Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere {Artikel 2, vervolg)

Strijd om de christologie

We komen nu aan de derde naam van de Middelaar: Gods eniggeboren Zoon. Met deze naam belijdt de kerk onbekrompen en onbevreesd de Godheid van Christus. Ze staat met haar belijdenis op de vaste grond van de Schrift. Ze heeft een dringende behoefte gevoeld ook deze naam expliciet op te nemen in haar belijdende artikelen. Met de leer aangaande Christus, de christologie, staat of valt immers de kerk. In de christologie is het hart van het evangelie in het geding. Als de kerk ergens heeft moeten strijden tegen dwaalleer dan wel hier. Juist in de christologie kwamen - en komen - o zo gemakkelijk allerlei ketterijen op. Goed beschouwd is dat niet eens zo verwonderlijk, want bij Christus is voor ons mensen alles zo wonderlijk en onbegrijpelijk. En wat we met ons verstand niet kunnen beredeneren schuiven we zo gemakkelijk aan de kant, tenzij... Ja, tenzij God het geloof in ons werkt, door Zijn Woord en Geest.

Het is niet onze bedoeling om uitgebreid stil te staan bij de op zich zo boeiende en leerzame strijd die de kerk in de loop der eeuwen met betrekking tot de christologie heeft moeten voeren. Een uitzondering maken we echter voor Arius, een ketter die het leven van de kerk in groot gevaar bracht. Zijn dwaalleer richtte zich met name tegen de belijdenis dat Christus de eeuwige en waarachtige God is, dus tegen wat staat in artikel 2 van het Apostolicum: Zijn eniggeboren Zoon.

Arius

Arius (± 250-336) was presbyter in de kerk van Alexandrië. Hij kwam onder de bekoring van de filosofie van het middenplatonisme en paste deze wijsgerige benadering toe in de christologie. Hij leerde dat alleen God de Vader absoluut verheven,

ongeschapen en eeuwig is. Van hem mag je dat niet zeggen van God de Zoon, want Die is volgens Arius wel geschapen en dus niet eeuwig. God is pas Vader geworden, zegt Arius, toen Hij de Zoon schiep. De Zoon van God is dus net als wij een schepsel, wel het eerste en voornaamste schepsel, maar... schepsel. God schiep de Zoon vóór de hemel en de aarde er waren. Bij de daaropvolgende schepping van hemel en aarde mocht de Zoon bemiddelen. Er was dus een tijd, zo stelt Arius, dat de Zoon er niet was!

Deze Arius had blijkbaar grote moeite met de belijdenis dat God Drie-enig is, moeite dus met de Triniteit. Dat werkt natuurlijk door in de christologie. Want als God niet Drie-enig is, is Christus niet van eeuwigheid God en daarmee niet van het gelijke wezen met de Vader. De kerk heeft duidelijk aangevoeld dat zó'n Christus onze Middelaar niet kan zijn ook al geven we Hem nog zoveel eer en plaatsen we Hem nog zo hoog.

Lange tijd bracht Arius met zijn gevaarlijke ketterij de kerk in grote beroering. Gelukkig maar dat zijn leer op het concilie van Nicéa (325) zondermeer als ketters is veroordeeld. De vaders van Nicéa hebben helder en klaar beleden dat Jezus Christus 'de Zoon van God is, de Eniggeborene van de Vader, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader, door Wie alles geworden is wat in de hemelen en op de aarde is.' Wie dat met hen niet belijdt heeft ongetwijfeld het algemeen en ongetwijfeld christelijk geloof verlaten. Helaas bleek de ketterij van Arius een lang leven te zijn beschoren. Tot op de huidige dag spookt zijn geest nog in de kerk rond. Ook ketters spreken nadat zij gestorven zijn!

