Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gezicht van de gouden kandelaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gezicht van de gouden kandelaar

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

door L.W.Ch. Ruijgrok, Monster

'En de Engel Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt. En Hij zei tot mij: Wat ziet gij? En ik zei: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar en een oliekruikje boven deszelfs hoofd en zijn zeven lampen daarop; die lampen hadden zeven en zeven pijpen, dewelke hoven zijn hoofd waren; En twee olijfbomen daarnaast, een ter rechterzijde van het oliekruikje en een tot deszelfs linkerzijde. En ik antwoordde en zei tot de Engel Die met mij sprak, zeggende: Mijn Heere, wat zijn deze dingen? Toen antwoordde de Engel Die met mij sprak en zei tot mij: Weet gij niet wat deze dingen zijnPEn ik zei: Neen, mijn Heere! Toen antwoordde Hij en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heerscharen' Zacharia 4:1-6

Nadat hij zijn vierde nachtgezicht heeft ontvangen, is Zacharia kenneHjk - overweldigd door het vele wat hij te zien en te horen heeft gekregen - in slaap gevallen. Want, zo lezen we aan het begin van het vijfde nachtgezicht: 'En de Engel Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij gelijk een man die vanzijn slaap opgewekt wordt' (vs. 1). Hieruit blijkt: ook al heeft hij een machtig vergezicht ontvangen op de troon van God, hij blijft een mens van vlees en bloed. Zacharia overkomt wat eeuwen later ook de discipelen in Gethsémané zal overkomen. Hij kan niet onafgebroken waken. Hij valt in slaap. Het lichaam eist zijn tol. Echter, als hij door de Engel uit zijn slaap is opgewekt, krijgt hij opnieuw grote dingen te zien.

Een gouden kandelaar

Want op de vraag: 'Wat ziet gij... ? ' antwoordt hij: 'Ik zie en ziet, een geheel gouden kandelaar en een oliekruikje boven deszelfs hoofd en zijn zeven lampen daarop' (vs. 2). Het eerste waar Zacha-ria's oog op valt is dus een prachtige gouden kandelaar, voorzien van zeven armen. Precies zoals er ook één heeft gestaan in de tabernakel en zoals er later maar liefst tien hebben gestaan in de tempel van Salomo. Daarnaast ziet hij boven de kandelaar een 'oliekruikje'.]e zou ook kunnen zeggen: een soort olievat. En het opmerkelijke is: de olie in dat vat wordt via een ingenieus buizenstelsel - 'zeven en zeven pijpen' - naar de zeven armen van de kandelaar gevoerd. En dankzij de gestage olietoevoer vanuit dat vat staan de zeven pitten van de kandelaar helder te branden!

En er is nog iets wat de aandacht van de profeet trekt. Want naast de kandelaar staan twee forse olijfbomen, vs. 3: 'En twee olijfbomen daarnaast, één ter rechterzijde van het oliekruikje en één tot deszelfs linkerzijde'. Ze staan er niet voor de show of alleen om het visioen wat op te vrolijken. Nee, ze dienen om dat olievat boven de kandelaar van de nodige olie te voorzien. Aan de takken van die olijfbomen hangen namelijk trossen rijpe olijven. En uit die rijpe olijven drupt de olie in een onafgebroken stroom in het oliekruikje boven de kandelaar. Vs. 12 spreekt zelfs over 'takken die olie van zich gieten'! U begrijpt: dankzij die beide olijfbomen wordt dat olievat boven de kandelaar voortdurend van olie voorzien en raakt de olie nimmer op. Dus: nimmer aflatende olietoevoer zorgt voor een altijd brandende kandelaar!

En dan klemt de vraag: wat heeft de HEERE ons hierin te zeggen? Daar is ook Zacharia nieuwsgierig naar. Vandaar zijn vraag, vs. 4: 'Mijn Heere, wat zijn deze dingen? ' Daarop vraagt de Engel Die hem de dingen moet uitleggen op zijn beurt: 'Weetgij niet wat deze dingen zijn? ' Zacharia erkent zijn onwetendheid en antwoordt: 'Neen, mijn Heere...'! Dan neemt de Engel het woord en verklaart uit naam van zijn Meester: 'Toen antwoordde Hij en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des Heeren tot Zeruhbahel, zeggende: Niet door kracht, noch door geweld maar door Mijn Geest zal het geschieden...' (vs. 6).

