Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

Ten derde dage wederom opgestaan van de doden (Artikel 5, slot)

Wat nut ons de opstanding van Christus?

Het is heel legitiem om bij het lezen van de Schrift zich voortdurend af te vragen wat de Persoon en het werk van Christus betekenen voor het persoonlijke leven van Gods kinderen. Het in Christus geopenbaarde heil heeft namelijk niet alleen geweldige gevolgen voor het leven van Gods Kerk in haar geheel en voor haar positie in de wereld, ook het persoonlijke leven van ieder kind des Heeren wordt er beslissend door geraakt. Bijbelse aandacht voor de betekenis van de opstanding van Christus voor de individuele christen heeft niets van doen met heilsindividualisme, waarin het alleen om de christen draait. De Schrift heeft binnen het grote geheel van Gods volk steeds ruim oog voor de enkeling. We begeven ons daarom in goed gezelschap als we met Zondag 17 uit de Heidelberger vragen naar het nut van de opstanding van Christus voor óns. Wat heeft het voor een kind van God persoonlijk te betekenen dat Christus voor hem de dood overwon? Zondag 17 spreekt niet over het feit zelf van de opstanding, enkel over haar nut. Het laatste veronderstelt natuurlijk wel het eerste. Zonder feit is er ook geen nut. De vraag laat zich stellen of Zondag 17 niet wat uitgebreider zou zijn uitgevallen als men ook in de begintijd van de Reformatie al te maken had gehad met een even brute loochening van de opstanding van Christus zoals wij die nu kennen. Zelf denk ik van wel. Wat het nut betreft, de Heidelberger volgt de Catechismus van Geneve en trekt drie lijnen: de lijn naar onze rechtvaardiging, de lijn naar onze heiligmaking en tenslotte de lijn naar onze verheerlijking. We lopen de drie lijnen kort met u langs.

Om ons te kunnen rechtvaardigen

Zondag 17 begint z'n antwoord als volgt: Ten eerste heeft Hij door Zijn opstanding de dood overwonnen, opdat Hij ons de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood ons verworven had, kon deelachtig maken." De klassieke bewijstekst is hier Romeinen 4 : 25: Welke overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking." Christus moest eerst de dood in Zijn eigen lichaam overwinnen om ons door Zijn werkzame kracht de gerechtigheid (en het leven) deelachtig te kunnen maken. De opstanding van Christus is dus hét bewijs dat Zijn zo bitter lijden en sterven Gods toorn over de zonden van de Zijnen heeft gestild en dat God allen die in de opgestane Heere Jezus Christus geloven nu voor rechtvaardigen houdt. Door de Opgestane staan zij in de rechte verhouding tot God. Daarom kan niets hun aanneming tot Zijn kinderen en erfgenamen nog in de weg staan. De opgestane Christus deelt in opdracht van de Vader deze heerlijke weldaad en zegen door Zijn Woord en Geest uit aan elk die in Hem gelooft. De rechtvaardiging staat dus al direct aan het begin van het nieuwe leven en blijft er ook onlosmakelijk mee verbonden. Gods volk is een uit genade gerechtvaardigd volk op grond van de verdienste van de Middelaar.

Zo bezien heeft het een diepe zin wanneer de opgestane Christus aan Zijn volk telkens weer Zijn groet van vrede doet horen. Vrede wil in dit verband namelijk zeggen dat de verbroken relatie met God genadig weer is geheeld of hersteld. Wie gelooft in de Heere Jezus Christus heeft de beginselen van de gerechtigheid daarom in zich (Zacharias Ursinus).

Om ons te kunnen heiligen

Het antwoord van Zondag 17 gaat als volgt verder: Ten andere worden ook wij door Zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven." De Catechismus denkt hier aan het leven des geloofs zoals Gods kind dat op aarde leeft. Een sprekende tekst is Romeinen 6 : 4: Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden." Paulus tekent in dit vers het leven van het geloof dus als een sterven en opstaan met Christus. Gods kind is geestelijk al van de dood overgegaan in het leven. Het begin van de totale vernieuwing is er reeds. Door het geloof heeft de gelovige nu al deel aan het leven van de verheerlijkte Christus, is hij met Hem door de Geest verbonden. Het spreekt vanzelf dat hij zich nu niet langer mag inlaten met het oude leven, dat in het teken van de dood staat en gedoemd is voor eeuwig onder te gaan.

