemaaid.Vaak gebeurt dit al in de moederschoot. Ook die plaats is namehjk niet veilig. Het leven wordt hoe langer hoe meer een consumptieartikel en z'n waarde meet men af aan het (economisch) nut of het genoegen dat men eraan beleeft. Niet voor niets draaien de abortusklinieken op voUe toeren. In zo'n klimaat is het leven niet echt veilig, kan het niet werkelijk gedijen.

In deze wereld vol bloedvergieten nu khnkt al eeuwen een stem die roept om het leven met het uiterste respect te behandelen: de stem van Gods gebod. God heeft namelijk een gebod gegeven dat als een beschermend schild voor het leven is bedoeld: het zesde gebod. Het gebod kwam eeuwen geleden vanaf de berg Sinaï tot een volk dat als geen ander volk heeft geleden, in de vorige eeuw zelfs zes miljoen van z'n kinderen zag sterven in de martelkamers van het heidendom van Nazi-Duitsland en tot op de dag van vandaag wond op wond krijgt geslagen: Israël! Het kreeg dit heilzame gebod niet om het alleen voor zich te houden, maar ook om het de wijde wereld in te dragen. Want het is bedoeld voor alle mensen.

Laten we samen eens nagaan wat God met dit gebod bedoeld. Hoe luidt het, naar welke diepte steekt het af en hoe ver reikt het?

De vorm van een verbod

Ik neem u mee naar de Sinaï. Daar hoorde eens het oude volk Israël het heilig beven de stem van de HEERE klinken. Vanaf de berg sprak Hij. De God van hun vaderen. Duisternis was op de berg, bliksemstralen doorkliefden het donker, en de berg beefde omdat de HEERE erop was neergedaald. En het zesde van de Tien Woorden die Hij aan Zijn volk gaf luidde: Gij zult niet doodslaan!

Daar hebt u het gebod, in al z'n eenvoud en scherpte, kort en krachtig. Het kan zelfs door kind en grijsaard worden onthouden: Gij zult niet doodslaan. Het is het tweede gebod dat de tweede tafel van Gods Wet, de tafel van de liefde tot de naaste, siert. Het is gegeven als een verbod: Gij zult niet... Het wil de mens dus leren wat hij niet met het leven van z'n naaste mag doen. Het gebod is dus negatief geformuleerd: Gij zult niet! Maar, zo zullen we zien, dit gebod verbiedt niet alleen, het gebiedt ook. Maar dat is voor het laatste artikel. Nu gaan we op onderzoek uit om te zien om welk doden het hier gaat. Want doden en doden is twee. Niet alle doden is hetzelfde.

Niet ieder doden veroordeeld

Om welk doodslaan gaat het hier dus? Valt misschien elk doden eronder? Predikt dit gebod een onvoorwaardelijk pacifisme en was " het daarom beter om maar zo algemeen mogelijk te vertalen met: Gij zult niet doden? Of moeten we hier speciaal aan het doden met voorbedachte rade denken, aan moord, en was het daarom misschien beter om te vertalen met: Gij zult niet moorden?

Laten we daarom eens bezien welk woord in het Hebreeuws is gebruikt voor het „doodslaan" uit onze Statenvertaling. Dan blijkt dat de HEERJE bij de proclamatie van dit gebod niet een werkwoord gebruikte dat élk doden verbiedt. Het door Hem gekozen woord nS"1 (ratsach) wordt bijvoorbeeld niet gebruikt voor het doden in oorlogen of voor het voltrekken van de doodstraf aan een ter dood veroordeelde misdadiger. Het heeft nadrukkelijk de betekenis van een doden in wederrechtelijke zin. Zeg maar: dat doden, waarbij de één zich aan het leven van een ander vergrijpt. In onze taal beschikken we eigen- lijk niet over een Avoord dat heel precies weergeeft wat de HEERE met dit doden aangeeft. We moeten het daarom omschrijven met wederrechtelijk doden of zoiets. Het Hebreeuwse woord heeft alles te maken met een boos doden. De HEERE verbiedt dit doden omdat het de door Hem gestelde grens overschrijdt. Hieronder valt natuurlijk het vermoorden van de naaste en dood door schuld. Maar ook de onopzettelijke doodslag moeten we ertoe rekenen. Als bijvoorbeeld bij het houthakken de bijl van de steel vloog en een ander dodelijk trof, dan viel deze doodslag onder dit gebod en werd Genesis 9 : 6 van toepassing: „Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door de mens vergoten worden." Niet van planten en dieren, maar wel van de mens geldt namelijk: God heeft hem naar Zijn beeld gemaakt. Dat geeft aan ieder mens een bijzondere waarde hoezeer hij ook mag zijn gedegenereerd door een zondig en losbandig leven. Zeker, het zesde gebod wil onze ogen scherpen voor de waarde van alle leven op aarde, maar het richt zijn blik met name op de mens: wie zich vergrijpt aan de mens vergrijpt zich aan Gods beeld en daarmee aan God Zelf. Het leven van plant en dier dienen we met respect te behandelen, maar we mogen het nemen.Ten aanzien van de mens geldt echter: wie z'n leven wederrechtelijk neemt moet boeten met z'n eigen leven. In principe gold dit ook voor de onopzettelijke doodslager in Israël. Want bloed roept om bloed. Maar voor hem had de HEERE wel een voorziening getroffen om het vege lijf te kunnen redden: de vrijstad. Bij de bijbelse berichtgeving daarover treft echter de grote zorgvuldigheid waarmee het onopzettelijke van de doodslag moest worden onderzocht en aangetoond.

Samenvatting

Het zesde gebod wil niet elk doden verbieden. Absolute eerbied voor het leven kom je in de Bijbel niet tegen. Er kunnen omstandigheden zijn waarin men z'n leven prijsgeeft voor anderen of voor de eer van God (denk aan Simson en aan Christus zelf) of waarin het van anderen moet worden genomen. Op Gods bevel zijn er heel wat oorlogen gevoerd. Pacifisten kunnen zich voor hun zienswijze daarom niet op dit gebod beroepen. Ook tegenstanders van de doodstraf niet.Wie de wetten van Mozes namelijk leest vindt daar een hele serie halsmisdaden aangewezen. Wie bijvoorbeeld God opzettelijk lasterde of vader of moeder vloekte, moest op Gods bevel gedood worden.

In Romeinen 13 lezen we dat God aan de overheid het zwaard gegeven heeft, niet om mee te pronken, maar om waar nodig te gebruiken. Het verboden doden is het doden waardoor de gemeenschap in haar bestaan wordt bedreigd en onherstelbare schade lijdt. Dat doden roept om genoegdoening. In dat kader staat ook de uitoefening van de bloedwraak in Israël.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Gij zult niet doodslaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's