Zerubbabel

Daaruit blijkt: dit vijfde nachtgezicht bevat dus allereerst een boodschap voor 'Zerubbabel'.Wie is hij? Hij is een verre nazaat van koning David en als zodanig staat hij aan het hoofd van de Joden die uit Babel zijn teruggekeerd. In het vorige nachtgezicht ging het over Josua, de hogepriester. Hij was de geestelijke leider van het volk. Nu gaat het over 'Zerubbabel', hij is de politieke leider. En in die hoedanigheid heeft hij kort na de terugkeer uit de ballingschap het fundament gelegd voor de herbouw van de tempel. Alleen, we zagen al eerder: er is met die herbouw wel een begin gemaakt, maar vanwege de tegenstand van de zijde van de Samaritanen en andere heidense bevolkingsgroepen is dat op een gegeven moment helemaal stil komen te liggen.

Maar nu bevat dit vijfde nachtgezicht een bijzondere belofte voor Zerubbabel, namelijk dat het werk waarvoor hij eens de grondslag legde, ondanks een jarenlange onderbreking en de blijvende tegenstand van de zijde van de Samaritanen, toch voltooid zal worden. 'Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel: niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heerscharen' (vs. 6). En daar ligt de belofte in opgesloten: Zerubbabel, de tempel zal herbouwd worden, want de kandelaar zal weer branden'! En als we dan vragen: hoe? Hoe komt het zover dat de tempel zal worden herbouwd? Dat de eredienst weer zal worden hersteld en de kandelaar weer zal branden? Dan is het antwoord dat we daarop in dit vijfde nachtgezicht ontvangen: de HEERE zal daar Zelf door Zijn Heilige Geest zorg voor dragen. 'Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden'!

Het wordt op een prachtige wijze in dit visioen gesymboliseerd. Want de kandelaar die Zacharia ziet, brandt dankzij de gestage toevoer van 'olie'. En nu weet u waarschijnlijk wel: olie is in de Bijbel altijd een beeld voor de Heilige Geest en Zijn werk. Dus: de HEERE belooft hier aan Zerbubbabel dat Hij met Zijn Geest zo krachtig onder het volk zal werken dat eertijds slappe handen weer vaardig zullen worden tot het v/erk. En dat eertijds matte en ingezonken harten weer vol vuur de hand aan de ploeg zullen slaan. Nee, ze zullen zich niet meer uit het veld laten slaan door Sanraritanen en anderen maar zich van heler harte toewijden aan het herstel van de tempel en daarmee aan de opbloei van de dienst van- God. De HEERJE verzekert: 'Mef door kracht, noch door geweld maa door Mijn Geest zal het geschieden'l Dus Gods Geest zal er zorg voor dragen dat de kandelaar in de tempel zijn licht weer zal geven.

Ook nu

Deze bijbelstudie verschijnt, nu we staan voor de ingang van een nieuwe jaarkring. De brandende kandelaar in tabernakel en tempel maakte oudtestamentisch o.a. duidelijk wat Israels roeping was: Israël diende temidden van de heidense volken, waardoor het was omgeven, lichtdrager te zijn. Het diende het licht van God te verspreiden. Het licht van Zijn heiligheid en barmhartigheid. Het licht van Zijn Woord. Het licht van de beloofde Messias. Het licht van Zijn rechten geboden en inzettingen enz.

En wat oudtestamentisch Israels roeping was, is ook de roeping van de nieuwtestamentische gemeente. Niet voor niets worden helemaal aan het begin van de Openbaring van Johannes de zeven gemeenten in Klein-Azië vergeleken met zeven gouden kandelaren (Openb. 1:12, 20). Kortom, het gaat erom dat Zijn gemeente ook vandaag een brandende kandelaar is. Een gemeente die Hem kent, eert, dient en liefheeft. Die Zijn licht verspreidt. Het gaat om jongeren en ouderen wier levenslamp licht geeft. Of, zoals onze kinderen zingen: 'Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht/ dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht'!

Nogmaals, we dienen lichtdragers te zijn. Geen roet en rook te verspreiden, maar licht. Ziedaar onze heilige roeping, ook voor 2005. Hoe komt dat zover? Nooit door onszelf. Want aan onszelf overgelaten zijn we enkel duisternis. Nee, de HEERE zegt niet alleen tegen Zacharia en Zerubbabel, maar ook tot u en mij: 'Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden...'! En daar is dan ook ons gebed om voor het leven van kerk en gemeente, maar ook voor het leven van een ieder van ons persoonlijk; 'Kom Schepper Geest....! Geef ons deel aan Uw olie, opdat ook de lamp van ons leven werkelijk licht zal geven. Tot Uw eer en tot een getuigenis naar allen die nu nog van Uw Woord en dienst zijn vervreemd'.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 2004

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

Het gezicht van de gouden kandelaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 2004

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's