Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het tiende gebod (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het tiende gebod (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door P. Vermeer, Wilsum

Voorbeelden uit de Schrift

Het is illustratief om een aantal voorbeelden uit de Schrift te noemen waar het tiende gebod aanwijsbaar is overtreden. We beginnen bij ons aller moeder Eva. Bij haar begon het vallen in de zonde met het boze begeren. Zij liet het leugenwoord van satan toe in haar hart. Het wekte in haar hart de begeerte naar wat alleen God toekomt: als God te zijn. Toen ging zij met heel andere ogen kijken naar de boom der kennis van goed en kwaad. Zij nam van zijn vrucht en overtrad daarmee moedwillig Gods gebod. Ook verleidde zij haar man ertoe hetzelfde te doen. Beiden hebben daarmee het menselijk geslacht in diepe ellende gestort (Gen. 3). Een ander voorbeeld vinden we in de vrouw van Potifar. Bij haar was sprake van een zondige seksuele begeerte. Zij liet haar oog op Jozef vallen. Toen Jozef weigerde haar ter wille te zijn bracht hem dat in een jarenlange gevangenisschap (Gen. 39). Als derde noemen we Achan. Bij hem ging het om een zondig begeren van zaken die aan de Heere door de ban waren gewijd. Hij vergreep zich namelijk aan het verbannene en bracht daardoor de toorn van God over Israël. Het volk werd om die reden jammerlijk verslagen voor Ai (Joz. 7). Een vierde voorbeeld is de godvrezende koning David. Bij hem was sprake van een zondige seksuele begeerte. Begerig liet hij zijn oog vallen op Bathseba, de vrouw van zijn naaste Uria. Het liep uit op overspel en doodslag (2 Sam. 11). Tenslotte noemen we nog koning Achab. Hij liet z'n oog hebzuchtig vallen op de wijngaard van Naboth; het eindigde in een justitiële moord op Naboth (1 Kon. 21).

Deze voorbeelden uit de Schrift laten zien hoe desastreus de uitwerking van de zondige begeerte kan worden. Als ze de ruimte krijgt, is ze als met een doornstruik die maar verder woekert en tenslotte alles verstikt (vgl. Mk. 4 : 19). Wat zo verborgen in het hart begint, kan stromen van ellende en verwoesting ontketenen in het leven van enkelingen, families of volkeren. Huwelijken gingen eraan te gronde, samenlevingen werden ontwricht, afschuwelijke oorlogen zijn gevoerd om maar het eigendom van anderen te bemachtigen. Wie zich wat verdiept in de Midden- Oosten-problematiek zal niet kunnen ontkennen dat oliebelangen een grote rol spelen. Wat een levens heeft het jagen naar dit zwarte goud al niet gekost. In wezen is dat ook de aard van de zonde: ze ontbindt en voert de dood in haar kielzog. Ze is daarom duivels. Het tiende gebod is o zo actueel. Het raakt niet alleen de enkeling, maar ook de familieverbanden, waarin hij leeft en, nog wijder, zelfs de volkeren. Ja, Gods gebod is zeer wijd!

De zintuigen

Bij het wekken van bepaalde begeerten spelen de zintuigen een niet te onderschatten rol. Vooral de ogen en de oren. In de zojuist gegeven voorbeelden uit de Schrift waren de zintuigen er volop bij betrokken. Heel duidelijk lezen we dat bijvoorbeeld bij Achan in Jozua 7. Hij zegt: „Want ik zag onder de roof een schoon sierlijk Babylonisch overkleed, en tweehonderd sikkelen zilvers, en een gouden tong; en ik kreeg lust daartoe, en ik nam ze...". Zien, door lust worden bevangen, nemen! Ook in onze dagen is er heel veel wat de begeerten bij de mensen gaande maakt. In dit verband denken we met name aan de vaak zo prikkelende reclame. Niet alle reclame is verkeerd. Goede producten mogen op gepaste wijze worden aangeprezen. Maar heel veel huidige reclame speelt in op de zondige begeerten van de mens en wil begeerten opwekken die niet goed zijn.Te denken valt aan het opwekken van allerlei seksuele lusten en aan allerlei andere prikkels om maar zoveel mogelijk mee te genieten van het leven. De moderne massamedia spelen hierbij een grote rol. In onze tijd bestaat er ook uitzonderlijk grote aandacht voor het lichaam. Ze neemt in vele gevallen het karakter van afgoderij aan. Alles moet er aan worden gedaan om maar jong en mooi te lijken. Zonder het te beseffen zijn vele slaven geworden van een ronduit ziekelijke lichaamscultus. En het belangrijkste, de ziel, wordt vergeten. Zo gaat men een zeker verderf tegemoet.Vele andere zaken zouden hier nog te noemen zijn. De zintuigen zijn open poorten waardoor velerlei prikkels binnenkomen en hun weg vinden naar het hart. Met alle gevaren van dien.We moesten daarom maar doen als Job, die zei: „Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen" (Job 31 : 1).