Wie met Christus is opgewekt wordt door de apostel in Kolossensen 3 : 1 v.v. vermaand en opgewekt om niet langer datgene te zoeken wat beneden is, maar oog en hart te richten op wat boven is. Het leven van Gods kind is namelijk met Christus verborgen in God. Eenieder die met Christus is opgewekt, is in Christus Jezus al in de hemel gezet (Ef. 2 : 5, 6)! Bij degene die door een waarachtig geloof een levend lidmaat van Christus is, komt het tot levensheiliging. De als een goddeloze gerechtvaardigde zondaar leert namelijk rechtvaardig te leven, zij het dat het op aarde nog maar een eerste aanzet is tot het leven der volmaaktheid. De drie doodsmachten van zonde, duivel en dood zijn door Christus op Golgotha immers overwonnen. Zij liggen onder de voeten van de levende Heere. Hij verlost door Zijn kracht iedere zondaar die door Hem in genade wordt aangenomen uit hun macht. Daarom komt het in het leven van de gerechtvaardigde zondaar tot een meer en meer breken met de zonde. Leven uit de opstandingskracht van Christus heeft de doodsteek aan de oude mens en staat borg voor de opstanding van de nieuwe mens. In de Geest gaat de geestelijk tot leven gewekte zondaar met Christus wandelen op de rechte wegen van Gods geboden en inzettingen. Tot eer des Vaders. Bij de indicatief van het verlost zijn in Christus en het deelhebben van Zijn leven der opstanding komt de imperatief om als kind des licht te wandelen: Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden van hetzelve lichaam" (Rom. 6 : 12). Want de zonde heeft haar macht verloren over degene die niet langer onder de wet maar onder de genade is (Rom. 6 : 14)!

Om ons te kunnen verheerlijlcen

Het slot van Zondag 17 luidt: "Ten derde is ons de opstanding van Christus een zeker pand van onze zalige opstanding." Bij de opstanding van Christus behoort het open graf.

Lichamelijk stond Hij immers op.

Voortaan staat de tijd voor Zijn volk in het teken van de verlossing van de doodsvijanden en in het teken van de rust van het nieuwe leven. Want de derde dag is ook de eeuwig nieuwe eerste dag. Het lichaam dat Hij na Zijn opstanding draagt is wel hetzelfde van vóór het kruis, maar toch ook weer anders: et is nu verheerlijkt en van veel hoger orde dan het lichaam van vóór de opstanding. Ook bij deze lijn is er weer sprake van een onlosmakelijke samenhang van de Persoon en het werk van Christus met iedere gelovige. Christus is namelijk de Eersteling geworden van degenen die ontslapen zijn (1 Kor. 15 : 20, 21). Eens gaan alle graven open en staan de doden op. Het is waar, de goddeloze mensen zullen opstaan tot eeuwige verschrikking en afgrijzen, maar voor Gods kinderen ligt dat anders. Zij staan op met een lichaam dat gelijkvormig zal zijn aan dat van Christus. De verloste zielen in de hemel zien nu al aan de verheerlijkte Zaligmaker wat ze zelf eens zullen zijn. De opstanding van Christus is het machtige onderpand van hun opstanding straks.

Gelovigen op aarde zien de verheerlijkte Christus nog wel niet, maar zij verwachten hun Heere en Zaligmaker uit de hemelen. In geloof wandelen zij naar de eeuwigheid, op weg naar de zalige opstanding der doden. Maar daarop hopen we ons bij Artikel 11 uit het Apostolicum nader te bezinnen. Een uitgebreidere bespreking van dit blij vooruitzicht voor de Kerk moet dus nog even wachten.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's