Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maleachi als adventsprediker (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maleachi als adventsprediker (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door A.J. Kunz, Groot-Ammers

De eer van God

Het gaat God om Zijn eer. Zo kunnen we de boodschap van Maleachi samenvatten. Geef de HEEPJE de eer van Zijn Naam. Daar kwam bij Israël niet veel van terecht, hebben we gezien. Het geestelijke leven van Israël werd gekenmerkt door dorheid en ingezonkenheid. En het kerkelijke leven van onze dagen laat helaas niets anders zien. Hoe vaak is het onder ons nog te horen, dat de HEERE de eer en de aanbidding krijgt. We praten liever over andere dingen in kerk en wereld. De dienst van God is in verval. Dat gebeurt, als de HEERE de eer niet krijgt.

En nu, gij priesters

Wie is er verantwoordelijk voor die geestelijke neergang? Wij zoeken graag naar schuldigen. Laten we luisteren naar het Woord van God. Maleachi moet de priesterstand aanspreken. Het zijn de ambtsdragers van het volk. Ambtsdragers dragen verantwoordelijkheid tegenover God voor de gemeente. Daar mogen we niet licht aan tillen. De priesters zijn verantwoordelijk voor de dienst van God. Als we in de Bijbel nagaan wat de taak van een priester is, dan blijkt dat er in ieder geval drie dingen zijn die een priester moest doen. Hij moest offeren: de dienst van de verzoening. Hij moest zegenen en bidden: de dienst van de gebeden. En hij moest onderwijs geven: de dienst van de onderwijzing. Dat is ook in onze tijd de taak van een ambtsdrager: hij staat in de dienst van de verzoening, hij gaat voor in de dienst van de gebeden en hij geeft onderwijs.

In Maleachi 2 valt de nadruk op het laatste. Niet dat de dienst van de verzoening en de dienst van de gebeden minder belangrijk zouden zijn. Integendeel! Maar dat kan niet zonder onderwijs. Om het even te beperken tot de dienst van de verzoening: als het volk niet geleerd wordt, wat Gods heiligheid inhoudt, dan gaan mensen zieke en gestolen dieren offeren, zoals we in Maleachi 1 hebben gelezen. Wij zoeken uit onszelf altijd de makkelijkste weg. De priesters moesten onderwijs geven. Ze moesten het volk eerbied bijbrengen voor de dienst van God. Ze moesten leren dat de hele eredienst van Israël gericht was op de eer van God.

Het verbond met Levi

Hoe komen de priesters aan die vooraanstaande positie? De HEERE heeft met Levi een verbond gesloten (vers 4). De priesters zijn nazaten van Levi. Dat is op zich al een wonder. Want Levi is één van Jakobs zonen. Als vader Jakob op zijn sterfbed ligt, zegt hij: 'Simeon en Levi zijn gebroeders; hun handelingen zijn werktuigen van geweld.Vervloekt zij hun toorn, want die is heftig, en hun verbolgenheid, want die is hard! Ik zal hen verdelen onder Jakob en ik zal ze verstrooien onder Israël.' Levi heeft samen met Simeon de stad Sichem uitgemoord. Daarom moet Jakob een vloek over Levi uitspreken. Dan zouden we toch niet verwachten dat zijn nakomelingen in de tempel zouden dienen? God verkiest het onedele en hetgeen niets is! Wat zijn er uit die stam van Levi grote knechten van God voortgekomen: Mozes, Aaron, Jeremia, Johannes de Doper.

God heeft met Levi een verbond gesloten: 'Mijn verbond met hem was het leven en de vrede; en Ik gaf hem die tot een vreze. En hij vreesde Mij en werd om Mijns Naams wil verschrikt' (vers 5). Een ware knecht van God weet van de vreze des HEEREN, van een diep ontzag voor God. De HEERE had een bijzonder bedoeling, toen Hij met Levi Zijn verbond sloot: 'De wet der waarheid was in zijn mond en er werd geen onrecht op zijn lippen gevonden; Hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid en hij bekeerde er velen van de ongerechtigheid. Want de lippen van de priesters zullen de wetenschap bewaren en men zal uit zijn mond de wet zoeken, want hij is een engel (een bode) van de HEERE der heirscharen' (vers 6-7). Een ambtsdrager moet een voorbeeld zijn. Daar­ bij moet hij het volk onderwijs geven. De lippen van de priesters zullen de wetenschap bewaren. Het Hebreeuwse woord voor 'wetenschap' slaat niet alleen op de kennis van ons verstand, maar ook op de kennis van ons hart. De vreze des HEEREN is het beginsel van de wetenschap. Die kennis van God moet bij de priester veilig zijn. De priester moet het volk er ook in onderwijzen. Men zal uit de mond van de priester de wet zoeken. De thora, staat er letterlijk. Dat is niet alleen de wet, zoals wij die kennen in de Tien Geboden. Thora, dat is de weg die we moeten gaan. De weg van Gods inzettingen. Die weg moet ons geleerd worden.

