Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De laatste wordt de eerste

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De laatste wordt de eerste

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: ijn Heere en mijn God! Johannes 20 : 28

Ten opzichte van de vorige meditatie is het een week later. Niet alleen wat betreft de verschijningsdatum van dit nummer van het Gereformeerd Weekblad, maar ook in het schriftgedeelte dat we overdenken. In vers 26 schrijft Johannes: 'En na acht dagen waren Zijn (= Jezus') discipelen wederom binnen, en .... Thomas met hen.' Ja, dat laatste leest u goed. Thomas is ook weer 'in de kerk'. Heeft hij zijn leven gebeterd? Laten we liever aan de andere kant beginnen: de Heere heeft hem getrokken. Het is aan Zijn trouw te danken dat Thomas niet verder de nacht van het ongeloof is ingelopen.

Calvijn heeft het over een verborgen teugel waarmee Thomas wordt geleid. Iemand anders noemt Thomas een 'gelovige ongelovige', omdat hij niet kan loskomen van de Heere en het tóch bij Hem zoekt. Vandaar dat we hem weer in de samenkomst van de gemeente zien. En het wordt een keerpunt doordat het Pasen voor Thomas wordt. Een late Pasen. Maar wel een goede Pasen. Christus is niet aan bepaalde data gebonden. Hij kan het ook nu Pasen voor ons laten worden, terwijl de eigenlijke Paasdagen al weer twee weken achter ons liggen. '

Thomas beleeft een onvergetelijke zondag. Want Jezus verschijnt! Evenals een week eerder komt Hij dwars door gesloten deuren heen. Opnieuw spreekt Hij Zijn vredesgroet die deze keer ook Thomas geldt. Omdat de groet tegen de achtergrond van het open graf klinkt, bevat deze vergeving en genade, aanvaarding en vernieuwing. Alleen daarom is er voor Thomas een nieuw begin met zijn Meester mogelijk. Deze discipel wordt apart aangesproken.

Jezus blijkt alles van hem te weten, en speelt hem zijn eigen voorwaarden terug: 'hier zijn mijn handen, Thomas. Raak Mijn wonden maar met je vinger aan, en leg je hand maar in Mijn zijde. Als dat voor jou de enige weg is om tot het Paasgeloof te komen, dan moet dat maar. En wees dan niet langer ongelovig, maar wórdt - staat er eigenlijk - gelovig!' We lezen niet dat Thomas Jezus' wonden inderdaad heeft aangeraakt. Het zou me niet verbazen als hij zó beschaamd is geweest, dat er van aanraken niets meer gekomen is.

Johannes vertelt iets anders. De wijze waarop Thomas Pasen viert. Opeens is deze achterblijver zijn medebroeders een heel stuk vooruit. De laatste wordt de eerste. Wie immers heeft de Opgestane zo hartelijk en krachtig beleden als juist deze Thomas? 'Mijn Heere en mijn God!' Hartstochtelijk wordt het gezegd. Wat klinkt hier veel in door: blijdschap, overgave, vertrouwen, verwondering, ja zelfs verrukking, liefde en verbondenheid. Zo kunnen we doorgaan. Het is een uitroep vol aanbidding. 'Mijn Heere en mijn God'. Het is de taal van de psalmen. 'Gij zijt mijn God, U zal ik loven.' Thomas' belijdenis is uiterst persoonlijk. Mijn Heere, mijn God. Dit is geloof op zijn best, zoals het ook in zondag 1 van de Catechismus wordt beleden: ... dat ik het eigendom van mijn (!) getrouwe Zaligmaker Jezus Christus ben.

Thomas is verder bij Jezus vandaan geweest dan al de anderen. Maar nu is Hij dichter tot Jezus genaderd dan al de anderen. Omdat.... de Opgestane tot Hem genaderd is. Want dat is en blijft het geheim. Deze spontane ontmoeting is van Jezus uitgegaan. Hij wil deze discipel ondanks zijn ongeloofstaal, zijn voorwaarden en zijn schuld, toch nog zien. Zoals Jezus Petrus door de nacht van zijn verloochening heeft heen gebeden, zo heeft Hij met Zijn voorbede ook Thomas vastgehouden door de diepte van zijn twijfel heen. Deze twijfelaar heeft in korte tijd zijn broeders ingehaald als belijder. Dat kan dus: dat juist een moeilijke periode verdiepend werkt, en dat we verrijkt uit een (geloofs)crisis komen. Mensen die in de nacht hebben verkeerd, zien het licht soms duidelijker dan anderen. Dat is het wonder van de Heilige Geest. Tijden van twijfel en ongeloof behoeven geen verloren tijd te zijn, maar worden gebruikt om de Opgestane met des te meer zekerheid te belijden.

Er zullen lezers zijn die dit herkennen. Er was in uw leven ook zo'n donkere periode. Maar u bent er uitgekomen. ja uitgehaald! Wat werd de Heere Jezus toen groot voor u. Aan de ene kant moest u zich schamen omdat Hij toch nog naar u omkeek. Anderzijds hebt u zich verwonderd omdat Hij zo groot is. Ja, dan wordt het met Thomas mee beleden: 'mijn Heere en mijn God. Ook voor mij bent U in de dood gegaan. Maar U bent ook voor mij opgestaan. En nu mag ik mét U opstaan tot een nieuw leven. Een leven in geloof, tot Uw dienst en lof bereid'.

'Mijn Heere' - dat betekent: mijn Koning! U Die de macht van de satan gebroken hebt. U hebt het voor het zeggen in mijn leven. Ik stel me onder Uw heerschappij. Ik ben Uw eigendom. Uw knecht. Daarnaast 'mijn God' - dat is een heel byzondere erkenning van Christus. Thomas is de eerste in het evangelie die Hem zo belijdt. Anderen hebben Hem al wel beleden als de Zóón van God. Maar Thomas gaat nog een stapje verder. Hij stelt Jezus gelijk aan God. Dat lezen we al in het eerste vers van het evangelie van Johannes: 'In den beginne was het Woord (dat is Jezus). Het Woord was bij God, en het Woord was (!) God.' En nü is er bijna aan het einde van dit evangelie een mens die Hem inderdaad als God belijdt. Thomas de twijfelaar. Uitgerekend hij! De laatste is de eerste geworden.

Belijden wij het met Thomas mee? Misschien denkt u: 'ja maar, dat is het nu net! Mijn moeite zit in dat persoonlijke van Thomas' belijdenis. Ik aarzel om dat woordje 'mijn' over te nemen.' Die aarzeling is goed te begrijpen. Zeker, als ik op mezelf zie. Want wie ben ik tegenover Christus? Maar de Heilige Geest stelt een andere vraag aan de orde: wie is Hij voor mij? En als ik door het geloof leer zien hoe bewogen Hij als Zaligmaker is, wordt Thomas' belijdenis in mijn hart geboren: 'mijn Heere en mijn God'. We kunnen niet zomaar, lichtvaardig 'mijn' zeggen.

Maar omgekeerd is het ook niet goed om dat persoonlijke altijd maar uit de weg te gaan. Vergeet niet dat de Heere graag hoort, dat mensen zich zonder enige reserve aan Hem toevertrouwen. Daarin worden Zijn Naam en Zijn werk geëerd. Door de overtuigende inwerking van de Geest wordt het geleerd om de Opgestane te belijden. De Geest geeft de vrijmoedigheid van Thomas, al zal de een daar meer tijd voor nodig hebben dan de ander. Als het maar beleden wordt: 'mijn Heere en mijn God'.

Klem u aan Gods beloften vast, opdat Thomas' belijdenis u eigen wordt gemaakt. Heerlijk als we ook in dit opzicht een tweelingbroer of - zus van deze discipel zijn. Zo wordt het Pasen voor achteraankomers. Dankzij Gods genade blijven ze niet achter. En juist een late Pasen kan een rijke Pasen zijn. Dan gaan we getroost onze weg met Pasen in de rug.

J.C. Schuurman, Boven-Hardinxveld

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De laatste wordt de eerste

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's