Onze zondige aard

In Zondag 44 vraagt de Catechismus, waarom God de tien geboden zo scherp laat prediken. Er is toch niemand die ze houden kan. De eerste reden die dan wordt genoemd is: „opdat wij ons leven lang onze zondige aard hoe langer hoe meer leren kennen". Hier raakt de Heidelberger een heel belangrijk punt aan. Wij dóen niet alleen de zonde, wij willen de zonde. Door de zondeval is het onze natuur geworden om naar hartelust Gods geboden te overtreden. In de Schrift wordt dit zondige bestaan aangeduid met het woord 'vlees'. Vooral Paulus gebruikt het in deze donkere zin om ons aan te duiden als van God afgevallen schepselen.Wij allen zijn vleselijk, onder de zonde verkocht. Als we nog onbekeerd zijn, leven we in de begeerlijkheden van ons 'vlees', doen we de wil van ons 'vlees' en van onze gedachten, en zijn we van nature kinderen des toorns (Ef. 2:3). Onze Catechismus heeft heel goed gezien dat het tiende gebod ten diepste van ons eist 'dat ook de minste lust of gedachte tegen énig (!) gebod Gods in ons hart nimmermeer kome, maar dat wij te allen tijde van ganser harte aller zonden vijand zijn en lust tot alle gerechtigheid hebben'. Daarmee brengt hij de betekenis van dit gebod voor heel de Decaloog scherp naar voren. Want alle geboden Gods hebben op één of andere manier met het tiende van doen. Het is door onze zondige aard dat allerlei zonden de kans krijgen om in boze daden te worden omgezet. Wij doen niet alleen zonde, wij zijrf zonde! Daarom is er niet één gebod voor ons veilig. We overtreden ze alle. Van buiten komende prikkels wekken ons zondige begeren zo ge- makkelijk op, omdat wij één en al zondig begeren zijn. In het zondige begeren vertonen zich de wezenstrekken en de krachten van de oude mens. Wij zijn van nature hopeloos op onszelf verliefd. We bewieroken ons 'ik' en zijn bereid ieder gebod ervoor te overtreden. Met Paulus mogen we daarom heel dankbaar zijn dat de Heere ook het tiende gebod in Zijn wet opnam. Nu kunnen we weten dat we tot in de kern van ons bestaan zonde, oude mens, 'vlees' zijn. God heeft het ons geopenbaard. Het gebod geeft ons alle reden om te vluchten tot Gods genadetroon. Aan de Heere moeten wij onze zondige aard belijden, Hem bidden om de bekering van ons hart en de vergeving van onze zonden. Hem smeken om vernieuwing van ons leven door het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens.

Uitzicht

Het tiende gebod stelt ons allen schuldig.Van ons uit bezien is behouden worden zelfs onmogelijk. Gods wet moet ons verdoemen. Toch is er voor hen die in Christus geloven een heerlijk perspectief.Tegenover een leven in het 'vlees' zet de Schrift namelijk een leven dat door de Geest wordt bepaald en op God is gericht. Het is voluit genadegeschenk en uit zich in een wandelen in alle goede werken welke God in Christus heeft voorbereid. In zo'n leven leert men vergenoegd te zijn met wat God geeft. Hij zorgt voor Zijn kinderen immers als een lieflbebbend Vader.

Waarom zou je dan nog begeren wat van de naaste is? Wie dit nieuwe leven ingaat, sterft al meer aan het zondige begeren en staat op in een leven dat vol is van het heilige begeren om naar Gods wil te handelen en te wandelen. Het is een leven uit Christus Jezus, een door de Geest wandelen met Hem. Christus volbracht voor de Zijnen namelijk ook het tiende gebod en daarmee de diepste bedoeling van de wet. Hij wilde ook hun zonden tegen het tiende gebod genadig uitdelgen aan het kruis. In Hem toch ontsloot de Vader een machtige fontein tegen al (!) hun ongerechtigheden. In die fontein des heils mogen zij ook hun zondige begeerten werpen.

Zeker, de aUerheiligsten onder hen hebben in dit leven nog maar een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid. Maar toch mag een ieder van hen vanuit het geschonken nieuwe beginsel al enigszins leren om de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden te verzaken en matig en rechtvaardig en godzalig te leven in deze tegenwoordige wereld. Met als wenkend perspectief dat zij allen na dit leven tot de voorgestelde volkomenheid geraken zullen en aan Christus gelijkvormig zullen wezen, door Gods Geest dan geheel herschapen en vernieuwd naar Zijn evenbeeld. Ja, dat is het deel van allen die de Heere vrezen. Schrijft u door genade uw naam erbij? Dan kunt u met de psalmist mee en zegt ook u hem na: Hoe lief heb ik Uw wet!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het tiende gebod (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's