Zijn eniggeboren Zoon

In Nicéa is het eeuwig God-zijn van Christus weliswaar veel uitvoeriger beleden dan in het Apostolicum, toch gaat het ook de laatste om dezelfde belijdenis wanneer hij zegt: Zijn eniggeboren Zoon. Luther heeft dit wel goed gezien toen hij in zijn Kleine Katechismus de vraag stelde: 'Waarmee belijdt ge Hem als waarachtig God? ' en daarop liet antwoorden: 'Daarmee dat ik Hem Gods eniggeboren Zoon noem.'

Jezus Christus komt uit de eeuwigheid en is de eeuwige natuurlijke Zoon van de Vader (H.C., zd. 13). Ongeschapen dus. Hij is uit het wezen van de Vader geboren en is van eenzelfde bestaan met de Vader (Calvijn). Als Zoon van God is Christus in geen enkele tijdscategorie te vangen. Er is in deze bijzondere zin maar één Zoon van God. Voordat de schepping - en dus ook de tijd - het licht zag was de Zoon er al.

Het behoort bij het wezen van God dat de Zoon er is. Hier duizelt het ons. Het is immers niet met het verstand te vatten dat in Jezus Christus, de mens uit Nazareth, God Zelf onder ons kwam en Zijn tent onder ons opsloeg. In Christus liep God Zelf over de aarde. De apostel der liefde schrijft: 'Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden iieeft in de wereld, opdat wij zouden leven doorHem'(lJoh.4:9).

Christus is dus de eeuwige, waarachtige God. Maar wie zag het in Zijn dagen? Na de wonderbare visvangst ging bij Petrus iets van dit Licht uit de eeuwigheid dagen en riep hij uit: Heere! ga uit van mij; want ik ben een zondig mens' (Luc. 5 : 8). Prachtig en diep heeft Johannes het machtige geheimenis van het eeuwige Zoonschap van Christus onder woorden gebracht toen hij zijn evangelie opende met de woorden: In de beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.' Dit Woord nu, zo roept de evangelist vervolgens uit, is vléés geworden en heeft onder ons gewoond. Aan het eind van ditzelfde evangelie belijdt Thomas in diepe vreugde de Heere Jezus Christus als zijn Heere en Gód. Ook elders in het Nieuwe Testament wordt Christus zonder terughoudendheid onze God en Zaligmaker genoemd.

Een belijdenis vol troost

Het heerlijke geheimenis van het eeuwige, natuurlijke Zoonschap van Christus brengt de harten der gelovigen steeds weer in heilige verrukking. Voor hen opent deze naam van de Heiland de toegang tot het Vaderhuis, want alleen God kan zondaren redden van de eeuwige dood en brengen in het Vaderhuis.

Wie in Christus gelooft, wie Hem dus ook van harte belijdt als de eniggeboren Zoon van God, die geeft Hij macht kinderen Gods te worden (Joh. 1 : 12). Kinderen des toorns worden namelijk uit genade tot kinderen van God aangenomen of geadopteerd. Zij worden daarmee dus wat ze niet waren. Wat de Zoon van nature is geeft God uit louter genade aan hen die in Zijn Zoon geloven. Hij houdt namelijk allen die de Zoon liefhebben voor Zijn wettige kinderen en erfgenamen. Weliswaar is er een groot onderscheid tussen Christus en de gelovigen. Christus komt van boven als zijnde de Zoon, de gelovigen moeten van boven verwekt worden, opnieuw geboren worden om kinderen Gods te mogen heten. Maar er is een heel nauwe band tussen Christus en de gelovigen. Hij heet niet voor niets immers de Eerstgeborene onder vele broederen.

Wie evenwel de Heere Jezus Christus niet als de eeuwige, natuurlijke Zoon van God erkent en eert, werpt de deur van het Vaderhuis voor zichzelf in het slot. De bijbelse christologie zet de zaken zondermeer op scherp. Alle theologisch geschipper is uit den boze. Er is maar één weg om behouden te worden: geloven in Christus Jezus, de eniggeboren Zoon van God!

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's