Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

(Denk)beelden van God (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

(Denk)beelden van God (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEER EN LEVEN

Van degenen die vandaag de kerk verlaten - het zijn er niet weinigen, zo werd ons onlangs nog weer onder de aandacht gebracht - zijn er meerderen die als reden daarvoor noemen, dat ze zijn opgegroeid in een omgeving, waarin over God werd gesproken als louter een God van gericht en toom. Altijd weer, zo wordt althans beweerd, ging het over de God van straf en van oordeel, de God Die voortdurend loert naar de mensen om te zien wanneer Hij hen kan slaan. In de loop der jaren zou zoveel verbittering en weerstand zijn gegroeid, dat tenslotte met de kerk en het bijbellezen en vaak ook het bidden werd gebroken.

werd gebroken. Deze geluiden zijn ons niet onbekend. Daarnaast kennen we ook allen wel de veelgehoorde uitspraak: als God nu liefde is, hoe kan dan ... ? Er gebeuren zoveel dingen in de wereld en de kerk en het persoonlijk leven die op gespannen voet staan met de belijdenis dat God liefde is en dat er bij Hem barmhartigheid is.

Het gaat me nu even niet om het waarheidsgehalte van bovenstaande gedachten. Zo blijkt het nogal eens mee te vallen met die opvoeding waarin het alleen over de straffende God ging en met die prediking waarin het "alleen over hel en verdoemenis" ging. Ik laat dat nu maar even rusten. Waar het me wel om gaat, dat is de constatering dat blijkbaar het beeld dat wij van God hebben van de grootste betekenis is. Het maakt nogal verschil welk (denk)beeld van God we koesteren. Wat denken we van de eigenschappen, de deugden van God als rechtvaardigheid en barmhartigheid? Denk aan het belang van wat we bij de opvoeding onze kinderen (en kleinkinderen) voorhouden. Nog een stap verder: leef ik niet met een beeld van God dat in wezen een waanbeeld is? En wie bepaalt dat nu eigenlijk? Nog weer een andere vraag, die ook met het oog op het kerkelijk leven van de grootste betekenis is: is er sprake van een verschuiving in onze gedachten over God?

Al met al kan er voor ons reden zijn om eens na te denken over het beeld dat wij van God hebben. Daarbij denk ik niet zozeer aan wat bijv. Israël in de woestijn doet, wanneer het een gouden kalf maakt. Zonder hout, steen of goud te gebruiken, kunnen we toch in onze gedachten ons een beeld van God maken. Ik denk dan niet vooral aan een uiterlijke, lichamelijke voorstelling van God, maar meer aan beeld van het werken en zijn van God, aan een voorstelling van Zijn deugden, eigenschappen. Hoe is Hij, vooral ook in Zijn werken en handelen ten opzichte van ons mensen? Hoe komt het dat, wanneer twee mensen een begrafenis hebben bijgewoond, de een zegt: "Het was één en al oordeel en hel, wat ik hoorde; verschrikkelijk!", terwijl de ander zegt: "Wat een bewogen, bijbelse meditatie". (Soortgelijke reacties worden trouwens ook wel op één en dezelfde preek gegeven.) Soms ben je in gesprek met iemand over de Heere en de vraag dringt zich op: spreken we wel over dezelfde God? Blijkbaar heeft dat alles te maken met ons Godsbeeld.

In een aantal artikelen willen ik op deze dingen ingaan. Daarbij zal ik de vraag meenemen of er wellicht sprake is van verschuivingen in Godsbeelden. En uiteraard zal dan ook de vraag onder ogen gezien moeten worden, hoe wij een juist beeld van God kunnen hebben.

Het tweede gebod

Ik geef geen behandeling van het tweede gebod in ons blad. Dat is nog niet zo lang geleden gebeurd. Wel kan het dienstig zijn om een paar opmerkingen te maken over dit gebod. Het gaat in het tweede gebod over de wijze waarop de Heere gediend wil worden. Dat mag niet eigenwillig, naar ons goeddunken zijn. God wil gediend worden zoals Hij dat ons bekend maakt in Zijn Woord. Bij de volken rondom Israël was het maken van een beeld van hun god heel gewoon en vanzelfsprekend. Men had dan min of meer de gedachte dat men op die wijze over zijn god kon beschikken. De enige ware God komt tot Israël en betuigt met de grootste klem: Maak van Mij geen beeld! Ik ben God. Ik ben de Souvereine. Denk niet dat u over Mij beschikken kunt!

Israël moest geen beeld maken van God, maar luisteren naar de stem van God. Een beeld van Hem maken, is Hem neerhalen tot ons niveau. Iemand zei: Israël gaat bijv. met het maken van het gouden kalf de Heere kneden naar zijn eigen model. Hij moet zijn zoals wij ons Hem voorstellen. We menen over Hem te kunnen beschikken en we spreken uit dat Hij is of moet zijn zoals wij Hem willen hebben.

Toegegeven, wij maken niet een beeld van God zoals Israël dat deed met het gouden kalf. Maar wat te denken van het maken van onbijbelse voorstellingen over God in onze gedachten, waarbij we menen dat Hij is of moet zijn zoals wij denken?

Enkele bijbelgedeelten

Ik noem een paar bijbelgedeelten om de zaak wat helderder te krijgen. Daarbij ga ik nu voorbij aan het maken van het gouden kalf. In Psalm 50 wordt nadrukkelijk gesproken over de dienst van God. Welnu, er wordt werk gemaakt van die dienst! Geen moeite teveel. Men kijkt niet op een offerdier meer of minder. Alleen gaat heel deze dienst gepaard met grove zonden. God Zelf, Die rechter is, verheft Zijn stem: Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandoffers zijn steeds voor Mij. (...) Deze dingen doet gij, en Ik zwijg. Gij meent dat Ik te enenmale ben, gelijk gij. De Israëlieten menen dat God is gelijk zij zelf zijn. Wat een vergissing! Zou dat alleen toen bij Israël het geval zijn geweest?

Een andere Psalm: in Psalm 94 doet zich het ontstellende geval voor dat de rechtvaardige door de goddeloze wordt vertrapt. De goddelozen stellen zichzelf gerust met de gedachte dat God het niet ziet en niet hoort. Niets aan de hand! Als je jezelf het beeld maakt van een God zonder ogen en oren wordt het heel wat gemakkelijker om de ergste zonden te begaan. Dat is vandaag niet anders. Intussen klinkt het tot troost voor de godvrezende: Zou Hij Die het oor plant, niet horen? Zou Hij Die het oog formeert, niet aanschouwen?

Een heel ander voorbeeld: in Jesaja 49 horen we Sion zeggen in haar strijd en aanvechting: De HEERE heeft mij verlaten, en de HEERE heeft mij vergeten. Dat is ook een (denk)beeld van God dat niet overeenstemt met de werkelijkheid! In alle strijd en aanvechting kan ook de godvrezende zich een verkeerde voorstelling van God maken. Alsof Hij, Die oneindig meer is dan een vader of moeder, de Zijne zal vergeten! Ik noem dit voorbeeld om te laten zien dat ook iemand die de Heere toch wel kent, zich verkeerde beelden van Hem kan oprichten.

M. Goudriaan, Veenendaal

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

(Denk)beelden van God (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's