Maleachi als adventsprediker (3)

ADVENT

door A.J. Kunz, Groot-Ammers

De Avegbereider

Vorige week stond er een foto in de krant van de Markt voor de Nieuwe Kerk in Delft. Op die foto was een politieagent te zien die de mensen op een afstand hield. Mijn aandacht werd echter vooral getrokken door twee stratenmakers die daarachter bezig waren om de straat te herstellen. Ik vond het een opvallende foto. Toen prins Claus begraven werd, waren die stratenmakers ook bezig. Toen koningin Juliana werd begraven, waren ze weer bezig. En nu, een paar maanden later, zijn ze weer bezig. Ze hebben in Delft niet gezegd: 'Het is pas nog gebeurd.'Als de Koningin komt, moet alles in orde zijn. Zo was het ook in vroeger tijden. Als een koning in het oude Oosten een gedeelte van zijn land bezocht, ging er een heraut vooruit om de komst van de koning aan te kondigen. Alle losliggende stenen moesten worden opgeruimd. Daar zorgde de wegbereider voor.

Maleachi kondigt als adventsprofeet de komst van de Koning der koningen aan. Het hele Oude Testament wacht op de komst van de Messias. Maleachi, de laatste profeet van het oude verbond, mag verkondigen hoe het er bij Zijn komst aan toe zal gaan. De wegbereider zal voorop gaan; daarna komt de Koning. God laat door Maleachi tegen Zijn volk zeggen: 'Zie, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal; en sneUijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Die gij zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan Wie u lust hebt; ziet Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen.' Maleachi profeteert hier over de komst van Johannes de Doper en over de komst van de Heere Jezus naar deze aarde. Het gaat, met andere woorden, over de wegbereider en de Koning.

U vermoeit de HEERE

Nu moeten we er eerst op letten, in welk verband Maleachi deze adventsprofetie uitspreekt. Het zou mooi zijn als we konden denken dat in Maleachi 3 een nieuw hoofdstuk begint. Zo eenvoudig ligt het echter niet. OorspronkeHjk kende de Bijbel geen hoofdstukindeling. Door die indeling in hoofdstukken ligt de scheiding in de tekst soms op een plaats waar die eigenlijk niet hoort. Zo is het ook in Maleachi 3. Het nieuwe hoofdstuk begint al met het laatste vers van hoofdstuk 2. We hebben al eerder gezien dat de profetie van Maleachi in dialoogvorm is opgeschreven. Het is een gesprek tussen de HEERE en Zijn volk. Zo gaat het ook in het slot van Maleachi 2. In vers 17 zegt de profeet namens God: 'Gij vermoeit de HEERE met uw woorden.'Al eerder zagen we dat er veel mankeert aan de manier waarop Israël de HEEP^ dient. De offerdienst is voor velen een vorm zonder inhoud. De priesters lichten de hand met de inzettingen van God. Daarbij komt de ontwrichting van het dagelijkse leven. Nu zegt de HEERE: 'U vermoeit Mij met Uw woorden.' De HEEPJE wordt er moe van om naar Zijn volk te luisteren. We mogen ook vertalen: JuUie vallen iVlij lastig. Dat zijn woorden om van te schrikken. We zouden ze in de Bijbel eigenlijk niet verwachten. Israël heeft het antwoord echter meteen klaar: 'Waarmee vermoeien wij U? ' Hiermee, zegt God: 'Omdat jullie zeggen: Al wie kwaad doet, is goed in de ogen van de HEER^, en: Hij heeft lust aan zodanigen, en: Waar is de God van het oordeel? ' Israël durft nogal wat te zeggen. Kort samengevat: Wat merken we eigenlijk van God? Mensen kunnen blijkbaar ongestraft hun gang gaan. God laat alles maar toe.

Ik zend Mijn engel

Wat is Gods antwoord op deze woorden van Israël? 'Zie, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal.' God laat de dingen in deze wereld niet op hun beloop. Hij komt, als een Koning naar Zijn wereld. Evenals bij een aardse koning zal Zijn komst voorafgegaan worden door een bode: Johannes de Doper. In Markus 1 wordt Maleachi 3:1 aangehaald. Daar blijkt uit het verband dat Johannes de bode is. Het wordt nog duidelijker in Mattheüs 11. Daar zegt Jezus over hem: 'Hij is veel meer dan een profeet. Want deze is het, over wie geschreven staat: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht.' Johannes de Doper is de wegbereider. Hij gaat voorop: de Koning komt! Als een vurige boeteprofeet staat Johannes temidden van zijn volk. Bekeert u en word gedoopt. Na mij komt Hij, Wien ik niet waardig ben om Zijn schoenriem te ontbinden. De wan is in Zijn hand. Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren; de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen, maar het kaf zal Hij met een onuitblusselijk vuur verbranden. Zie, het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegdraagt! Zo kondigt Johannes de komst van de Koning aan.

