Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gebed des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gebed des Heeren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren (3)

Bidden in gemeenschap

Bij de vierde bede trof het ons dat Christus deze bede in het meervoud heeft gezet: Geef óns heden óns dagelijks brood. Gods kind weet dat hij behoort tot het grote huisgezin van God. Hij bidt daarom niet voor zichzelf alleen, maar neemt alle andere leden van dat gezin mee. Dat gebeurt ook in de vijfde bede, zowel met het oog op de schuld: ónze schulden, als met het oog op de vergeving: vergeef óns. De Heere leert in het Onze Vader de Zijnen om voor elkaar verantwoordelijkheid te dragen. Deze heerlijke gemeenschap onder Gods kinderen is Gods gave in een wereld vol onheilig individualisme. Tegelijk is ze ook Gods opgave aan hen. Het volmaakte is op aarde immers niet te vinden. Alles is en blijft hier slechts stukwerk. Op hun reis naar de volmaaktheid moeten de gelovigen zich daarom oefenen in de onderlinge gemeenschap en daarin groeien. Overigens houdt de gemeenschap der gelo- vigen ook bij de vijfde bede niet in, dat de bidder zich uitsluitend beperkt tot die gelovigen. We zullen in het onderstaande zien dat ook de vijfde bede alle mensen op aarde omvat.

Onze schulden

Aan het slot van het vorige artikel legden we de vinger met name bij de persoonlijke schuld van de bidder voor God. Hij is en blijft immers zondaar voor Gods aangezicht. Er gaat geen dag voorbij, waarop hij niet tegen God zondigt. Ook moet hij tot z'n laatste snik strijden tegen z'n zondige aard. Deze aandacht voor onze persoonlijke schuld bij God is bijbels gezien heel legitiem en zelfs onmisbaar. We komen in de Schrift keer op keer de persoonlijke belijdenis ervan tegen. Denk maar eens aan wat David in Psalm 32 : 5 uitspreekt: Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: k zal belijdenis doen voor de HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde.' Het wegebbend schuldbesef in onze tijd werkt een verdere afbraak van het geestelijke leven in de hand. Wie zich niet meer schuldig weet voor God, heeft ook geen behoefte meer aan vergeving. Afnemend schuldbesef is er mede debet aan dat de waardering voor de gereformeerde prediking, met haar zo sterke accent op zonde en genade, in onze tijd steeds minder wordt. De vijfde bede uit het Onze Vader wil een dam opwerpen tegen deze teloorgang en ons onze persoonlijke zonden en de daaruit voortvloeiende schuld tegenover

God met nadruk inscherpen. Dit neemt niet weg, zo zagen we al, dat de bidder ook anderen moet meenemen in zijn gebed. Hij weet immers, dat niet alleen hij maar alle andere leden van Gods huisgezin bij God in de schuld staan. Het Woord van God leert hem dat. Op bevel van Christus spreekt hij daarom in het meervoud: ónze schulden. Een kind van God moet dus ook voor de geestelijke nood van anderen bidden. Hij doet dit om te beginnen voor de huisgenoten van het geloof. De zonden van gezin en kerk brengt hij biddend voor God. Maar zulk bidden in het meervoud is ook nodig, omdat de bidder behoort tot het geheel van de mensheid. Zij is ten diepste immers één geheel. Wij allen komen voort uit de oude Adam en delen in de zonden van zijn geslacht. Hier wordt de vijfde bede wereldwijd: er is niet alleen de persoonlijke schuld, maar ook de collectieve. Er is solidariteit in de schuld. De zonden van gezin, kerk, samenleving en wereld gaan ook ons persoonlijk aan. Hebben we er bijvoorbeeld wel genoeg tegen gestreden en gebeden? Juist dat besef van lid te zijn van die éne mensheid wil ons bewaren voor het hooghartig neerzien op anderen en het wassen van onze eigen handen in onschuld. Een prachtig voorbeeld van echte solidariteit is te vinden in het gebed van Daniël (Dan. 9). Hij wist zich werkelijk één met z'n volk, ook in haar zonde en schuld. Geen enkele zelfverheffing klinkt in dit mooie en ontroerende gebed door. Daniël mag zo een type van Christus zijn. Want wie wilde zo solidair met anderen in hun zonden en schuld zijn als Hij, Die zelf zonder zonde en schuld was?

Vergeef ons...

Wie in het besef van gemeenschap in de schuld tot God om vergeving bidt, zal die genade niet alleen voor zichzelf vragen, maar haar ook voor anderen afsmeken. De ware bidder weet immers dat zo'n gebed om vergeving in het meervoud bijzonder zinvol is. Anders zou Christus hem ook niet hebben bevolen om zo te bidden. God, Die rijk is in barmhartigheid en gaarne de zonden vergeeft, heeft namelijk door het offer van Zijn Zoon verzoening aangebracht. 'Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende', zo mag een apostel schrijven (2 Kor. 5 : 19). Het offer van Christus voor de zonden is zo groot, dat wel duizend werelden zalig zouden kunnen worden. Dat geeft de bidder vrijmoedigheid om voor zichzelf en anderen aan God vergeving te vragen. God is een God van overvloed. Hij heeft ook genade in overvloed. Als schuldenaar en boeteling komt de bidder natuurlijk niet met opgestoken vaan, maar in ootmoed voor Gods troon en pleit met verwachting voor zichzelf en voor anderen op de vergevende liefde van z'n hemelse Vader. Biddend ziet hij daarbij op de grote Pleitbezorger

Christus, Die aan de rechterhand van de Vader is en door Wie de geduchte rechterstoel van God tot genadetroon is geworden. Zulke gebeden doen grote kracht op Gods hart, want Christus neemt de bede om vergeving over en legt die gereinigd voor het aangezicht van de Vader neer. Wanneer we in de vijfde bede primair denken aan de huisgenoten des geloofs, dan licht evenals in de vierde bede de gemeenschap der heiligen er voor ons in op. Gods volk is een volk van zondaren, waar God in Christus door de Heilige Geest wil wonen met al Zijn genade. Bij de bede om vergeving mag de blik ook weer wijder worden en komen zelfs alle mensen in het vizier. Gods kind loopt, om zo te zeggen, wel eens met heel de wereld op z'n nek in de worsteling om het eeuwig behoud van hen die nog geheel van God vervreemd zijn. Daarin mag hij wat lijken op de Meester zelf. Die zelfs aan het kruis nog voor Zijn vijanden bad: ader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. De ware humanitas of menslievendheid wordt alleen op Christus' school geleerd! Pas toen Paulus op die school zat, leerde hij haar kennen en beoefenen (vgl. Rom 9 : 1-5 en 10 : 1). Als dit heilig vuur echter niet bij ons is ontstoken, moeten we ons ernstig afvragen, of we wel op de gebedsschool van Christus zijn gekomen.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het Gebed des Heeren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's