De priesters en het volk

Zoals de priesters zijn, zo is het volk. Israël is in verval, maar Maleachi zegt uit Naam van God hoe dat komt. De priesters bewaren de wetenschap niet en ze geven het volk geen leiding. Het verval van het kerkelijke leven heeft ook alles te maken met het verval van de ambtelijke dienst. Dat moeten wij ons ook aantrekken. Bewaren wij als ambtsdragers de kennis van God nog, om die over te dragen op het komende geslacht? Kunnen ze bij ons naar de wet van God vragen? Geven we leiding in deze verwarde tijd, niet naar eigen inzicht, maar vanuit het 'alzo zegt de HEEP^'? De priesters in Israël geven geen leiding. De gevolgen zijn er ook naar: als de kennis van God verdwijnt, wordt de dienst van God vormendienst. De geestelijke neergang leidt ook tot maatschappelijke ontwrichting: verbondskinderen trouwen met heidense vrouwen, huwelijken raken ontwricht (zie vers 10-16). De priesters geven geen onderwijs. God zegt: 'U bent van de weg afgeweken, u hebt er velen doen struikelen in de wet.'Als de priesters van het rechte pad af gaan, dan kunnen ze andere mensen de weg niet meer wijzen. Dit moet wel verkeerd aflopen. De profetie van Maleachi maakt dat ernstig duidelijk. We lezen in vers 2: 'Als u niet zult horen en als u niet ter harte zult nemen om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERJE der heirscharen, dan zal Ik de vloek onder u zenden en Ik zal uw zegeningen vervloeken.' Wie God niet eert, haalt de vloek van God over zich heen. Maleachi moet het op een aangrijpende wijze vertellen. God zal het nageslacht van de priesters wegnemen. Ik werp de ingewanden van de offerdieren in uw gezicht en ze zuUen u naar de drekhoop dragen (vers 3). Ongehoorde woorden, zeker tegen een priester. Zo hoog neemt God het op, als Zijn verbond gebroken wordt.

Maleachi 2 is allereerst een woord voor priesters. Voor ambtsdragers, toen en nu. Maar vervolgens trekken we de kring breder. Petrus noemt de gelovigen in zijn brief een 'geestelijk priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus'. Krijgt de HEERJE de eer van Zijn Naam? Hoe staat het onder ons met de ware vreze van Gods Naam? Als de HEEB^ in ons leven is gekomen, dan hebben wij de roeping om de kennis van Gods Naam te bewaren en dan mag men uit onze mond de wet des HEEREN vragen. Wat gaat er van ons uit? Zijn we levende getuigen, voor het komende geslacht, maar ook voor degenen die buiten zijn?

Advent

Als we Maleachi's profetie lezen, dan kunnen we denken: hij is echt de laatste profeet. Nu gaat het boek dicht. De stem van God zwijgt voorgoed. Dat zou de HEERE naar recht kunnen doen, toen en nu. En toch gaat ook in Maleachi 2 een adventsluik open. Er staan hier woorden, die bijna niet van een mens gezegd kunnen worden. Zelfs niet van de meest toegewijde priester. Ik hoor vers 6 en 7 nog een keer: 'De wet der waarheid was in zijn mond, en er werd geen onrecht op zijn hppen gevonden; hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid en hij bekeerde er velen van ongerechtigheid.Want de lippen van de priesters zullen de wetenschap zoeken en men zal uit zijn mond de wet zoeken, want hij is een engel van de HEERE der heirscharen.' De kanttekeningen van de Statenvertaling zeggen hierbij: 'Deze lof komt alleen onze Heere Jezus Christus toe.' Met Zijn komst vervult Christus de priesterdienst. Hij is de volmaakte Priester en Gods volkomen Offerlam tegelijk. Het wordt advent. Daarom gaat het boek Maleachi nog niet dicht. Maleachi is juist een adventsprofeet: uit de diepten roep ik tot U, o HEERJE! Valt u het bij: Uw komst is het, die mijn heil volmaakt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Maleachi als adventsprediker (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's