Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Kerk in de Eindtijd (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kerk in de Eindtijd (5)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Sardis: schijn bedriegt

En schrijf aan de engel van de gemeente, die te Sardis is Openbaring 3 : 1

Een mooie naam

Hoe zal het gegaan zijn, toen de voorganger van de gemeente in Sardis deze brief moest voorlezen? 'Dit zegt Hij, Die de zeven geesten van God heeft en de zeven sterren: Ik weet uw werken, dat u de naam hebt dat u leeft en u bent dood.' Het zal geklonken hebben als een donderslag bij heldere hemel. Want dat had niemand verwacht. Sardis stond bekend als een levende gemeente. We horen niet over dwalingen die de gemeente bedreigen. Als Christus echter Zijn brief aan de gemeente van Sardis schrijft, dan staat er zwart op wit: 'U hebt de naam dat u leeft, maar u bent dood.' Hoor overigens wel. Wie dit zegt. Niet de voorganger van de gemeente, maar Christus, het Hoofd van Zijn gemeente. Wij mogen een dergelijk oordeel niet vellen. Alleen Christus heeft die bevoegdheid. Hij ontmaskert het gemeenteleven in Sardis. U hebt de naam dat u leeft, maar u bent dood. Schijn bedriegt.

Gij zijt dood

Wat is er in Sardis aan de hand? Straks lezen we de oproep: Wees wakende! Blijkbaar is de gemeente in diepe rust. Ze kent geen strijd. Ze leeft zomaar van de ene dag in de andere. Ze lijden in Sardis aan de zonde van de alledaagsheid (Bavinck). Het geloof is gewoon geworden. De genade van God is gewoon geworden. De woorden zijn er wel, maar het leeft niet. Dat kan blijk- baar. Ook in de eindtijd. Is ons christendom soms ook te alledaags? Wel meelevend, maar niet levend. Het leven met Christus wordt gemist. Er zijn wel activiteiten, maar Christus moet over Zijn gemeente in Sardis zeggen: 'Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God.' Waar het leven wijkt, daar treedt de dood in. En 'dood' heeft in de Bijbel te maken met een leven zonder God.

Ze gingen in Sardis maar gewoon door, maar ze hadden niet door dat de geest eruit was. Schrijf het woordje 'Geest' gerust met een hoofdletter. Het leek heel wat, in Sardis, maar het was Geesteloos. Laten we niet meteen naar anderen in de gemeente kijken. Kijk liever eerst naar uzelf. Moet Christus het ook van ons zeggen: u hebt de naam dat u leeft, maar u bent dood?

Geen punt!

Wat valt er nog te zeggen, als Christus een dergelijk vonnis velt? We zouden na de eerste zin van de brief een punt verwachten. Tegen de dood is geen kruid gewassen, zeggen we. Zou dat voor een dode gemeente anders zijn? En toch staat er geen punt. Christus komt niet om Zijn dode gemeente in Sardis te begraven. Hij komt juist om haar tot leven te wekken. Nog gaat Zijn roepstem uit, ook in die dode gemeente van Sardis. De HEERE zet er geen punt achter. Daarin schittert Gods genade.

Heeft u dat ook gezien? Heere, dat U er geen punt achter gezet hebt. Ondanks mijn doodsheid.

Profeteer, mensenkind

Eeuwen eerder kreeg de profeet Eze- chiël een visioen met een dal vol dorre doodsbeenderen. Toen sprak God: 'Profeteer, mensenkind!' En Ezechiël zag hoe de beenderen bijeen kwamen en een lichaam werden. Hij zag zelfs hoe de HEERE Zijn Geest in dat dode lichaam blies. Christus doet hetzelfde met Zijn gemeente in Sardis. Hij spreekt haar aan. Al is de gemeente even doods als die dorre doodsbeenderen die Ezechiël te zien kreeg. Als Christus gaat spreken, dan vloeit er leven in Zijn gemeente. Hij is immers Zelf dood geweest en weer levend geworden. Hij kan het zeggen: 'Zijt wakende, en versterk het overige dat sterven zou; want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God.' Zo wekt Christus Zijn gemeente tot leven.

Wees waakzaam

Wees wakende. Als dat woord in de Bijbel gebruikt wordt, heeft het bijna altijd te maken met de wederkomst. Zo lezen we het ook in deze brief: 'Als u niet waakt, dan zal Ik over u komen als een dief en u zult niet weten op welke ure Ik over u komen zal.' En straks lezen we het in de Openbaring nog eens: 'Ik kom als een dief; zalig is hij die waakt en zijn kleding bewaakt.' Het beeld van de dief herinnert natuurlijk ook aan de wederkomst. Die dag komt als een dief in de nacht, zegt de Heere Jezus Zelf. Wees waakzaam. Daar ontbrak het dus aan in de gemeente. Er was in Sardis wel activiteit, maar er was geen uitzien naar de wederkomst.

Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden; en Christus zal over u lichten! Wees wakker en versterk het overige dat sterven zou. Blijkbaar is het nog niet te laat. Christus spreekt in het heden der genade. Hij heeft immers de zeven geesten Gods: de Heilige Geest. En waar die Geest komt, daar komt nieuw leven. En Hij heeft de zeven sterren in Zijn hand. Al kan de voorganger de gemeente niet veranderen en vasthouden, Christus kan het wel! Wat een bemoediging, voor toen en voor vandaag. Christus weet raad met onze doodsheid. Hij is Zelf door de dood heengegaan.

Hij heeft de levendmakende Geest verworven. Zijn gemeente ligt vast in Zijn doorboorde handen. Welmenend spreekt Hij: 'Wees waakzaam, en versterk het overige dat sterven zou.'

Gedenk dan ...

'Gedenk dan, hoe u het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u.' Zo spreekt Christus Zijn dode gemeente aan. Al sprekend wekt Hij haar tot leven. Want Zijn spreken is met macht. De ure komt en is nu, dat doden zullen horen de stem van de Zoon van God. Zo mocht het in Sardis gehoord worden. In een gemeente, die in de ogen van God doods was. En wij mogen het ook horen. Christus weet hoe Zijn Kerk er aan toe is. Hij kent onze levens. Gedenk hoe u het ontvangen en gehoord hebt - het Woord van God, en bewaar het en bekeer u. Hoeveel woorden van God klonken er al in ons leven. Heeft u het al gebeden: Gun leven aan mijn ziel, ai zoek Uw knecht, schoon hij Uw wetten schond! Opdat we wakende zijn en uitzien naar Christus.

Want als we slapen, zal de dag van Zijn wederkomst ons overvallen, als een dief in de nacht.

Een overblijfsel

Schijn bedriegt, zeggen we. Maar Christus liegt nooit. Wat uit Zijn lippen ging, blijft vast en ongebroken. Ook dat zien we in Sardis. Er is een rest, een overblijfsel naar de verkiezing der genade. 'U hebt er enige weinige namen, ook in Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben.' Ook in Sardis. We hadden het niet meer verwacht, maar ze zijn er. Temidden van het lawaai is er ook nog leven. Ze zijn er: mensen waar de HEERE van af weet. Mensen, die leven van genade en die uitzien naar Christus. Ze zijn er, in Sardis, en vandaag. Als een wonder van genade. Christus zegt: 'Ze zullen met Mij wan­ delen in witte kleding, omdat ze het waard zijn.' Genade maakt een mens van waarde. Zo klinkt ook in Sardis de belofte van God: 'Wie overwint, die zal bekleed worden met witte klederen'.

Teken van de reinheid. Straks leidt men ze in statie uit hun woning, in kleding, rijk gestikt, tot hunne Koning. 'En Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens; en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.' De Kerk van Christus gaat door de dood tot het leven. Ze zijn er, in Sardis. Horen wij er ook bij? Zult u straks bekleed worden met witte kleding? Staat uw naam in het boek des levens? De Meester is daar, en Hij roept u. Wie oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt!

A.J. Kiinz, Groot-Ammers

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De Kerk in de Eindtijd (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's