De Kerk in de Eindtijd (6)

MEDITATIE

FUadelfia: een geopende deur

En schrijf aan de engel van de gemeente, die te FUadelfia is Openbaring 3 : 7

Stad met een open deur

FUadelfia is in de eerste eeuw nog maar een jonge stad. Twee eeuwen eerder is ze gesticht door koning Attains. Deze koning had de bijnaam: Filadelfos. Degene die zijn broeder liefheeft. De naam van de stad, die hij laat bouwen, is ervan afgeleid: Filadelfia. De koning had een bijzondere bedoeling met deze stad. Filadelfia lag aan de keizerlijke postroute, die van Rome via Troas naar Filadelfia liep. Het was de bedoeling dat Filadelfia het achterland zou ontsluiten. Filadelfia als een stad met open deur. Via deze stad moesten de volken van Lydië en Frygië bekend gemaakt worden met de Griekse cultuur en godsdienst.

De sleuteldrager

In deze stad heeft ook Christus Zijn gemeente. Dat is op zich al een wonder. Christus zegt over Zijn gemeente in Filadelfia: 'U hebt kleine kracht'. Ze vormt een minderheid in het grote geheel van de stad. Op het eerste gezicht zouden we zeggen: wat stelt deze gemeente voor? Maar dan hebben we het nog niet over de Koning van de Kerk gehad. Hoor, hoe Hij Zichzelf bekend maakt: 'Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel van David heeft. Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent.' De Heilige en de Waarachtige: zo wordt God in het Oude Testament genoemd. Christus draagt met deze Namen goddelijke heerlijk- heid. Hij is de Heilige en de Waarachtige. Al heeft de gemeente van Filadelfia maar kleine kracht, ze mag het weten: Ons staat een sterke Held ter zij!

Christus openbaart Zichzelf als Degene die de sleutel van David heeft. Een sleuteldrager had in de Oudheid een belangrijke functie. Hij bepaalde wie er wel en wie niet in het koninklijk paleis werd binnengelaten. In Jesaja 22 lezen we over Eljakim, die de sleuteldrager van David was. Voor de Joden had de uitdrukking: 'de sleutel van David' een Messiaanse betekenis gekregen.

De Messias zou de sleutel van David dragen. Hij opent de toegang tot het koninkrijk van God. Die woorden past Christus op Zichzelf toe. Hij draagt de sleutel van David. Als Hij opent, kan niemand sluiten; en als Hij sluit, kan niemand openen. Wat een kracht en macht gaat er van Christus uit! Al heeft de gemeente kleine kracht, daarmee is niet alles gezegd. Christus heeft alle macht, in de hemel en op de aarde.

Ik heb een geopende deur gegeven

Christus bezit niet alleen de sleutelmacht, Hij maakt er ook gebruik van. Ik weet uw werken, zegt Hij. 'Zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten.' Voor u, dat wil zeggen: voor uw ogen. Ze krijgen in Filadelfia een geopende deur te zien. Christus opent voor Zijn gemeente de deur van het Koninkrijk van God. Waar Christus Zichzelf bekend maakt, daar gaat de deur van de hemel open. Wij hebben de deur naar God dicht gegooid.

We hebben ons hart op alle mogelijke manieren gebarricadeerd. En wij kunnen zelf de deur naar de hemel nooit open krijgen. Christus kan het wel. Hij is naar deze wereld gekomen. Al was er in de kerstnacht nergens plaats voor Hem. En later hebben ze geroepen: 'Weg met Hem, kruisig Hem!' Toen hing Hij aan Zijn kruis. Alle deuren gingen dicht. Zelfs de deur van de hemel. 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ' Hij hing er als Borg en Middelaar. Om te betalen voor mensen, die zelf nooit meer de deur van de hemel open kunnen krijgen. Christus is sleuteldrager bij de gratie Gods. Zo kan Hij het tegen Zijn gemeente, toen en nu, zeggen: 'Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten.' Is onder de bediening van het evangelie de deur van de hemel al voor u open gegaan? Zei u er amen op: Dit is de poort des HEEREN, daar zal het rechtvaardig volk door treên!

Kleine kracht

Ze mogen in Filadelfia bij een open deur leven. Als een genadegave van God. Christus heeft die geopende deur immers gegevenl Hij weet wel, dat wij maar kleine kracht hebben. Uit onszelf krijgen wij de deur van de hemel immers niet open. U hebt kleine kracht.

Maar als Christus een geopende deur geeft, gebeuren er wonderen. De Heilige Geest is aan het werk. Kleine kracht. Dunamis, staat er. Daar zit ons woord 'dynamiet' in. Daar heb je maar een klein beetje van nodig om een grote ontploffing te krijgen. Kleine kracht is niet: krachteloos. De gemeente in Filadelfia is in zichzelf zwak. Maar ze is krachtig in de HEERE. U hebt Mijn Woord bewaard en u hebt Mijn Naam niet verloochend. Daar ligt de kracht van de gemeente. Gods Woord bewaard, de Naam van Christus niet verloochend. Is dat ook uw kracht? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik vervaard zijn?