De Heere komt

Na de engel komt de Heere Zelf, profeteert Maleachi.'S nellij k zal tot Zijn tempel komen Die Heere, Die gij zoekt, te weten de Engel van het verbond, aan Wie u lust hebt; zie Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen.' Zo mag Maleachi de komst van de Messias aankondigen. Hij komt allereerst naar Zijn tempel. De Heere Jezus is voor alles de Messias van Israël. Dat de HEERE Zijn tempel opzoekt, is op zich al een wonder. Wat een afval en verval was er juist niet in de tempel! In hoofdstuk 1 zei de HEEP^: Was er maar iemand die de deuren zou sluiten! Een godsdienst zonder hart roept Gods heilige ongenoegen op. Maar nu zoekt God juist die tempel op. De HEERE begint het herstel op de plaats die Hij Zelf ter woning heeft verkozen. Juist daar, waar het bederf van het beste het slechtste betekent, komt de HEERE. Hij komt tot Zijn tempel. Niet alleen tot het tempelgebouw^, al is het niet voor niets dat Jezus straks de tempel reinigt. De tempel is ook Israël Zelf. En vanuit Israël komen de volkeren van deze wereld in het blikveld. Hij komt snel, staat er. Het Hebreeuwse woord betekent: plotseling. Zijn komst is wel aangekondigd, maar niemand weet wanneer de Messias komt. In de kerstnacht wacht Hem in Jeruzalem niemand op.

De Engel van het verbond

Israël klaagt in de dagen van Maleachi dat de HEERE hen is vergeten. We kunnen de klacht iTiisschien wel begrijpen. Juist ook als kerk en volk in onze tijd in een vrije val terechtgekomen lijken te zijn. En waar is God? Hij komt, zegt Maleachi. Het wordt advent. De Heere Die juUie zoeken, komt snel. Hoe is Zijn Naam? De Engel van het verbond, zegt Maleachi. Wat een heerlijke Naam. Al heeft Israël Gods verbond duizendmaal verbroken - en wij niet minder. Al roept Israël Gods rechtvaardige toorn over zich af - en wij niet minder. Toch gedenkt de HEERE aan Zijn verbond. Hij zendt Zijn eigen Zoon als de Engel van het verbond.

Wie zal die dag verdragen?

Na de voorloper zal de Messias kondigen. Als Maleachi zijn profetie opschrijft, duurt het nog vierhonderd jaar. Met zijn profetenoog ziet hij de dingen die komen gaan. De Heere komt naar Zijn tempel. Wat een blijdschap, als God omziet naar Zijn volk. Maar Maleachi zegt: 'Wie zal die dag verdragen? Wie zal bestaan, als God komt? ' Het is dezelfde prediking als Johannes de Doper brengt. De wan is in Zijn hand. Zitten Maleachi en Johannes de Doper niet op een ander spoor dan de Heere Jezus? Hij is toch de Vredevorst! Als we aan elkaar zouden vragen: 'Kunt u het aan, als het kerstfeest wordt? ' Dan vinden we het misschien een vreemde vraag. Maleachi vraagt het ons wel. Kunt u het verdragen, als God komt? Wie zal bestaan? Past die vraag wel bij het kerstfeest? Toch wel.

Gods komst naar deze wereld betekent altijd gericht. Als de HEERE naar Zijn tempel komt, begint het oordeel bij het huis van God. Want God gaat niet over onze schuld heen. Wie zal bestaan, als de HEERE komt? De profetie van Maleachi laat ons zien, wat er gebeurt als God naar Zijn tempel komt. Hij komt, oordelend en reinigend (vers 3). Als het vuur van de goudsmid en als het zeep van de voller. Hij komt om de ongerechtigheid weg te nemen. Hij komt om de ware dienst van God te herstellen, zodat het spijsoffer van Juda en Jeruzalem de HEERE zoet zal wezen, zoals in de oude dagen en in de vorige jaren (vers 4). Kerstfeest betekent ook het oordeel over ons verloren bestaan (vers 5).

De Koning wordt Kruiskoning

Als de heraut kondigt Johannes de komst van de Koning aan. Hij komt om de wereld te richten.Wie zal bestaan? Als we ons eigen leven leerden kennen, dan weten we het: niemand kan voor God bestaan. De Koning komt. Maar Hij komt allereerst als de Kruiskoning. Hij gaat Zelf het oordeel in, om Zijn volk van alle ongerechtigheid te verlossen. Vanuit de oude profetie klinkt het adventsevangelie. Johannes de Doper stemt ermee in. Hij komt! Het wachten is nu op Zijn wederkomst. Wie zal die dag verdragen? Alleen als we Hem hier op aarde leerden kennen als onze Heiland. Dan staat ons leven in het teken van advent: Vervul, o Heiland, het verlangen. Waarmee mijn hart Uw komst verbeidt! Ik wil in ootmoed U ontvangen.

Mijn hart en zinnen zijn bereid. Blijf in Uw liefde mij bewaren. Waar om mij heen de wereld woedt. O, mocht ik Uwe troost ervaren: Doe intocht, Heere, in mijn gemoed!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen