Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het tiende gebod (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het tiende gebod (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘UW GEBOD IS ZEER WIJD’

, door P. Vermeer, Wiisum

Twee versies

We komen nu bij het tiende gebod, de hekkensluiter van de Decaloog. In de gereformeerde traditie is dit één gebod. In de Lutherse en Roomse traditie heeft men het eerste en tweede gebod van Gods wet samengenomen en splitst men ons tiende gebod in tweeën en komt 20 toch weer op tien geboden uit. Het verdient echter de voorkeur om de indeling aan te houden, zoals wij die kennen en het tiende gebod dus als één gebod op te vatten. In het tiende gebod staat het begeren centraal. We zullen zien dat ook dit gebod weer heel wijd is en diep grijpt.

We gaan eerst na hoe dit gebod precies luidt. Het komt in twee verschillende formuleringen voor. In Exodus 20 : 17 luidt het gebod: „Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is". In Deuteronomium 5 : 21 wordt aan de opsomming nog de akker van de naaste toegevoegd en zet het gebod niet in met het begeren van het huis van de naaste, maar met het begeren van diens vrouw. Daar is de formulering als volgt: „En gij zult niet begeren uws naasten vrouw; en zult u niet laten gelusten uws naasten huis, zijn akker, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is." Er is ook een verschil wat het gebruik van werkwoorden betreft: in Exodus 20 wordt alleen het werkwoord chamad gebruikt, in Deuteronomium 5 het werkwoord chamad en het werkwoord 'awah. De Statenvertalers hebben het eerste weergegeven met 'begeren', het tweede met 'gelusten'. Het zal niet gemakkelijk zijn om vast te stellen welke van beide versies op de stenen tafels heeft gestaan. De vraag is zelfs of dat wel ooit zal lukken. Overigens weten we dat de Heere tot twee keer toe aan Mozes stenen tafels heeft gegeven met daarop Zijn wet geschreven. Mozes verbrak de eerste stenen tafels immers toen hij Israels zonde met het gouden kalf zag. Kan het zijn dat de versie uit Exodus op die eerste twee tafels stond en de weergave van Deuteronomium op de tweedePWe laten deze moeilijke kwestie verder rusten. Inhoudelijk is er geen echt verschil tussen beide weergaven. Waar het ons om is te doen is wat God ons met dit gebod wil zeggen.

Geen herhaling

Menigeen heeft zich afgevraagd of dit gebod niet wat overbodig is. Is alles wat hier verboden wordt ook eigenlijk niet al gezegd in het zevende en achtste gebod? Het zevende gebod verbiedt immers het nemen van de vrouw van de naaste en het achtste gebod verbiedt het in bezit nemen van het bezit van de naaste.Waarom dan nog dit tiende gebod? Op het eerste gezicht lijkt het gebod zoiets als een herhaling van zetten, een gebod om het tiental vol te krijgen. Tien geboden zijn immers gemakkelijk te onthouden, want je kunt ze op je tien vingers natellen. Bij nader toezien het gebod wel degelijk een eigen zin te hebben. We moeten niet blijven staan bij een wat oppervlakkige beschouwing van dit gebod, maar ons er diepgaander op bezinnen. Dan wordt vanzelf duidelijk dat het hier om een gebod gaat met een geheel eigen karakter. Het heeft een volwaardige plaats in het geheel van de Decaloog en laat er een geheel eigen geluid horen. Misschien mag je wel zeggen dat eerst dit gebod de zaak van de Decaloog voor de mens pas goed scherp zet. Het zet ook het geestelijk karakter van de andere negen geboden in het volle licht van Gods bedoeling met Zijn wet. Het tiende gebod grijpt naar ons innerlijk, naar ons hart. De aan het einde van de Tweede Wereldoorlog omgekomen begaafde theoloog dr. J. Koopmans drukte de betekenis van het tiende gebod heel juist uit door te stellen dat de eerste negen geboden zeggen dat wij de zonde niet mogen doen, het tiende dat wij de zonde niet mogen willen.

Niet alle begeren is zondig

Centraal in het tiende gebod staat dus het woord 'begeren'. Dit kernwoord heeft vaak een negatieve betekenis, zoals ook in het tiende gebod. Toch kan het ook neutraal of zelfs positief worden gebruikt. Denk maar eens aan Psalm 68 : 17. Daar wordt van God Zelf gezegd, dat Hij de berg Sion heeft begeerd tot Zijn woning. In eeuwigheid zal Hij daar wonen. Nu, God kan men toch geen zonde toedichten. Ook in het menselijke bereik komen we begeren of gelusten in neutrale of zelfs positieve zin tegen. Uit Genesis 31 : 30 begrijpen we bijvoorbeeld dat Jakob een sterk begeerte had om terug te mogen keren naar het ouderlijk huis. Daar is uiter-aard niets mis mee. Het is een goed teken als kinderen dit verlangen kennen en daar gevolg aan geven. Ook in Deuteronomium 12 : 20, 21 vinden we een voorbeeld van begeren dat door de Heere niet wordt veroordeeld. Israël mag namelijk straks naar hartelust vlees eten in het beloofde land. En denk ook eens aan een tekst als Jesaja 58 : 2. Daar is sprake van een begeerte naar het kennen van Gods wegen, van een lust hebben om tot God te naderen. Als dat werkelijk een zaak van het hart is, is dat alleen maar te prijzen. Onze Heidelbergse Catechismus noemt dit in Zondag 44 een lust hebben tot alle gerechtigheid. Bijbels gezien is de begeerte om de Heere te dienen en in Zijn wegen te wandelen voluit wettig, zelfs geboden. Op meer plaatsen in het Oude Testament is het begeren in deze positieve zin aan de orde. Ook in het Nieuwe Testament zijn diverse plaatsen aan te wijzen waar het begeren in positieve zin mag worden opgevat. Zo spreekt de Heiland in Mattheüs 13:17 over de vele profeten en rechtvaardigen, die begeerd hebben te zien en te horen wat de discipelen van Christus mogen zien en horen. Met dat begeren was niets mis. Er zal ook wel niemand zijn die durft beweren, dat het begeren van Paulus om ontbonden te worden en met Christus te zijn, fout was (zie Filip. 1 : 23). En wie zou hem willen kapittelen, vanwege z'n grote begeerte om de broeders van Thessalonica te zien (1 Thess. 2 : 17)? Het tiende gebod zeker niet!

Resumé

We moeten goed zien dat het tiende gebod niet alle begeren verbiedt. Begeren en begeren is twee. Er is een begeren dat niet door het tiende gebod wordt geraakt als het zegt: „Gij zult niet begeren..." Ons leven is ten enenmale ondenkbaar zonder begeren. We verlangen naar voedsel en kleding, naar een veilige plek om te wonen, naar werk om onze roeping te mogen vervullen, naar een goede gezondheid, naar een goede toekomst voor onze kinderen, naar bloei van het Godsrijk, naar vrede onder de mensen, naar... De lijst is schier eindeloos uit te breiden. Op zich zijn dit zondermeer allemaal begeerten die geoorloofd zijn. Gelukkig ook maar dat niet alle begeren zondig is. Begeren kan heel nuttig zijn, heel nodig zelfs om uiting te geven aan de drang om het door God gegeven leven te onderhouden en de door Hem in de schepping gelegde mogelijkheden te onderzoeken en te benutten. Er is een zondig begeren en er is een niet-zondig begeren. Alleen het zondige begeren valt onder de veroordeling door het gebod. Aan zulk begeren dacht Paulus toen hij aan de Romeinen schreef, dat hij niet had geweten dat begeren zonde was als de wet niet had gezegd: ,,Gij zult niet begeren..." Alleen dit begeren is de mens in het licht van Gods gebodverboden, wordt hem tot zonde. In deze context gebruikt heeft het woord 'begeren', en alles wat daarmee samenhangt, uiteraard een heel negatieve klank. Het tiende gebod raakt aan de nachtzijde van ons zondaarsbestaan en snijdt heel diep. Maar dat is voor de volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 2004

Gereformeerd Weekblad | 26 Pagina's

Het tiende gebod (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 2004

Gereformeerd Weekblad | 26 Pagina's