Nogmaals: een open deur

Christus heeft in Filadelfia een geopende deur gegeven. Hij ontsluit de toegang tot de hemel. Waar wij echter gaan leven bij een geopende deur, daar krijgen we ook hart voor anderen, die nog altijd zonder God leven. In de gemeente én erbuiten. Wie zelf gered is, krijgt ook een verlangen om een ander te redden. Christus maakt van Zijn gemeente een licht. Als Hij in de gemeente de deur van de hemel opent, dan moeten de kerkdeuren ook open.

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft; opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. God zoekt niet onze ondergang, maar ons behoud. Hoe meer we gaan zien, dat de HEERE in de Kerk de deur naar de hemel opent, des te meer gaan ook onze kerkdeuren open. Red ze, die ten dode toe wankelen.

Wij moeten missionair zijn, heet het vandaag. We moeten getuigen. We moeten een licht zijn. Het is allemaal waar, maar we moeten soms zoveel.

Hoe wordt de gemeente van Filadelfia tot een missionaire gemeente? Door de genade van God. Ik heb voor u een geopende deur gegeven, en niemand kan die sluiten. Wat er ook tegenin komt. Christus zorgt voor ongedachte ontmoetingen. 'Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, van degenen die zeggen dat ze Joden zijn, en zijn het niet.' BUjkbaar heeft de christelijke gemeente in Filadelfia tegenstand ondervonden van de Joodse gemeenschap. Christus noemt de synagoge een synagoge van satan. Zo groot is hun verzet tegen Christus. Wij zouden zeggen: daar gaan nooit deuren open voor de verkondiging van het evangelie.

Maar Christus zegt: 'Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen dat Ik u liefheb.' Ziet u wel, dat wij nooit mensen moeten afschrijven? Onze tegenstand is voor Christus geen verhindering. Misschien weet u dat wel bij ondervinding. Als Christus deuren opent, gebeuren er wonderen die niemand had verwacht.

Bewaring bij de open deur

Ik heb een geopende deur voor u gegeven. Wat een heerlijke belofte. Maar hoe moet het verder, in de eindtijd? U dacht toch zeker niet, dat Christus Zijn gemeente in het zicht van de open deur laat omkomen? 'Omdat u het woord van Mijn lijdzaamheid bewaard hebt - omdat u met volharding Mijn Woord bewaard hebt - daarom zal Ik ook u bewaren uit de ure van de verzoeking, die over de hele wereld komen zal, om te verzoeken die op de aarde wonen.'

Kijk wel hoe het er staat. Er staat niet: 'Ik zal u bewaren voor de verzoeking', maar wel: 'Ik zal u bewaren uit de verzoeking'. Zo heeft de Heere Jezus ook gebeden, in de nacht van Zijn lijden: 'Ik bid niet, dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart van de boze.' Ook als de ure van de verzoeking komt. Ik kom haastig; houd wat u hebt, opdat niemand uw kroon neme.

Zegeningen mogen een mens niet gemakzuchtig maken. We worden geroepen om waakzaam te zijn.

De belofte

Christus' gemeente heeft in deze wereld kleine kracht. In Filadelfia en in Nederland. Weten we er echter van: 'Mijn genade is u genoeg, en Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht', dan gebeuren er wonderen. 'Wie overwint. Ik zal hem maken tot een pilaar in de tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan.'

Overwinnaars worden pilaren. Dat zegt Christus tegen mensen, waar Hij net van zei: u hebt kleine kracht. In Christus' kracht hebben ze draagkracht. Bent u zo iemand, die de gemeente meedraagt? Christus draagt Zijn gemeente, maar Hij schakelt mensen in. Als pilaren in Zijn huis. Hier op aarde en tot in eeuwigheid. Op die pilaren staat ook wat geschreven. Dat was in de Oudheid de gewoonte. Op pilaren stonden soms belangrijke boodschappen. Wat staat er op deze pilaren? De Naam van Mijn God, zegt Christus en de naam van de stad van Mijn God, namelijk van het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwe Naam. Draagt u de Naam van God? Ligt uw burgerschap in het nieuwe Jeruzalem?

Draagt u de Naam van Christus? Uit genade een kind van God. Dan is alle roem voor Christus. Lang geleden zong Luther het: Houdt Christus Zijne Kerk in stand, Laat dan de hel vrij woeden; Gezeten aan Gods rechterhand Zal Hij haar wel behoeden!

Wie oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.

A.J. Kunz, Groot-Ammers

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen