Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Kerk in de Eindtijd (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kerk in de Eindtijd (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Efeze: een orthodoxe gemeente

En schrijf aan de engel van de gemeente van Efeze ... Openbaring 2:1a

De afgelopen weken lazen we over het getal 'zes' in de Openbaring van Johannes. De komende weken lezen we de zeven brieven, die Johannes vanaf Patmos geschreven heeft. Zeven voorgangers van christelijke gemeentes in Klein-Azië worden aangeschreven, en daarmee de zeven gemeentes zelf. Ook het getal 'zeven' heeft in de Openbaring van Johannes een bijzondere betekenis. De zeven gemeentes staan voor het geheel van de Kerk van Christus in de eindtijd. Hoe staat de kerk ervoor, in het laatste van de dagen? Zo mogen wij deze brieven ook op onze gemeenten betrekken. Het zijn als het ware visitatierapporten, waarin de levende Christus Zich tot Zijn gemeente richt. Vermanend en vertroostend. Toen en nu.

Gods bouwwerk

De eerste brief is gericht aan de gemeente van Efeze. Al lezende moet ik denken aan een prachtige kathedraal. Majestueus aan de buitenkant. Een hoge toren, met daarachter een prachtig kerkgebouw. Nee, niet dat ze in Efeze zo'n mooi kerkgebouw hadden. We lezen er in ieder geval niets over. En als ze al een mooi gebouw hadden, dan viel dat in het niet, vergeleken bij de grote tempel van de heidense godin Artemis, die in Efeze stond. 110 meter lang en 50 meter breed. Eén van de zeven wereldwonderen. Zo'n gebouw had de christelijke gemeente niet. Maar wat veel belangrijker is: de gemeente was zelf een bouwwerk. Gods bouwwerk. Er waren in Efeze mensen, die als levende stenen waren ingevoegd in de gemeente van Christus.

De verhoogde Christus neemt het woord

Er zijn mooie dingen te vertellen over de christelijke gemeente van Efeze. Het allerbelangrijkste staat echter aan het begin van de brief. Christus neemt Zelf het woord. Als de Verhoogde. Johannes heeft Hem zien staan, tussen de zeven gouden kandelaren, een beeld voor de zeven gemeentes. Met zeven sterren in Zijn rechterhand, een beeld voor de voorgangers van de gemeentes. Indrukwekkend om te zien. Die majesteitelijke verschijning vinden we terug in de aanhef van de brief. Het staat er nu zelfs nog nadrukkelijker. Christus heeft de zeven sterren niet alleen in Zijn rechterhand; Hij houdt ze ook vast. Een teken van Zijn kracht. En Christus staat niet alleen tussen de gouden kandelaren; Hij wandelt er ook tussen. Een teken van Zijn nabijheid. Wat is dat bemoedigend, ook voor onze tijd.

Ik weet uw werken ...

Daarmee is de toon voor de brief gezet. Wat heeft Christus aan Zijn gemeente te schrijven? Ik weet uw werken. Hij weet hoe het in de gemeente van Efeze gesteld is. Ik weet van uw arbeid. Er staat voor het woord 'arbeid' in het Grieks een woord dat 'moeitevolle arbeid' betekent. Ze spannen zich in Efeze in. Even verderop lezen we: 'U hebt omwille van Mijn Naam gearbeid en u bent niet moe geworden.' Onvermoeibaar werken ze in Efeze in de dienst van God. Dat zegt wel iets over het gemeenteleven. Doen wij dat ook? Spannen wij ons zo in voor de eer van God? Dat de Naam van Christus bekend gemaakt wordt, opdat zij gered worden die ten dode toe wankelen? Dat gaat niet vanzelf. In Efeze weten ze van moeitevolle arbeid.

Maar ze houden vol. Dat is het tweede wat Christus over Zijn gemeente zegt. Ik weet uw lijdzaamheid. Uw volharding. Dat bleek in het bijzonder in twee dingen. Ze kunnen in Efeze de kwaden niet dragen. Er was geen draagvlak voor mensen die het kwade voorstonden. En daarnaast strijden ze voor de waarheid. Ze hebben beproefd - getest - degenen die zeggen dat ze apostelen zijn en ze zijn het niet. Er waren rondtrekkende predikers, die in Efeze ontmaskerd zijn als leugenaars. Daarbij moeten we waarschijnlijk ook denken aan de Nicolaïeten, die aan het einde van de brief genoemd worden. Mensen, die propageerden om het allemaal wat makkelijker te nemen. Ze lieten zich er in Efeze niet door verleiden. Hoe staat het met ons onderscheidingsvermogen? Zijn wij in staat om de geesten te beproeven, of ze uit God zijn?

Ik heb tegen u ...

Al lezende raken we onder de indruk van de gemeente van Efeze. Goede gemeentes bestaan niet, zeggen we, maar de gemeente van Efeze komt aardig in de buurt. Maar dan lezen we ineens die andere woorden. Ze komen uit de mond van Christus Zelf. 'Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde verlaten hebt.' Om het voorbeeld van die mooie kathedraal nog even terug te halen. U heeft misschien ook wel eens een hekwerk zien staan rondom zo'n prachtige kerk. Instortingsgevaar. Je ziet het niet, maar het gebouw wordt bedreigd. Zo is het met de gemeente van Efeze. Voor het oog ziet alles er goed uit, maar de gemeente wordt bedreigd. Fundamenteel bedreigd. Er is iets mis met het fundament. Ze hebben hun eerste liefde verlaten.

We zullen dit moeten lezen tegen de achtergrond van Jeremia 2, waar de HEERE zegt: 'Ik gedenk aan de weldadigheid van uw jeugd, aan de liefde van uw ondertrouw.' God denkt er nog wel aan, maar het volk is de HEERE vergeten. Ook al gaat de godsdienst gewoon door. De eerste liefde is eruit. Die tere liefde van de verborgen omgang met God. Zo was het ook in Efeze. Ze waren er wel christelijk. Maar het vuur was eruit. Het nabije leven met de HEERE stond onder druk. Daardoor verachterden ze in de genade. Moet God dat ook over onze gemeentes zeggen? Nog wel orthodox, maar de eerste liefde is weg. Is het daardoor soms zo kil in de kerk? Orthodoxie is goed. We worden geroepen om bij de zuivere leer te blijven. Maar dan wel graag met een kloppend hart. Met dode orthodoxie is niemand gediend. God niet en de mensen om ons heen ook niet. Wijzelf trouwens ook niet. Leven wij hieruit: Jezus, Uw verzoenend sterven is het rustpunt van mijn hart! Leven we uit de liefde van onze Heere Jezus Christus, Die ons eerst zo uitnemend heeft liefgehad?

Bekeer u dan ...

In Efeze is een radicale bekering noodzakelijk. Niet alleen een eerste bekering, maar ook een dagelijkse bekering. Bekeer u dan! Als Paulus zijn brief aan de gemeente van Efeze schrijft, lezen we: Ontwaakt, gij die slaapt, en staat op uit de doden, en Christus zal over u lichten. Keer terug tot de eerste liefde en doe de eerste werken. Het is God de hoogste ernst. 'Want zo niet. Ik zal haastig bij u komen en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.' God roept ons tot bekering. Eenmaal, om ons af te keren van de afgoden en de levende God te dienen. Maar dan ook telkens opnieuw. Ik weet niet hoe ik terug moet, zegt u misschien. Ik heb andere tijden gekend, maar ik ben zo doods. Wel orthodox, maar verder zo dor. De Geest wil u terugbrengen. Wie horen heeft, die moet horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Dit woord: bekeer u dan! God kan de kandelaar ook verplaatsen. Het is in Efeze gebeurd. Het kan ook bij ons gebeuren. Laat de nood van de kerk en de nood van ons eigen leven ons brengen tot de HEERE. Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik U liefheb.

De belofte

'Wie overwint. Ik zal hem geven te eten van de boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.' Wat een heerlijke belofte voor een gemeente, die nog wel orthodox is, maar waar ondertussen het ware leven kwijnt. Het medicijn tegen onze doodsheid wordt door Christus Zelf gegeven. Ik zal u geven te eten van de boom des levens. Die boom stond al in het paradijs, waar we ons uitgezondigd hebben. Maar die boom staat ook in het nieuwe paradijs. Johannes zal het straks zien: op de ene en de andere zijde van de rivier was de boom des levens. En de bladeren van de boom waren tot genezing van de heidenen (Openb. 22).

Waar liefde woont, gebiedt de HEERE de zegen, Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen, En 't leven tot in eeuwigheid.

A.J. Kunz, Groot-Ammers

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De Kerk in de Eindtijd (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's